Drang naar weten en stellen van (levens)vragen
Hoogbegaafde kinderen hebben heel vaak met elkaar gemeen dat ze kunnen
blíjven vragen stellen, vaak reeksen van vragen waarbij op elk antwoord
weer een nieuwe vraag volgt. Hun drang naar kennis en inzicht is dan niet
te stuiten, ze zijn pas tevreden als op al die vragen een afdoend antwoord
werd gegeven en kunnen erg teleurgesteld zijn als er niet ingegaan wordt
op hun honger naar weten en begrijpen.
Vaak situeren deze vragen zich op het gebied van het existentiële,
of het meer complexe, zoals het ontstaan van het leven, wat er ons wacht
na de dood, de oneindigheid van het heelal of de kringloop van het water.
Zulke onderwerpen houden hen dan doorgaans voor een periode van weken tot
maanden bezig, waarbij de vragen met tussenpozen terugkomen en ze ook zelf
bevredigende antwoorden proberen te bedenken op die vragen.
Misschien alvast een bron om sommige vragen op te lossen, is "de menselijke
maat"
De anekdotes
- LK: "Mama, ik vraag me af hoe ...(ik ken de preciese vraag al
niet meer, 't was iets natuurkundig en een goede vraag maar 'k had er
zelf nooit over nagedacht). Weet jij dat?"
Ik: "Oeps...euh...ik denk...neen, ik durf het niet zeggen schat,
ik weet het ook niet, da's iets dat we eens zullen moeten opzoeken op
het internet of zo."
LK: "Pfff zeg, weeral opzoeken op het internet, ik kan niet volgen
hoor!"
Ik: "Wat bedoel je?"
LK: "Wel, ik heb nog heel veel op mijn lijstje dat ik nog moet opzoeken:
Hoe onze schoenmaten in godsnaam berekend worden of waar die vandaan komen;
hoeveel landen er nu precies in de wereld zijn; wat de naam 'Patrick'
precies betekent en uit welke taal die naam nu komt; wat een 'natte droom'
precies is want ik hoor daar soms over praten en papa wil me dat niet
uitleggen; en niet te vergeten: hoe ze nu eigenlijk berekend hebben hoeveel
euro een gouden galjoen bij Harry Potter waard is want dat hebben ze op
Karrewiet daarnet natuurlijk niet uitgelegd! En dan vergeet ik zeker nog
een hoop op dit moment! En pas op hé: 1 ding echt goed opzoeken
duurt zeker een uur of zo! Dus reken maar uit...ik ga elke week een speciale
internet-dag moeten nemen om alles op te zoeken of ik geraak nooit bij!
Maar wanneer moet ik dat
doen hé? Ik heb nu al tijd tekort!"
Ocharme 't ventje :-) Hij verweet me nog net niet dat ik geen wandelende
encyclopedie was zodat hij het gewoon kon vragen. Heb ik mijn ouders ooit
wel eens verweten overigens :-) Maar ik had geen internet natuurlijk,
dat scheelt.
- “S. (5 jaar) denkt dat iedereen naar de hemel gaat, maar dan
stelt hij weer de vraag "mama dat kan toch niet hé, een mens
in de grond begraven en dan zit die boven in de hemel..."
- "Mama, wij hebben nagels aan onze handen om te krabben en iets
los te peuteren hé..." Maar waarom hebben wij ook nagels aan
de tenen??? Zijn eigen antwoord: Misschien zitten in onze topjes van onze
tenen en vingers heel gevoelige dingen die moeten beschermd worden, want
als je nagel inscheurt of je hebt iets onder je nagel zitten kan dat heel
erg pijn doen hé!"
- “Verder zei ze me vandaag dat ik 133 jaar moet worden en zij
106 jaar. Dan zijn we namelijk allebei oud en dan kunnen we samen dood
gaan. Ook weer helemaal uit het niets uiteraard. Voor haar dé oplossing
om voor altijd samen te zijn ;-). Ik smolt van haar doordachte liefheid.”
- “Op een bepaald moment begon hij met vragen en is daar nooit
meer mee gestopt! Eerst was het de letters: op dozen, posters, enz. Dan
was het rekenen. Dan allerhande weetvragen. Op de duur werd dat zo veel,
dat we het gevoel hadden dat we hem niet konden bijhouden.”
- “R. (4 jaar): ‘Mama, oma is al oud hé, die gaat
vlug sterven. Ik ga een lift maken, dan kan ze zo gemakkelijk naar de
hemel”
- “R. (4 jaar), zomer 2002, op vakantie in Spanje : ‘Hé
mama kijk, een eiland! Dat moet toch ergens aan vasthangen hé,
want anders zou het wegdrijven’. Met zand op het strand maken we
een heus eiland en doen er daarna water rond, en ja hoor het hangt vast
aan de aarde onderaan…
- ”R. (4,5 jaar), november 2002: we rijden langs een meer waar
je normaal kan bootje varen. ‘Mama waarom zijn al de bootjes weg?’
- Als het koud wordt en het vriest dan gaan de bootjes stuk . ‘Halen
ze dan ook alle vissen uit het water als het vriest, want dan gaan ze
ook dood!’ - Neen schat de vissen gaan niet meer boven zwemmen maar
heel diep op de bodem daar is het zo koud niet…”
- ”R (4,5 jaar) weet alles over de begrafenis nog voor dat we naar
Bompa’s begrafenis gingen en hij reageert hier goed op. ‘Zegt
wel de volgende week: ‘Mama, in Luxemburg wonen niet veel mensen
hé, die hebben maar een kleine hemel. Wij hebben een Vlaamse hemel,
de fransen hebben een Franse hemel’ enz…”
- “Voor het inslapen zegt G. soms plots nog iets diepzinnigs. Er
blijft altijd iemand bij hem tot hij inslaapt. Soms denk je dat hij slaapt,
maardan gaan plots zijn ogen open en zegt hij nog iets.
Ooit zei hij zo: ‘Per ongeluk is gebeuren, vrijwillig is doen!’
Soms is het een berekening ‘9 maal 9 is 81!’
Onlangs was het een ganse redenering, en de moeite om op te schrijven...
G: ‘Het hoofd van grote mensen staat lager dan dat van kindjes’
Ik: ‘Hmmf ?!? Waarom ???’
F: "Wel, de benen van grote mensen zijn meer dan tweemaal zo lang
als de benen van kindjes. Maar grote mensen zijn niet twee keer zo groot
als kindjes. Dus staat het hoofd van grote mensen lager in vergelijking
met kindjes!’ “
- “R is 4 jaar : ’Mama waarom heb ik zulke harde benen in
mijn lijf?’ - Ja mijn jongen, we hebben die nodig, want als je er
geen zou hebben, dan zouden we slappe hoopjes zijn. Die benen houden ons
recht geven ons vorm… Met de nodige cd-rom “De mens interactief”
worden zijn vragenhonger even gestild
|