Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Testen
Waarom testen
Wanneer testen
Waar testen
Voorbereiding op testen
Soorten testen
Testresultaat
Wat zegt een IQ cijfer eigenlijk (en wat niet)
HB en wat nu?
Literatuur rond testen
Links rond testen
Van vermoeden tot test
Schoolrijpheid testen
Verbaal-Performaal?
V-P door een ZOCO
 
Schoolrijpheidstesten

Wat?

We hebben er allemaal mee te maken: op school worden er in de kleuterklas schoolrijpheidstesten afgenomen. Wat wordt er getest, en wat zegt het resultaat eigenlijk over je kind?

Hoe worden deze testen aangebracht, moet je er thuis voor "oefenen", wie neemt deze testen af, en in welke omstandigheden.

Enne...Wat als je hoogbegaafd kind "niet schoolrijp" wordt geacht?

Over dit soort vragen gaat deze pagina. Ze is samengesteld op basis van verhalen van ouders, informatie her en der gevonden op websites van scholen, documenten die aan ouders ter beschikking werden gesteld,...

Vult u gerust even aan!

We hebben het hier voornamelijk over de Toeters test, de meest gebruikte schoolrijpheidstest in Vlaanderen (Voor Contrabas test, die wel eens als opvolgtest aan het eidnd van het jaar wordt afgenomen: zie onderaan)

Wat moet je kind volgens de school "kennen" voor de lagere school kan aangevat worden?

Een school verwacht van kinderen die in het eerste leerjaar terecht gaan komen één en ander:

De kleuters moeten voldoen aan de

  • schrijfvoorwaarden
  • leesvoorwaarden
  • rekenvoorwaarden

De kleuters moeten een mate aan

  • sociale vaardigheden en
  • zelfredzaamheid bezitten

Wat meten de toeters oefeningen (en wat niet)?

  • toeters oefeningen zijn een momentopname
  • ze meten alleszins NIET de intelligentie van een kind
  • ze hebben geen enkele voorspellende waarde naar de resultaten van het eerste leerjaar toe (dit wordt intussen bevestigd door wetenschappelijk onderzoek!)
  • met toeters tracht men te bepalen:
    • op welke opdrachtjes rond de schrijf, lees en rekenvoorwaarden kinderen uitvallen
    • hoe erg die uitval is
    • zodat een kind gericht kan geholpen worden door de kleuterjuf en het schoolteam/MDO team
  • het belangrijkste nut van toeters is dus dat de kleuterleidster het kind wat kan bijwerken tegen het moment het naar het eerste leerjaar gaat, op ndersteunende vaardigheden
  • indien er een te grote uitval wordt vastgesteld en die -ondanks remediëring (let goed op of de school er wel wat aan heeft gedaan!)- nog steeds zo is einde schooljaar, gebeurt het dat er een advies* wordt gegeven een kind de derde kleuterklas te laten overdoen, om het de gelegenheid te geven nog wat rijper te worden wat schoolse vaardigheden betreft, alvorens het eerste leerjaar aan te vatten. Intussen werd echter met wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat toeters geen voorspellende waarde hebben naar slaagkansen in de lagere school....
  • de Toeters en Kontrabas meten dus slechts enkele ondersteunende vaardigheden. Het is in geen geval een beslissingsinstrument maar slechts een risico-indicatie voor dergelijke voorbereidende vaardigeden
  • de resultaten worden - als alles verloopt zoals het hoort- samen gelegd met indruk van de ouders, de kleuterleid(st)er en eventuele andere informatie (observaties, testdiagnostiek, …)
  • het gebruik van de Toeters en de Kontrabas past in een breder aanpak en staat niet op zich.

    *Het gaat om een advies: ouders hebben de laatste stem in de beslissing of een kind op leeftijd of later aan de lagere school begint.

Asynchrone ontwikkeling bij hb kinderen: het resultaat op toeters is wel eens sterk wisselend...

Voor kinderen met een asynchrone ontwikkeling, zeker als het grote uitschieters naar boven betreft qua vaardigheden zoals wel eens bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong het geval is, is het soms (niet altijd, dit is individueel te bekijken, je kan ook uitdaging geven in de kleuterklas uiteraard) aangeraden om toch aan dat eerste leerjaar te beginnen ondanks kennelijke "tekorten" op de toeters.

Niet zelden gaat het dan over kinderen waarvoor deskundigen een vervroegde instap in de lagere school aanraden. Twee belangrijke ergumenten spelen dan. Ten eerste de sterke kanten van zulk een kind. Bijvoorbeeld: het kan al goed lezen en/of rekenen, en geeft blijk van een groot leervermogen. Op de tweede plaats is er de psychische situatie van het kind: het verveelt zich, wordt neerslachtig in de kleuterklas, krijgt psychosomatische klachten,....

Je moet vermijden dat kinderen die sterk staan in een aantal deelgebieden, tegengehouden worden omwille van één zwak punt (vaak is dat de schrijfmotoriek), want dit leidt niet zelden tot demotivatie. Tegelijk is het van groot belang ondersteuning te bieden aan de zwakke kanten (bv de schrijfvoorwaarden zijn nog niet vervuld: kinderen kunnen toegelaten worden tijdelijk drukletters te blijven schrijven, of krijgen extra oefening). Voor zulke kinderen is het even noodzakelijk handelingsplannen op te stellen als voor kinderen die opvallend zwak zijn, waarbij er een goed evenwicht dient gezocht te worden tussen het ondersteunen van de zwakke kanten en ingaan op de nood aan uitdaging.

Onderdelen van de toeters

Een toeters test bestaat uit 4 onderdelen, waarvan wordt verwacht dat de kleuter voldoende vaardigheden heeft, voor hij/zij naar de lagere school kan gaan.

  • een visueel gedeelte
  • een auditief gedeelte
  • raamfiguren
  • rekenen

Verder wordt er ook gelet (niet gescoord) op schrijfmotroriek, pengreep, algemenen werkhouding.

Visueel

= alles wat met ZIEN te maken heeft.
In dit onderdeel zitten een aantal leesvoorbereidende oefeningen.

Er wordt gekeken naar:

  • geheugen
  • zien
  • synthese
  • discriminatie

Ziet een kind onvoldoende dan kan het niet tot lezen komen. Om te leren lezen moet het kind kleine verschillen leren zien, bvb. verschil tussen b-d-p; ie-ei; o-a ,...
Ook de richting is heel belangrijk om te leren lezen én schrijven.
Een kind moet ook leren te onthouden.  Als een kindde letters niet kan onthouden, kan het ook niet leren lezen bvb. A L S = als --> en niet sla of las.

Inoefening: Kleuterjuffen en - meesters oefenen aan de hand van tekeningen het leren ontdekken van kleine verschillen. Ook het geheugen wordt zo geoefend.

Auditief

= alles wat met het GEHOOR te maken heeft.
Hier zijn vooral woordstukjes en rijmen belangrijk.

Bij woordstukjes moeten de kinderen een woord in verschillende stukjes kunnen splitsen om ze nadien aan elkaar te kunnen plakken.

Inoefening: Mevrouw Kangoeroe is soms een goede hulp voor de kleuterjuf of - meester. Zij springt bij elk woordstukje een keertje (de juf doet voor: de kinderen doen na). Wat ook vaak wordt gebruikt is de klap-techniek: de kleuterjuf of - meester zegt een woord, en klapt bij elke lettergreep in de handen. De kinderen doen dit na. Na enige oefening kunnen de kinderen dit ook zonder de ondersteuning van mevrouw kangoeoe of de klappende handen.

Kunnen rijmen wordt beschouwd als één van de belangrijkste leesvoorwaarden.  Dit kan, indien een kind dit niet spontaan kan, geleerd worden door veel te oefenen.
Lezen is spelen met letters en woorden.  Rijmen is dit ook.
Het rijmen op zich is belangrijk, niet zozeer dat het bestaande woorden zijn.

Raamfiguren


= heel correct natekenen van een figuur.
Deze opdracht zegt iets over de fijne motoriek en de ruimtelijke structuratie.  Er zijn oefeningen beschikbaar voor links- en rechtshandigen.

De aanwezigheid van een goede oog-hand-coördinatie die nodig is om te schrijven (eerst kijken dan schrijven) wordt nagegaan evenals de schrijfrichting: van links --> rechts.  Deze oefening wordt heel streng verbeterd.

Rekenen

De kleuters moeten een hoeveelheid tot 10 kunnen aanduiden.
Er wordt gekeken of begrippen zoals hoogste, langste, kleinste, grootste, meer, minder, eentje meer,... gekend zijn.

Het onderdeel “conservatie” is de enige subtest die iets zegt over schoolrijpheid.
De grote vraag is “Laten kleuters zich (niet) misleiden ?
Is dit niet het geval dan zijn ze in hun groei naar schoolrijpheid reeds ver gevorderd.  Zoja, dan hebben ze nog een weg af te leggen, maar ze hebben nog alle tijd.

Schrijfmotoriek

Op dit onderdeel staan geen scores.
De testafnemers observeren enkele vaardigheden voor een goede schrijf- en werkhouding:
       - fijne motoriek
       - schrijfrichting
       - links- of rechtshandig
       - tempo
       - oog-handcoördinatie
       - emotioneel: volhouden? nauwkeurigheid?

Je kind "klaarstomen"?

Een citaat van een directrice van een school: "Elk jaar opnieuw ervaar ik dat ouders, waarschijnlijk met de beste bedoelingen, hun kinderen klaarstomen voor de Toeters.  Hiervoor worden de verschillende opdrachtjes thuis verschillende malen ingeoefend.
Maar, beste ouder(s), hiermee helpje je kind niet.  Integendeel.  U krijgt een vertekend beeld van de vaardigheden van uw kind. Wees verstandig en bereid je kind niet voor. "

Intussen blijkt uit onderzoek dat resultaten op toeters geen voorspellende waarde hebben voor slaagkansen in het eerste eerjaar, dus maak je hierover niet te druk...


 


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be