Kinderen leren constant: al spelend, op school,
gewoon uit de dagelijkse activiteiten, uit communicatie met hun ouders
en andere kinderen, enz.
Leren op gebied van taal, rekenen, wetenschap en algemene kennis wordt
meestal geassocieerd met de school. Het is opvallend dat de meeste hoogbegaafde
kinderen een intrinsieke behoefte hebben om dat ‘schoolse leren’
ook thuis verder te zetten. Vaak zijn ze al voor ze de eerste keer naar
school gaan sterk geïnteresseerd in letters, cijfers en weetjes en
trainen ze spontaan hun geheugen, zonder dat hun ouders hun daartoe aanzetten.
Vaak wordt deze behoefte door buitenstaanders ten onrechte aanzien als
een zeker ‘pushen’ door de ouders, maar de ouders zelf ervaren
het als iets waar ze niet omheen kunnen, omdat hun kinderen er op een niet
aflatende manier vanuit zichzelf mee bezig zijn.
De anekdotes
- “ Onze dochter is van de vroege morgen tot 's avonds laat met
van alles bezig, soms met 2, 3 dingen tesamen. Ze staat nog maar op en
wil al woordjes gaan schrijven nog voor ze gegeten heeft. Telt 's morgens
op haar bordje hoeveel partjes er in een mandarijntje zitten, legt ze
in rijtjes van 2, van 3, zit er mee op te tellen en af trekken, combineert
de rijtjes op verschillende manieren. Op weg naar school wil ze van de
reclameaffiches de woordjes lezen, ... . Ze vergelijkt de modellen van
de auto's met elkaar, zegt dingen als: ‘Die hebben we daarstraks
ook gezien, maar dan in het grijs.’.”
- “ Toen Z.(5) op haar vierde begon met schrijven, ben ik er bewust
niet op in gegaan. Toen ze later terug begon heb ik haar wel wat geholpen.
Nu denk ik niet dat ze al kan lezen, maar ze is er toch mee bezig, denk
ik”
- “ Toch herkende hij wel woordjes als kleuter. Zoals bvb ‘BUS’,
dat geschilderd wordt op de grond voor de bushalte. Hij zei dat eens toen
hij ging wandelen met mijn schoonmoeder en zijn neefjes. Iedereen was
echt geschrokken want dat kleine ventje kon al lezen. Wij hebben daar
nooit bij stilgestaan en ik denk dat hij alleen maar enkele woordjes kon
herkennen die hij regelmatig zag. Verder ging hij niet.”
- “ Het probleem is wel dat hij zelf pusherig naar ons toe begint
te worden wat betreft het leren lezen. Hij wordt met de dag lastiger omwille
van het feit dat hij zelf geen boek kan vastpakken en het kan lezen. Hij
beseft ook heel goed dat zijn moeder als leerkracht de geschikte persoon
is om hem te leren lezen en hij vraagt wel meer en meer of zij dat dan
ook (hier en nu) zou willen doen.”
- “ Onze F. (5 jaar) is sinds een week intens bezig met de letters:
hij vormt woordjes maar kan ze wel nog niet lezen; spellen kan hij alleen
met de letters die hij kent (b, o, m, p, n, f, r, t, g, i, v, s)”.
Zie: Kunsten
van de kinderen- Felix
- “ Onze jongste is veel met getallen bezig, en ook wel met gezelschapspelen
met de grote broers. Al spelenderwijs steekt hij wel ontzettend veel op.”
- “ Hij houdt van getalletjes en zit af en toe z'n Weetos in z'n
bord te tellen i.p.v. ze op te eten! “
- “ O jee, hij is weer aan een nieuw werkje bezig: op de PC, over
de geschiedenis van de tekenstrip. Mét verwijzingen naar holbewoners
en hiërogliefen (die hij eigenhandig intekent met Word, daar snap
ík niks van).”
- ” M. wilde leren schoenveters knopen (de juf reikt daar potdorie
diploma's voor uit, dus hij wil dat nu eindelijk wel eens, zo’n
flutpapierke). Hij ‘wist’ het dus direct toen ik het voordeed
op één schoen, en hij deed mee op de andere, en vond dat
genoeg. Die oefening was hem te veel. Ik twijfelde hardop aan hem (ja,
didactisch volledig fout, ik weet het), en deed het hem opnieuw oefenen
(die bezorgdheid om de handjes hé). Wel, hij deed het. Het zat
in zijn hoofd en zijn handen konden het moeizaam, maar 't ging.
- “Onze kinderen zijn vraagkinderen. ‘Mama, wat is dat voor
een letter?’, ‘Mama, waarom staat dat hier in een andere taal?’.
Enz., enz. 't Is dan niet meer dan logisch dat je daar een antwoord op
geeft.”
|