Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Titeldeel
Creativiteit
Energie
Fantasie
Hobby's
Intense reacties
Rust
Sociaal
Sterke gevoelswereld
Thuis leren
Vragen stellen
Filosoferen aan de keukentafel
Vertrouwen krijgen en geven
   
   
   
   
 
 
 
 
Sociale contacten: vaak oudere kinderen en volwassenen

Hoogbegaafde kinderen hebben het niet altijd gemakkelijk om binnen hun eigen leeftijdsgroep kinderen te vinden die hun interesses delen en zich op een zelfde ontwikkelingsniveau bevinden, vandaar dat ze vaak aansluiting zoeken bij oudere kinderen of een volwassene boven een leeftijdsgenoot te verkiezen om mee te converseren.
Hoogbegaafde kinderen nemen vriendschap doorgaans ook zeer ernstig, ze verwachten een sterk engagement van degenen die zij als vrienden beschouwen en kunnen erg teleurgesteld en gekwetst zijn wanneer de hoge verwachtingen die ze van vrienden hebben in werkelijkheid niet ingelost worden.

De anekdotes

  • Vandaag toen ik K.(bijna 8) en M.(3) van school ging halen kwam E.(3)hollend naar K. toe. Hijgend van het lopen
    vroeg ze "K., kan jij me zeggen waar de zomer naartoe is?" ;)
    K. snapte het plaatje nogal snel, ik had hem immers vorige week verteld dat E.aan haar mama had gevraagd waar de zomer naartoe was als het herfst werd en die mama had niet onmiddelijk een uitleg kunnen geven die E. begreep. Hij ging haar dat wel eens uitleggen.... Onmiddelijk werd z'n schooltas opengedaan, K. wou
    er immers pen en papier bij. E. stond met grote ogen aandachtig te kijken.
    K. tekende de aarde, de zon en de ovaalvormige beweging die de aarde rond de zon maakt en deed z'n uitleg. "Heb je het begrepen Eline?" "Ja hoor, bedankt!" Voor alle zekerheid deed K. nog een testje in de aard van "Als de aarde hier staat, welk seizoen is het dan?" en tot z'n grote tevredenheid had E. het helemaal gesnopen.
    Ik vond het fantastisch. Tussen alle drukte aan de schoolpoort stonden die 2 op dat blaadje papier te kijken...zich niets aantrekkend van de verbaasde gezichten van ouders en kinderen rondom hen.
    K. zei nadien dat E. best nog eens mocht komen "spelen" bij ons thuis, dan ging hij haar z'n boek over de planeten/vulkanen/ dino's tonen, dat zou ze vast ook leuk vinden!
    K. zal 8 worden en E. is pas 3 geweest afgelopen december (net als M.) maar het zijn echt "maatjes". Ze stoort zich niet aan z'n drukte, z'n springen en huppelen, hij is immers een slimme lieve jongen ;)
    En K. kan maar niet snappen dat M. even oud is als E. en totaal geen intresse toont voor zo'n dingen....
  • “B. kan ook zo zeuren over een gebrek aan vrienden. Na enige observatie heb ik gemerkt dat hij vooral gelijkgestemden mist. Zijn klasgenootjes, dat gaat wel, maar zij hebben géén of weinig interesse in zijn interesses.”
  • “ N. is wat serieuzer van aard en heeft andere gedachten over humor dan zijn leeftijdsgenoten. Wat hij grappig vindt, begrijpen veel leeftijdsgenoten nog niet, en wat zijn leeftijdsgenoten grappig vinden, vindt hij ofwel flauw, of ziet hij aan als pesten. Hij kan dat nog niet relativeren, dus wordt hij kwaad, maar typisch voor kinderen: als iemand kwaad wordt, gaan ze nog een stapje verder. Hij compenseert zelf wel wat door met oudere kinderen op te trekken, maar zelfs dat is niet altijd voldoende. Die oudere kinderen zeggen soms evengoed nog 'driede' in plaats van 'derde' en als N. hen dan verbetert, zeggen die kinderen dat hij een snotneus is, zo van die dingen. En dat trekt hij zich dan weer aan in plaats van dat aan zich te laten voorbijgaan. We proberen hem te leren relativeren door hem uit te leggen waarom zelfs oudere kinderen zo van die dingen zeggen, maar hoogbegaafd of niet, zoiets is gewoon heel moeilijk te vatten voor die kleintjes.”
  • “ O. kwam gisteren van een verjaardagsfeestje met o.a. de mededeling dat ze nu eindelijk doorhad wie haar vriendin kon worden. elementen in haar betoog hiervoor : 1. K. denkt ook na over leven na de dood, we denken allebei dat er iets is na de dood, wat dat weten we niet, maar iets gaat altijd over in een andere iets..... 2. Wij vinden mensen dom, dieren leven in de natuur en hebben alles wat ze
    nodig hebben. Mensen hebben veel meer en zijn meestal héél ongelukkig. 3. Meedoen met de mode vinden we allebei dom. Wij willen geen merkkleding dragen.”
  • ” Ik denk dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd meer en beter kunnen benoemen wat er in hun hoofd en hart omgaat. Het herkennen in een ander, het opmerken van gelijkenissen die verder gaan dan oppervlakkigheden ... ik denk dat jonge hoogbegaafden dat aanvoelen maar (nog) niet kunnen benoemen.”

© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be