Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Ervaringsverhalen
Versneld in de basisschool
Jonger in secundair
De "juiste" school
Oma vertelt
Geslaagde schoolwissel
Een school die meedenkt
Wonderkinderen
Als het schoolteam
je kind maar steunt
Meerdere versnellingen, met succes, is mogelijk!
Alles ...
voor een gelukkig kind
Gebruiksaanwijzing T.
Een positief verhaal
Een Nederlandse ervaring
...
...
...
 
 
 
 
 
Schoolwissel, kind gelukkig

een verhaal verteld door de ouders, juni 2004

Inleiding

Onze oudste zoon is pas 6 jaar geworden. Hij loopt doorgaans vrolijk en goedgezind rond. We kunnen stellen dat hij een gelukkige jongen is.
Maar dat is ooit anders geweest. En het enige dat daarvoor nodig was, was een school…

Van peuter naar kleuter

Vanaf zijn geboorte tot hij 2 jaar en 8 maanden was, was onze zoon een aandoenlijk, altijd goed gemutst, peutertje. Hij had een duidelijke voorsprong op zijn leeftijdsgenoten met als gevolg dat hij direct al een hele uitgebreide woordenschat meenam naar school.

De juf die instond voor de opvang van die allerkleinsten was een heel aangenaam moederfiguur waarbij iedere peuter zich wel goed moet voelen. Zo ook de onze. Het probleem was dat zij slechts een parttime job had.

De andere parttime werd opgevuld door de juf van de eerste kleuterklas, iemand die de middelmaat als norm hanteerde en iedereen die buiten de middelmaat viel tot voorwerp van spot maakte. Kinderen die achter waren op hun leeftijd, of vóór, werden bespot en gekraakt. Wij hebben dat op dat ogenblik eigenlijk nooit geweten. Pas later (onze zoon kreeg haar uiteindelijk iets meer dan een half jaar in de zogenaamde peuterklas te verduren en dan nog eens een vol schooljaar in de eerste kleuterklas) kregen wij dit van veel andere mensen te horen. Vaak waren dat mensen die het zelf hadden ondervonden en die er wakker van gelegen hadden, of wiens kinderen thuis hallucinante verhalen waren komen vertellen. De gruwelijke manier waarop die kleine kleuters gekraakt werden, doet hier niet ter zake. Wat belangrijk is in het licht van dit verhaal is het uiteindelijke resultaat.

Tijdens dit eerste half jaar waarin onze zoon in de peuterklas zat, traden geen noemenswaardige problemen op, althans geen zichtbare. Onze zoon vertelde eigenlijk nooit iets over school en we kregen weinig respons wanneer we zelf vragen stelden. Er was ons echter verteld dat dit normaal was en dat veel peuters maandenlang niks vertelden thuis omdat ze nog moesten wennen aan dit totaal nieuwe leven, dus wij stelden ons weinig vragen. Natuurlijk, toen hij nog steeds niets noemenswaardigs was komen vertellen op het einde van dit eerste schooljaar, vroegen we ons toch af of het geen tijd werd om het wat aandachtiger in het oog te gaan houden. Tijdens de grote vakantie hoefde dat niet echt natuurlijk. Pas in de loop van het volgende schooljaar (eerste kleuterklas) zijn we ons dan ook gaan afvragen wat er aan het gebeuren was. Ons kind had die voorsprong op zijn leeftijdsgenoten, iets dat thuis erg opviel, maar iets dat op school blijkbaar helemaal niet opviel. Integendeel zelfs, men liet ons tijdens oudercontacten toch wel verstaan dat hij eerder thuishoorde in de groep van de zwakke middelmaten.

De eerste tekenen

Wat er op school gebeurt, zie je doorgaans niet. Het is maar pas als je thuis veranderingen begint te zien, dat je je echt vragen gaat stellen. Maar wanneer je thuis iets begint te zien, is er al een heel proces voorbij en zijn er vaak wonden geslagen die slechts met heel veel moeite en geduld te helen zijn. Alhoewel… het kan ook wonderbaarlijk snel gaan. Als je maar weet welk zalfje je moet smeren. Maar dat is vooruitlopen op de zaak. We zaten met een kind dat thuis lastig begon te worden. De sprankelende lach en immer blinkende oogjes waren verdwenen. Ineens was het weg, merkten we, maar het was in feite allemaal zo geleidelijk gegaan dat we het niet zien gebeuren hadden. In de plaats daarvan was gekomen: een kind dat terug in zijn broek plaste overdag, een kind dat ’s morgens letterlijk naar school gesleurd moest worden, een kind dat bij het minste begon te wenen, een kind dat heel gesloten werd, en een kind dat eerder verworven vaardigheden op zijn zachtst gezegd niet verder meer ontwikkelde.
Wij kenden het aanbod van de eerste kleuterklas en wisten dat onze zoon niet uitgedaagd zou worden, maar wij waren nog zo naïef om te geloven dat de juf in kwestie hierop zou inspelen. Wisten wij veel! Het was ons eerste kind en wij hadden hier geen ervaring mee.

Een oplossing in de maak?

De oplossing leek echter op een dienblad te worden aangereikt: de klas was te groot en vanaf Pasen zouden een vijftal kleuters vervroegd naar de tweede kleuterklas mogen gaan. Niet met de bedoeling om daarna versneld naar de derde kleuterklas te gaan echter, het was niet meer dan een tijdelijke maatregel om de veel te grote eerste kleuterklas wat te ontlasten. Maar ons leek het een ideale oplossing want onze zoon kon meeprofiteren van het verhoogde niveau.

De tegenslagen...

Tegenslag nummer één: onze zoon was niet bij de vijf kinderen die mochten overgaan. In plaats van te kijken naar wie sterk genoeg was om te kunnen overgaan, had men naar de leeftijden gekeken, met de bedoeling de vijf oudsten te laten overgaan. Onze zoon bleek nummer zes te zijn. Dit hebben we niet laten gebeuren en voor het eerst stapten we naar de school. Met succes, er mochten zes kinderen overgaan.
Tegenslag nummer twee: er veranderde helemaal niks. Onze zoon bleef somber. Het enige lichtpuntje was de nieuwe juf, bij wie hij zich iets beter scheen te voelen. Op het einde van het schooljaar bleek uit het oudercontact echter dat de juf helemaal geen moeite had gedaan om die zes kinderen te integreren. Ze had ze een heel trimester lang op verlaagd niveau beziggehouden, apart van de echte tweede kleuterklas! Niet bepaald wat wij in gedachten hadden gehad.
Tegenslag nummer drie: tijdens datzelfde oudercontact lag de nadruk heel erg op de vaardigheden die de kinderen niet of slecht beheersten, of op mindere karaktereigenschappen. De juf kon niet ontkennen dat onze zoon heel veel wist, en een heel goede woordenschat had, maar ze ging hier snel aan voorbij en toonde naar onze mening niet zonder trots haar blad waarop in het rood kenmerken zoals ‘agressief’, ‘asociaal’, ‘motorisch zwak’ stonden aangeduid.

De rust van de vakantie

Tijdens de grote vakantie, net vier geworden, ging het iets beter en onze zoon maakte af en toe een ontwikkelingssprongetje. Hij schreef totaal onverwachts een paar woorden op een blad en toonde ons op die manier wat hij zichzelf eigen had gemaakt.

Hoop op verbetering

In september dan naar de tweede kleuterklas. We hoopten op verbetering, want dit keer zou het niveau in de klas wel iets hoger liggen, dachten we. Dat was natuurlijk wel zo, maar voor een hoogbegaafd kind (de diagnose was toen nog niet gesteld alhoewel wij die als ouders voor onszelf al wel voorzichtigjes gesteld hadden) ligt dat niveau natuurlijk nog altijd véél te laag. Omdat ons kind alleen maar depressiever werd en zijn gedrag zienderogen verslechterde, besloten we dat het tijd werd om echt naar school te stappen met de bedoeling hen van een aantal dingen te overtuigen. Dat we min of meer het deksel tegen de neus kregen, verbaasde ons toen al niet meer. Ons vertrouwen in de school was al niet veel meer waard maar omwille van een aantal praktische redenen moesten we het voorlopig wel blijven proberen met die school.

Een IQ test... en een les geleerd: laat je kind daar testen waar men er iets van kent!

We stemden in met een IQ test, afgenomen door iemand van het CLB. We wisten wel dat de school ons vooral wilde bewijzen dat wij als ouders aan het overdrijven waren en dat we moesten leren inzien dat ons kind niet zo goed mee kon in de klas, maar wij dachten dat de school haar mening zou moeten herzien nadat de IQ test zou zijn afgenomen. De resultaten zouden voor zichzelf spreken. Fout gedacht weer.
De persoon van het CLB was zo onervaren als maar kon zijn. Pas afgestudeerd, nog nooit een deftige IQ test afgenomen, geen benul van hoe je een kind op zijn gemak stelt, enz… Toch was de test nog redelijk te noemen. Onze zoon haalde op het verbale vlak een IQ boven de 130. Op performaal vlak scoorde hij gemiddeld. Het totale IQ dat hieruit afgeleid werd, kwam bijgevolg onder de 130 te liggen. De conclusies van CLB en school waren eensluidend, en allebei even simplistisch: geen 130, dus niet hoogbegaafd, dus de ouders overdrijven, en de school hoeft bijgevolg niks te doen.
Voor ons lag het zo simpel niet: ons kind was gefrustreerd en depressief en het ging nog altijd in dalende lijn, dus de school moest wel degelijk iets doen. Of onze zoon al of niet hoogbegaafd was deed voor ons niet eens iets terzake.

CBO

We hebben kort daarop contact opgenomen met het CBO en zijn ter plekke geweest voor een verkenningsgesprek. Op basis van wat wij vertelden, en op basis van het verslag van de IQ test, stelden zij een heel andere diagnose. Zij twijfelden niet aan de hoogbegaafdheid van onze zoon, maar eerder aan de correctheid van het resultaat van de IQ test als gevolg van onderpresteren door faalangst. Voor ons was het een opluchting eens niet voor gek verklaard te worden. Tot nu toe was het alleen maar vechten geweest tegen de negatieve publieke opinie van de omgeving.
Tessa Kieboom van het CBO is op school geweest, en na afloop van het gesprek was haar conclusie: deze school is hopeloos. Er werden wel concrete tips gegeven over hoe onze zoon aan te pakken in de hoop dat ze toch zouden opgevolgd worden, er werd gevraagd om de schoolrijpheidstest (einde derde kleuterklas) een jaar vervroegd af te nemen, en er werd een nieuwe afspraak gemaakt met het CBO: op het einde van het schooljaar zouden we terug samen rond de tafel gaan zitten.
Die laatste afspraak is er nooit gekomen, toch niet met de school. Naarmate het schooljaar vorderde, verliep het contact met de school stroever en stroever. Er werd helemaal niets voor onze zoon gedaan en nu bleken niet alleen de ouders te overdrijven volgens de school. Ook het CBO overdreef en kon best genegeerd worden volgens de school.

Wij ondernemen verdere actie

Onze zoon zelf maakte helemaal geen progressie meer. De enkele woorden die hij zichzelf in de grote vakantie had leren schrijven, schreef hij uiteindelijk ook al niet meer. Het enthousiasme voor cijfers en letters was volledig verdwenen en hij weigerde nieuwe dingen te proberen. Hij was in feite enkel nog maar geboeid door alles wat met dino’s te maken had.
Omdat wij dit niet langer meer konden aanzien, besloten wij na heel veel aarzelen en afwegen van voors en tegens onze zoon toch van school te halen en op zoek te gaan naar een andere school. Het gesprek met het CBO hebben wij laten doorgaan zonder de school, en de aard van het gesprek was nagaan waar we best op letten in onze zoektocht naar een nieuwe school. Daarnaast raadde het CBO ons ook aan een kinesist aan te spreken en onze zoon te laten testen op motorisch vlak, omdat motorische achterstand mogelijk een rol zou kunnen spelen bij het gedrag van onze zoon: de handen doen niet wat het hoofd wil met faalangst en ontwijkingsgedrag als gevolg. Dat bleek ook uit de schoolrijpheidstest die op alle vlakken zeer goed was, behalve het motorische.

Gezocht: een school die bij ons kind past

De grote vakantie werd goed benut. We bezochten scholen en praatten met directies en leerkrachten en stelden duidelijke vragen waaruit bleek waar we naar op zoek waren en wat de problemen waren. Dat is een zeer moeilijke opdracht gebleken want het ondoordachte subsidiebeleid van onze overheden maakt dat scholen verplicht worden zoveel mogelijk leerlingen aan te trekken (en je dus alles beloven wat je maar wil) en vervolgens slechts de middelen hebben om hen voorgebakken eenheidsworst aan te bieden (en dus niks waarmaken van wat ze hebben beloofd).
Uiteindelijk vonden we toch een school waarvan we dachten dat onze zoon er gelukkig zou zijn. We maakten de afspraak dat er niks concreets zou gebeuren in eerste instantie. Hem gewoon laten wennen aan al het nieuwe was prioritair, en na een paar maanden zouden we dan bekijken hoe hij evolueerde en wat de noden waren, samen met het CBO.
In diezelfde grote vakantie werd ook de motoriek getest en bleek inderdaad dat kiné noodzakelijk was. De kinesist stelde voor om al in augustus te starten met de Hendrickxmethode en beloofde ons binnen een paar weken reeds een ander kind.

1 september: voor de leeuwen gegooid - met succes

Op 1 september, ’s morgens geen taferelen. Ons kind liet zich gewillig aankleden en ging zonder mopperen naar school. Hij wandelde door de schoolpoort en mengde zich tussen de andere kinderen zonder nog één keer om te kijken. Nochtans waren al deze kinderen vreemden voor hem.
De metamorfose kwam niet geleidelijk zoals wij dachten. Neen, bijna kunnen we zeggen dat we op 1 september ’s morgens een kind afleverden aan de schoolpoort en reeds ’s avonds een ander kind mee naar huis kregen. Het is overdreven, maar het scheelt niet veel. Binnen de twee weken na de schoolverandering (en mede ook dankzij de kiné), waren de veranderingen bij ons kind al opmerkelijk. Hij probeerde weer nieuwe dingen uit, ging zich weer interesseren voor van alles en nog wat, begon weer te lachen en grapjes te maken, en pikte alle vaardigheden weer op waar hij ze een jaar eerder had laten liggen, alsof er helemaal geen jaar tussen had gezeten. In oktober las hij vlot losse woorden, tegen de kerstvakantie las hij zinnen en nu, op het einde van het schooljaar derde kleuterklas, kan hij zich zonder problemen meten met de beste lezers uit het derde leerjaar. Ook op andere vlakken (schrijven, rekenen, motoriek, …) is hij die sprongen gaan maken. En als je bekijkt wat we uiteindelijk hebben gedaan voor ons kind, is dat maar heel weinig. We hebben niet aangedrongen op speciale aandacht. We hebben niet aangedrongen op zorgverbreding in de klas. We hebben onze zoon geen van al die vaardigheden zelf aangeleerd of opgedrongen (een beschuldiging die wij overigens maar al te vaak te horen krijgen). Het enige dat we gedaan hebben is een school gezocht die onze zoon wilde aanvaarden zoals hij is en die tóeliet dat hij zich ontplooide volgens zijn eigen manier en snelheid.

En het uiteindelijke resultaat is dat wij een schooljaar later een gelukkig kind rondlopen hebben. Een kind dat weer lacht als tevoren, dat ons plaagt, dat nieuwsgierig is, dat graag leeft en waarvan we ons nu samen met de school afvragen wat hij in godsnaam in het eerste leerjaar moet gaan zitten doen.


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be