Ha! We gingen eens even snel een
definitie zoeken. Simpel: je bekijkt een aantal boeken van gerenommeerde
auteurs, je vraagt het eens na hier en daar, en daar heb je ze: de definitie
van Het Woord. Zo gaat dat met definities. Maar nu blijken auteurs wel
een beetje te verschillen van mening zeg. Sommigen houden het bij een hoog
IQ hebben, voor anderen is dat niet genoeg en moeten kinderen nog blijk
geven van creativiteit en liefst ook iets presteren voor je ze hoogbegaafd
kunt noemen.
Bij de man in de straat halen we ook niet echt de mosterd. Want die denkt
bij het woord hoogbegaafd spontaan aan een kleine Adhemar of andere vreemdsoortige
kind-professors, die door hun ouders op het mishandelen af worden gepusht.
Zeker niet aan dat zeer ongewone, maar, vergeleken met het stereotiepe
beeld, toch ook erg gewone kind dat jij thuis hebt. Dat niet gepusht wordt,
maar gewoon zelf om veel dingen vraagt waar zijn of haar leeftijdgenootjes
niet eens aan denken.
Brei daar als ouders maar eens kop en staart aan.
Stel dat we de definitie "hoog IQ" hanteren. Dat is dan wel
makkelijk denk je als ouders. Je laat je kind testen, en hupla, je weet
van wanten. Hoewel. Is de test wel afgenomen door iemand die weet wat-ie
doet? Is de test afgenomen in voor je kind goede omstandigheden? Had hij
of zij net een slechte dag? Klikte het wel een beetje met de afnemer van
de test? Allemaal zaken die een testresultaat kunnen beïnvloeden.
Maar kom, we hebben een goede testdag gehad. En ons kind blijkt een hoog
IQ te hebben. Dan kunnen we beginnen zeker? Euh... Waaraan beginnen? Moet
ons kind nu plots allerlei wonderlijke toeren gaan uithalen? Moet het op
school minstens een jaar voor zitten op de leeftijdsgenootjes? Moet het
al kunnen lezen in de kleuterschool? Moet het steeds een prima rapport
hebben? Moet het absoluut kiezen voor een "zware" studierichting
ook al is dat niet zijn of haar interesse? En vooral: moeten we nu thuis
dat labo en dat planetarium installeren of niet?
Het is allemaal niet zo simpel. Hoewel... Ons kind gelukkig zien, het
zich goed in zijn of haar vel zien voelen, daar gaat het ons ouders om.
En daar begin je dan. Voor het ene kind betekent het dat er inderdaad meer
schoolse uitdaging nodig is. Voor een ander kind is het al lang goed dat
het heel wat buitenschoolse activiteiten kan ontplooien. En nog een ander
kind is vooral toe aan een beetje begrip voor de andere manier van leren,
denken en redeneren.
Ze zijn allemaal verschillend, kinderen. Ook hoogbegaafde kinderen. En
ze hebben hun eigen behoeftes. Dat, en niet de ultieme definitie nastreven,
moet ons uitgangspunt zijn. Dan zitten we goed.
Maar for the record, en voor het gemak van de communicatie: toch even
die definitie. We kwamen uit bij ruwweg twee soorten:
De minimalistische definitie is:
Een IQ hebben dat uitzonderlijk hoog is. De grens wordt gelegd op een
IQ dat maar zo'n 2,5% van de bevolking haalt. In geval van een WISC test
(de meest gebruikte test in Vlaanderen) is dat een IQ vanaf 130. Voor
andere testen ligt dat cijfer anders (bekijk voor een meer uitgewerkte
bespreking van het testen dat onderdeel van deze website).
De meer uitgebreide definitie bevat
3 onderdelen (lees hier
verder over de definities in literatuur):
- Een hoog IQ hebben (boven 130 zeg maar)
- Creatief zijn
- De intentie en gedrevenheid hebben dat hoge IQ en
deze creativiteit ook om te zetten in uitzonderlijke prestaties
En deze drie zaken worden dan nog eens verondersteld sterk beïnvloed
te worden door de omgeving van het kind/de jongere en
de eigen persoonskenmerken. Een slechte testsituatie
of slechte testafnemer "veroorzaakt" slechte testresultaten
op de IQ test. Een weinig stimulerende omgeving op school of thuis fnuikt
de creativiteit van een kind en kan demotiverend werken, enz, enz. Een
faalangstig en perfectionistisch kind zal wellicht minder snel prestaties
neerzetten dan een nonchalante durver, en een kind dat niet goed is in
zelfstandig omgaan met tegenslagen zal wellicht sneller onderdoor gaan
dan een kind dat zelfzeker lastige momenten doorstaat.
De meer uitgebreide definitie heeft konsekwenties. Als een kind met
een hoog IQ om één of andere reden NIET komt tot prestaties
die daar normaal gezien bij horen volgens de goegemeente, wordt het wellicht
niet "ontdekt". We kunnen dan spreken over potentieel hoogbegaafde
kinderen, die zich niet ten volle (kunnen?) ontplooien. Dergelijke kinderen
zijn misschien niet genoeg gestimuleerd, of worden misschien door iets
of in hun omgeving of door persoonlijkheidskenmerken geremd, of hebben
één of ander leerprobleem waardoor ze niet tot hun recht
komen.
Mensen in het onderwijs, en ruimer, wij allen moeten ons goed realiseren
dat hier een werk-woord aan vast hangt. De tijd dat enkel hoogbegaafden
herkend en erkend worden die geluk hebben met hun stimulerende thuisomgeving,
die in "goede" scholen zitten en die van zichzelf zo gedreven
zijn dat ze wel moeten opvallen, moeten we stilaan achter ons kunnen laten.
Enkel door het systematisch opsporen en erkennen van vaak niet vermoede,
en door onze schoolcultuur vaak beschadigde, begaafden, zal het nu nog
al te vaak verspilde talent van onze kinderen en jongeren een reële
kans krijgen op ontplooiïng.
En dan omdat ze zo compleet lijkt te zijn nog even deze eraan toevoegen:
Hoogbegaafd = Asynschrone ontwikkeling
"Giftedness is asynchronous development in which advanced cognitive
abilities and heightened intensity combine to create inner experiences
and awareness that are qualitatively different from the norm. This asynchrony
increases with higher intellectual capacity. The uniqueness of gifted
children renders them particularly vulnerable and requires modifications
in parenting, teaching and counseling in order for them to develop optimally."
(The Columbus Group, 1991), zie ook Christine
S. Neville, artikel voor Davidson Institute for Telent development
Wat ben ik hier nu mee?
Alleszins, welke definitie je ook aanhangt, met een kind dat een hoog
potentieel heeft, heb je werk. Hoogbegaafde kinderen vragen al zeer vroeg
thuis meer aandacht dan een kind met een gemiddeld IQ. Ze vragen ook meer
dan een doorsnee kind op school. Ze hebben duidelijk behoefte aan een
vrij intensieve begeleiding.
Een goed testverslag kan je alleszins helpen. Als je niet enkel een
totaalcijfer kent, maar ook de details van het verslag een beetje uitgelegd
krijgt (vandaar het belang van iemand die weet wat hoogbegaafdheid is
als tester), kan je toch wel al bepaalde aandachtspunten noteren. En verder
geldt uit de ervaring van ouders maar 1 ding: onderschat je kind vooral
niet. Kijk en luister goed, en je zult zien: je kind geeft genoeg signalen
waar je aan de slag kunt gaan.
Even afwachten dan maar?
Nog een "special" voor wie eraan denkt even af te wachten
tot er zich problemen stellen: de Dehaene strategie werkt niet altijd
voor onze kinderen. "Niets doen is geen optie", is de ervaring
van veel ouders. Met dat snelle verstand van onze kinderen MOET je iets
doen. Anders komen er misschien wel problemen van. Het is beter een kleine
vonk in de papiermand te voorkomen dan achteraf een uitslaande brand te
blussen.
Nog al te vaak zitten kinderen heel lang te wachten op actie, geven
ze duidelijk aan dat er iets moet gebeuren, maar: mama en papa zoeken
naar een gedegen begripsomschrijving of twijfelen over het testen, omdat
ze zelf nog denken in stereotypen, of omdat ze schrik hebben van de reacties
in hun omgeving. En, laat ons toegeven, de factuur van testen en specialisten
raadplegen loopt soms ook hoog op. Dat remt een aantal ouders ook af.
Daarenboven staan buren en familie misschien al klaar met scherpe woorden
en kwetsende blikken (of denken wij dat door onze eigen vooroordelen misschien
onterecht...).
En...terwijl we ons zorgen zitten te maken over onze eigen gevoelens
en twijfels, en over hoe we met onze omgeving en het eventuele HB-etiketje
zullen omgaan, zijn we niet aan toe onze centrale rol van behartiger van
de belangen van ons hoogbegaafd kind!
Mijn kind is hoogbegaafd, en nu?
Natuurlijk, wij als ouders slaan ons erdoorheen. We vinden een voor
onszelf werkbare definitie. We laten ons kind al dan niet testen. En we
zijn er stilaan zeker van: dit kind blijkt hoogbegaafd te zijn. We hebben
ons intussen al verzoend met het labeltje, en gaan ermee aan de slag.
Om meteen vast te stellen dat het begrip naar anderen toe moet verduidelijkt
worden, en vooral: om vast te stellen dat niet iedereen vindt dat hoogbegaafden
ook hun eigen begeleiding nodig hebben. Zodat er weer tijd verloren gaat.
En het kind: het wacht. En gaat er misschien wel heel erg van balen. Tot
ziek worden toe.
Misschien leert deze tekst van de vader van een hoogbegaafd kind die
zelf de weg ging van ongeloof en vooroordelen naar "believer",
ons wel meer dan het kennen van de ultieme definitie van het begrip hoogbegaafd:
In De Wachtkamer van Dr. Identificatie zijn al veel kinderen weggekwijnd,
is er al veel geleden zowel door kinderen als ouders. Maar toch zit de
wachtkamer overvol met jammerende kinderen. De wachtkamer van Dr. DoeIets
daarentegen is meestal leeg. Dr. DoeIets zit te wachten tot er nog eens
een kind doorverwezen wordt vanuit het kabinet van Dr. Identificatie.
Maar dat duurt ontzettend lang, want Dr. Identificatie wil niet over
één nacht ijs gaan. Dr. DoeIets is nochtans een erg zachtaardige
mens, die erg voorzichtig te werk gaat en onmiddellijk de -doorgaans
voor de patiënten erg aangename- behandeling stopzet indien ze niet
lijkt te werken. Maar toch aarzelt Dr. Identificatie steeds opnieuw om
een patiëntje door te verwijzen.
Een goede raad...
Zorg indien je twijfelt zonodig voor voldoende testing en zoek uit wat
je voelt dat je moet weten. Specifiek naar jouw kind zijn/haar functioneren
laten kijken is altijd verstandig: uit een algemeen boek (hoe goed en
gefundeerd ook) leer je misschien wel iets over "de hoogbegaafden",
maar het zegt je niet altijd voldoende over JOUW specifiek kind. Maar
laat het niet bij dat testen. Terwijl je zoekt naar verklaringen, kan
je vaak al héél veel doen. Luister naar je kind, kijk wat
het nodig heeft om zich prettig te voelen, thuis, op school, in de jeugdbeweging,
de sportclub,... EN ga er dan voor. Want ELK kind heeft er recht op zijn/haar
talenten te ontwikkelen, OOK als het wat dat betreft een beetje goed bedeeld
is. Vleugels afknippen om anderen de "kans" te geven te kunnen
volgen, is wreed, dat weten ze zelfs in de duivensport.
Moet je kind dat niet leren omgaan met de verschillen met anderen? Toch
wel. Wees gerust: je kind zal al snel de verschillen zelf zien. Het is
aan jou om het respectvol met ieders eigenheid te leren omgaan, zodat
het geen "ik ben hoogbegaafd en jij bent stom" kliertje wordt.
Tenslotte is je kind wellicht op andere vlakken dan het cognitieve niet
de grote held van het pack, zodat het anderen kan leren waarderen om die
andere eigenschappen. Zo leert een kind dat verscheidenheid op zich, rijk
kan zijn, en dat anders niet "meer" of "minder" betekent.
|