|
|
lesgevers, leg de basis
in de klas! |
Bent (helpt)
u de leer-kracht van ons kind?
Al te vaak horen we van zorgleerkrachten of andere gangmakers in scholen
van een beleid naar hoogbegaafde leerlingen toe, dat zij "alleen
staan", dat "collega's hun initiatieven niet echt steunen",
dat "de kangoeroeklas niet ernstig wordt genomen", enz, enz.
Los van de vraag of dit nu de verantwoordelijk is van de klasleerkrachten
dan wel van de beleidsmakers van de school die er niet in zijn geslaagd
alle neuzen in één richting te krijgen, willen wij ons hier
naar de klasleerkrachten richten, en hen een hart onder de riem steken
om onze kinderen te helpen openbloeien.
Want u hebt als klasleerkracht een grote invloed op ons kind, dat u
beschouwt als een halve god(in). U bent het die dit kind kan optillen
of integendeel neerduwen.
Voelt u de last op uw schouders? Mooi zo!
Dan bent u wellicht blij dat ouders maar al te graag die last helpen
dragen...
Makkelijk gevraagd, dat "geef onze kinderen kansen hun potentieel
om te zetten in prestaties", maar hoe begin je er aan?
Hoe begin je nu aan het lesgeven aan zo'n kind dat op sommige vlakken
erg "gewoontjes" en zelfs niet zo bijster "slim" lijkt,
maar dat op andere momenten de opbouw van je les in de war stuurt door
het antwoord op de vraag die je wilde stellen bij puntje tien van de les,
al te geven bij puntje twee?
Hoe ga je om met ouders die je een kind komen beschrijven dat niet in
je klas zit, want jij ziet een heel ander kind elke dag?
Enkele tips:
- Onderschat onze kinderen niet.
Het lijkt simpel, maar dat is het niet.
Wij ouders staan ook vaak versteld, dat die vijfjarige die niet eens zelf
zijn veters kan strikken toch al vierkantswortels trekt.
En wat te zeggen van dat lieve meisje dat wel eindeloos lijkt te willen
spelen in de poppenhoek (komt het dat thuis te kort met "pushende"
ouders , vraag je jezelf misschien af?), dat niet wil ingaan op het
aanbod van uitdagende werkblaadjes (die je in de klas legde omwille van
de lieve vrede met de ouders die hun kind blijkbaar willen laten "werken"
in de tweede kleuterklas), maar dat thuis gaat klagen dat ze "niet
genoeg leert"?
- Veroordeel de ouders niet
Hoe ga je om met die "lastige" ouders, die hun kind
helemaal anders zien dan jij? Pssst... een tip. Het helpt, met ouders
eens te overlopen waar de interesses van een kind liggen, waar het sterk
in is, en waar niet. Het helpt naar ouders te luisteren in de plaats van
hen meteen te veroordelen. Ouders zijn er heus niet op uit hun kind ongelukkig
te maken. De meeste ouders weten bést maat te houden in hoe ver
een kind te stimuleren, het zijn immers even redelijke mensen als jij....en
ze kennen hun kind vaak het beste. Probeer maar eens, die lastige ouders
zouden wel eens handige helpers kunnen worden, zij weten uit ervaring
wat bij hun kind wel of niet aanslaat!
- Doe aan pre-testen
Het heeft geen zin iets te moeten "leren" dat je al kent. Geen
enkele volwassene die al kan schrijven, gaan opnieuw schrijfles volgen.
Geen enkele volwassene die al kan optellen, gaat les volgen om op te tellen.
Klinkt als een waarheid als een koe, en toch... Sommige van onze kinderen
maken het elke dag mee.
Er bestaat nochthans een simpele remedie, die al vaak bewezen
heeft te werken: test regelmatig of hoogbegaafde kinderen de leerstof
die je gaat introduceren (gedeeltelijk) al beheersen. Is dat zo, geef
dan de leerstof gecompacteerd of geef vervangende leerstof en verrijking.
Stel hierover handelingsplannen op samen met de zorgcoördinator.
- Compacteer en verrijk, in de plaats van "meer van hetzelfde"
te geven.
Goedbedoelend geven leerkrachten, zoals voorzien in veel methodes, extra
oefeningen aan sterkere leerlingen. Na de instructie gaat het dan van:
"Oefening A is voor iedereen, oefening B kan je maken als je snel
klaar bent, en Jana, Lore en Hans maken ook oefening C". Balen doen
onze kinderen ervan, altijd die extra oefeningen die enkel maar in naam
"uitdagend" zijn, maar in feite meer van hetzelfde. Terwijl
de medeleerlingen alvast aan hun knutselwerkje beginnen, zitten zij de
zoveelste "zelfde" oefening af te werken...
Beter? Schrap alle oefeningen waarvan je weet dat een hoogbegaafde ze
op zijn/haar sokken kan oplossen. Geef eventueel nog de B of C oefeningen
als je wilt controleren of de manier van werken van de methode begepen
is. En vervang de inoefening zo mogelijk door materiaaldat
creatief denken om een oplossing te vinden veronderstelt, dat divergent
denken stimuleert.
- Wees de coördinator ipv enkel het meewerkend (of erger,
lijdend) voorwerp.
Overleg met ouders in de eerste plaats, en ook met andere mensen
die de hoogbegaafden buiten de klas begeleiden. Informeer jezelf over
wat er wordt aangeboden aan "jouw" leerling. Spreek af of bepaalde
zaken kunnen teruggekoppeld worden naar de klas, en of de leerstof in
de klas kan verrijkt worden met een extra aanbod. Op deze manier heb je
zicht op wat de leerling in een week allemaal uitspookt op school, en
ben jij degene die het onderwijs aan de leerling blijft coördineren,
als "de" leerkracht van die leerling en partner/aanspreekpunt
voor de ouders. Je vermijdt op deze manier ook dat de leerling jouw klas
als "erbij te nemen" beschouwt, en de rest van het aanbod als
de grote motivator om naar school te gaan. Dit komt het welbevinden van
de leerling in je klas ten goede, en zal hem/haar tot een meer aangenaam
lid van de klas maken.
- Leg uit, laat ze helpen af en toe, maar hou
uw rol van eindeverantwoordelijke
Het beste bij onze kinderen werkt: een beroep doen op hun redelijkheid
en medewerking in hun leerproces. Zij staan cognitief sterk, en kunnen
vaak al heel jong goed redeneren, zelfs op het filosofische af.
Zij nemen vaak zelf het heft in handen, kunnen veel verantwoordelijkheid
aan. Zelfsturing is hen vaak niet vreemd.
Gebruik deze capaciteiten in uw relatie met hen. Dat voorkomt veel wederzijds
onbegrip.
Opgepast! Let er wel op onze kinderen niet te gebruiken
als vaste hulpje, partner,of mede-lesgever. Zij blijven kinderen die uw
(bege)leiding, bescherming en zorg nodig hebben, en kunnen de zorg voor
medeleerlingen die bv wat zwakker staan NIET (ook niet gedeeltelijk) van
u overnemen. Ze zijn dus NIET uw assistentjes! Hoewel ze uiteraard wél
eens een ander kind kunnen helpen, in dezelfde mate dat ELK kind wel eens
een ander kind helpt. Maar laat ze asjeblieft ook zelf dingen leren, en
laat hen ook eens samenwerken met andere sterke leerlingen!
- Werk met humor.
Onze kinderen zijn vaak veeleisend, niet in het minste omdat ze voor zichzelf
de lat hoog leggen. met wat humor is dit best te verdragen. Je zult merken
dat onze kinderen jouw humor best kunnen smaken, zij zijn op dat vlak
vaak ver vooruit op hun leeftijdsgenoten.
- Wees een aanvaardende leerkracht
Als u ons kind als een vreemd wezen, als een lastige leerling, als een
niet "kosjer" of "raar" kind beschouwt, weten onze
kinderen dat al snel, ze lijken soms wel een extra zintuig te hebben voor
het scannen van de afkeuring van volwassenen. Het is niet goed voor hun
zelfbeeld dat zij weten dat er volwassenen zijn die hun gaven niet positief
vinden: zij hebben behoefte aan steunende, aanvaardende volwassenen, want
ze hebben zelf ook wel door dat ze "ander" zijn, en dat besef
vergt reeds een heel verwerkingsproces (want is "anders" wel
aanvaard in onze maatschappij???).
Wat erger is: medeleerlingen weten verduiveld snel wat de juf of meester
van "de rare" denkt. En dat geeft hen vrij spel voor pesten,
uitsluiten, "niet normaal" vinden en niet aanvaarden van de
eigenheid van onze kinderen.
Is het in deze situatie raar dat de haren van sommige ouders ten berge
rijzen als zo'n niet-aanvaardende leerkracht zegt dat hun kind "niet
sociaal vaardig" is, omdat andere kinderen het niet echt in hun hart
sluiten, mét, wat zij denken, de stilzwijgende toestemming van
die leerkracht die X "toch ook een raar kind" vindt? Enkele
overpeinzingen over dit onderwerp vindt u op deze
pagina.
|
|