|
|
Sterke gevoelens, (zelf)bewustzijn,
emoties, rechtvaardigheidsgevoel |
Hoogbegaafde kinderen zijn zich vaak sterk bewust
van hun omgeving en hebben al op jonge leeftijd een vorm van zelfbewustzijn
ontwikkeld.
Ze reageren vaak op een hevige en zeer emotionele manier
op prikkels en hebben daarbij vaak moeite om hun intense emoties te kanaliseren
en te verwerken.
Wanneer ze een - zelfs speels of oppervlakkig bedoelde - opmerking krijgen
van een ouder, vriendje of leerkracht, is het vaak zo dat ze deze heel
serieus nemen en dat de opmerking in kwestie hen diep raakt, ook al was
dat niet de intentie van de persoon die ze maakte.
Deze kinderen hebben tevens de behoefte om actief te reageren op wat ze
onrechtvaardig vinden en om in de bres te springen voor
hen die onrecht aangedaan worden, zowel in eigen omgeving als in ruimer
opzicht (dierenleed, wereldproblematiek).
De anekdotes.
- “H. is dan wel de oudste, maar hij gedraagt zich wel het meest
kinderlijke van de twee. Hij is enorm flauw, weent gemakkelijk en dan
ook voor het minste”
- “Zondagavond mocht H. onverwacht blijven slapen bij tante en
nonkel en neefjes en nichtje.
Iets wat hij normaal gezien graag doet. Maar eens hij daar in bed lag,
kreeg hij enorme huilbuien omdat zijn zusje er niet bij was. Na enige
tijd met hem gepraat te hebben, heb ik besloten om hem gewoon thuis te
laten slapen. Hij zou mij veel te erg missen zei hij, en dat kon hij niet
aan.
Vanavond is Z., zijn zus, bij haar peter gaan slapen maar H. wou weer
niet. Vanavond speelden de huilbuien zich hier af, want nu zou hij zijn
zusje weer enorm gaan missen. Uiteindelijk is hij in slaap gevallen met
een foto van zijn zusje bij hem. Ook als hij, omwille van mijn en zijn
papa’s werksituatie bij moeke moet gaan slapen, heeft hij een fotootje
van ons nodig.”
- “Gisterenmiddag viel er bij het binnenkomen een pracht van een
Mieke Langepoot voor mijn neus. En wat doet een vrouw dan? Juist ja, gillen
of doodtrappen. Ik deed beide. Wist ik veel wat voor drama daaruit zou
volgen? N. begon hartverscheurend te huilen, want laat dat nu net zijn
lievelingsspin Jake geweest zijn, die we een dag eerder hadden gevonden.
Ik stelde hem dus gerust en zei dat dit Jake niet kon geweest zijn, want
dat Jake veel kleiner was. Maar dat hielp natuurlijk niet, want dit was
dan toch wel het beste vriendje van Jake en hij had maar één
vriendje. Er zat niets anders op dan het beest plechtig te begraven. Dat
stopte wel de tranen maar mama is weer wat minder perfect in dat kind
zijn ogen. Hij is er nog steeds een beetje boos om. Waar was mijn verstand?”
- “Rond carnavalstijd. De juf had 's morgens gezegd dat Plop zou
komen in de namiddag.Toen ik rond 13u10 bij het belsignaal hem in de rij
bracht, was S. plots zeer paniekerig en krijsend aan het huilen. Hij zag
zijn juf die zich verkleed had als Kwebbel. ‘Neen, mama dat is niet
goed, juf J. moet juf J. blijven en niet Kwebbel zijn!!!’. In al
die emoties, waarbij alle kindjes dus heel enthousiast waren, behalve
S., heb ik hem terug meegenomen naar huis. Zijn vertrouwde juf was verkleed
en deed volgens hem onnozel, terwijl zij hem eigenlijk (voor hem de echte)
Plop had beloofd...”
- “ J. (4 jaar) komt geregeld thuis met de woorden: xxx is mijn
vriend niet meer. Dan heeft die gewoon even gezegd dat ze niet naast haar
mag zitten of niet meespelen, maar voor J. gaat dat direct heel diep.
Ze gaat dan zitten mokken en zich zitten inbeelden dat de hele wereld
niks van haar moet hebben.”
- “ N. wil vaak helpen, bedoelt het allemaal heel goed, maar wordt
dan niet begrepen en voelt zich afgewezen. De reacties daarop kunnen vrij
dramatisch zijn. We strijken dan steeds weer de plooien glad, wat kan
je er anders aan doen?”
- “Gisteren in de auto. Opnieuw over de oorlog. ‘Want
die is er al hé mama? En moet papa dan opnieuw soldaat worden?’.
Grote angst. Onze kinderen hebben
stilaan een probleem met die domme Amerikanen. Het houdt ze bezig, die
oorlog waar de grote mensen en grote kids op school het over hebben.”
- “ T. heeft ooit onze O.(de oudste) zijn kamer volledig afgebroken.
Alles uit de kasten, een hoop kapot gescheurd, zelfs de kasten en het
bed omgegooid. Ik heb toen als een hoopje ellende zitten huilen. Wist
echt niet hoe ik dat aan moest pakken. Vond dat ze het samen moesten opruimen
omdat onze O. hem veel zat te treiteren. ‘Kon onzeT. begrijpen,
maar niet goedkeuren.”
- “ Onze O. ging vroeger (leeftijd van twee à drie jaar)
met zijn hoofd tegen de muur of op de grond bonken. De eerste keer was
ik zo geschrokken dat ik direct naar hem toevloog omdat hij zich echt
pijn had gedaan. De volgende keer was ik voorbereid. Hij begon te bonken
en ik ben naar de keuken gegaan ( met een heel klein hartje) en heb hem
laten begaan. Gevolg: een dikke bult op zijn hoofd en een enorme huilbui.
Achteraf heeft hij nog gebonkt: op de zetel, op een kussen op de grond
maar heeft zich nooit meer echt bezeerd en heeft het ook niet lang volgehouden
want ik ging elke keer weg.”
- “ P. trekt zich ook vlug alles aan. Deze week kwam hij thuis
en was nogal stil. Daaraan weten wij dat we moeten beginnen doorvragen
of er iets is en/of wat er scheelt, waarom hij zo stil is. Na lang aandringen
zei hij dat een paar van zijn vrienden hem ‘gabber’ genoemd
hadden op school.’ Een gabber’ is voor hen iemand die niet
‘in’ is. Dat vond hij zo erg, want hij is helemaal geen gabber,
zei hij. We hebben dan een tijdje hierover met hem gepraat en hem gezegd
dat ze het misschien niet zo bedoeld hadden en moest afwachten tot de
dag nadien. De dag nadien kwam hij vrolijk terug van school, er was geen
vuiltje meer aan de lucht.”
- “ S.(5 jaar) kan soms zo koddig uit de hoek komen, meestal een
paar weken na dat er iets ernstigs is gebeurd: vb die twee kindjes die
uit het raam zijn gevallen, de wtc torens (pas een jaar nadien begint
hij erover) Ik moet toegeven dat ik de kinderen naar boven breng wanneer
het nieuws begint, anders kan hij zo geëmotioneerd reageren op wat
hij ziet. Nu over de oorlog: ‘Wanneer gaat die beginnen? Waarom
komt er oorlog?’ Moet papa dan ook gaan vechten?’ enz...”
- “ S. is bijzonder emotioneel, reageert sterk op geluiden (als
er eens straaljager overkomt tiert hij het uit), geuren: ruikt alles al
van mijlen ver en alles ‘stinkt’ vaak. Smaken: mag bijna niet
gekruid zijn anders is het al gauw té pikant. In bad hebben wij
een mengkraan die op 37° staat, wel, ons’ G. die zet je daar
in en geeft geen kik, maar voor onze S. is dat steeds te warm, ook zijn
chocomelk is eerder lauw dan warm (terwijl wij er kunnen van drinken,
beweert hij dat hij zich bijna verbrandt!).”
- “Gelukkig zijn er ook veel mooie dingen die we met onze kids
beleven. Vandaag hebben we met de school een begrafenis meegemaakt, zeer
aangrijpend. Laat het nu ook net nog de moeder zijn van een goede vriend
van T., een iets oudere jongen en ook hoogbegaafd. T. heeft nogal geweend.
Hij leeft dan zo intens met alles mee. Hij maakte zich ook flink kwaad
dat andere kinderen, terwijl we achter de begrafenisauto liepen, nog konden
lachen en gek doen. Hij kan zo oprecht meeleven en zich bezorgd maken
om anderen. Op zo'n moment ben ik apetrots op m'n zoon.”
- “Onbenulligheden worden vaak levensgrote problemen. Gisteren
nog, zei hij heel ernstig: ‘Ik heb ook problemen.’ Ik dacht:
nu komt het. Nee dus, weer van die kleine dingen die olifanten worden.
Bij hem moet ik vaak tussen de "regels lezen" of horen. Hij
kan zo moeilijk verwoorden wat er in hem omgaat. Als hij dan spontaan
naar me toekomt om wat te zeggen, moet ik echt prompt alles laten vallen
en naar hem luisteren, anders gaat er een kostbaar moment verloren. Als
het echt even niet kan, komt het er meestal niet meer van of wil hij niet
meer.”
|
|