Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Ervaringsverhalen
Versneld in de basisschool
Jonger in secundair
De "juiste" school
Oma vertelt
Geslaagde schoolwissel
Een school die meedenkt
Wonderkinderen
Als het schoolteam
je kind maar steunt
Meerdere versnellingen, met succes, is mogelijk!
Alles ...
voor een gelukkig kind
Gebruiksaanwijzing T.
Een positief verhaal
Een Nederlandse ervaring
...
...
...
 
 
 
 
 
Wat als je kind erg voorloopt? Een ervaring uit Nederland

We vroegen aan een Nederlandse ouder haar verhaal neer te schrijven, omdat een Nederlandse site voor ouders van kleuters geen artikel had rond hoogbegaafdheid en wij dit niet vanuit Vlaanderen even wilden gaan schrijven.... Zij maakten er deze mooie pagina van.

Wij vonden het verhaal zo treffend dat we het ook hier graag integraal wilden opnemen... en het mocht. De reactie van Gabrielle was tekenend voor de houding van de vele ouders die reeds een bijdrage leverden: "Tuurlijk ben ik er trots op als je mijn artikel ook op de site hoogbegaafdvlaanderen plaatst. Al is er maar 1 gezin mee geholpen. Ik hoop echt dat de mensen er wat mee kunnen."

We laten Gabriëlle aan het woord...

Nooit gedacht dat ik op een dag dit artikel zou schrijven….

‘Hoogbegaafd’, ‘zeer slim’en ‘een kind met een ontwikkelingsvoorsprong’ waren kinderen waar ook ik een bevooroordeeld beeld van had. Dit waren van die kleine kinderen met nette kleertjes en een brilletje die een beetje wereldvreemd waren. Ze zaten alleen met hun neus in de boeken en hadden het alleen over onderwerpen waarbij de gemiddelde mens sarcastisch zou denken “lekker boeiend”. Ze hadden ouders die ook doctorandus waren en trots rond vertelden wat hun kinderen allemaal al konden. Kinderen die je maar zelden tegenkomt in het dagelijkse leven en af en toe voorbij ziet komen op tv als wonderkinderen met een muziekinstrument.

Nu bijna 10 jaar later weet ik wel beter. Het begon met onze oudste dochter. Na haar geboorte keek ze al pienter in het rond en kon ze al snel haar hoofdje omhoog houden. “Daar krijgen jullie heel wat mee te stellen”, riep de kraamhulp en ze kreeg gelijk.
De eerste 9 maanden heeft ze alleen gehuild. De nachten waren een ramp. Ze sliep heel weinig. Later bleek ze heel weinig nachtrust nodig te hebben. Dan zaten we ’s nachts met haar op, klaarwakker.
Ze was als baby heel vaak boos om alles wat ze niet kon. Ze bleef maar doorgaan met oefenen. Kon ze net zitten was ze alweer boos dat ze niet kon staan. Tevreden was ze nooit. Een blije baby in de box zat er niet in. De box was ook weer snel verdwenen. Het babyspeelgoed ook trouwens want dat vond ze totaal niet interessant.

Leuk je kind mee op visite bleek een ramp. Ze deed zoveel indrukken op en prikkels dat ze de hele nacht in de weer was. Met een jaar praatte ze volle zinnen. Met 2 jaar verlangde we af en toe terug naar de dagen dat ze nog niet sprak. Rond deze leeftijd begon ze ook de letters te leren, de kleuren en figuren.
Met 3 jaar en inmiddels een zusje rijker, waren wij intussen zover, na alle averechts werkende goed bedoelde adviezen van onze omgeving, dat we de leeftijdsaanduidingen op spelmaterialen loslieten. Toen ging het op dat gebied beter met haar. Ze kon zich uiten op de computer, met moeilijke puzzels en boekjes. ‘s Avonds lazen wij haar voor uit de dinosaurus encyclopedie, terwijl we ons later voor gek verklaarden; het was zo’n vreemde situatie. Ze begon zich enorm te interesseren voor de dood en de lichamelijke gezondheid. Ze had veel levensvragen en was soms zo negatief dat ze niet kon slapen van alle onbeantwoorde vragen. Deze moesten we dan eerst opzoeken op het Internet. De ene discussie na de andere begon ze uit te lokken om alle informatie op te zuigen.

Op het consultatiebureau was al aangegeven dat ze een duidelijke voorsprong had. Inmiddels hadden we dat ook wel door, alleen vonden we het heel moeilijk dit aan te geven naar de buitenwereld.
Pas in de kleuterklas viel ze zo buiten de groep wat gedrag en ontwikkeling betreft dat we haar lieten testen. Hieruit kwam de stempel ‘hoogbegaafd’en‘autisme’.
Alle onzekerheden die we hadden als ouders vielen hiermee weg. We hadden nu weer handsvaten om mee verder te gaan. Ze kon een klas versnellen en we begrepen dat haar ontwikkeling negeren of remmen het verkeerde effect had. Langzaam ging het steeds beter.

Gelukkig was haar zusje een stuk gewoner in haar ontwikkeling. Ze liep wel vlot en observeerde haar omgeving goed, was vlot zindelijk en kon lekker kletsen, maar verder ging het zijn gangetje. Als peuter had ze wel enorme driftbuien, maar door haar introverte gedrag konden we daar weinig mee. Ook weten we haar buien aan alle aandacht die de oudste vroeg.
Ook bij haar ging het pas op school echt mis. Op school was ze de ideale leerling, maar thuis huilde ze om alles. Ze ging weer praten als een baby en was heel gefrustreerd. We konden er echt niets mee. Uiteindelijk na veel gesprekken kozen we ervoor om ook haar te testen, meer om al zo dingen uit te sluiten. Het resultaat was verrassend; ze bleek een nog hogere IQ te hebben dan haar zus. Ze was zeer faalangstig, een onderpresteerder, perfectionistisch en een kind met een laag zelfbeeld. Daarnaast had ze ook psychosomatische klachten als buikpijn. Ze was het tegenovergestelde van onze oudste.
Het was triest om te horen dat ze zichzelf al die jaren geremd had in haar ontwikkeling om er bij te horen. Ze durfde niet eens haar vinger in de klas op te steken om te vragen of ze naar de wc mocht. Ook voor haar hebben we veel extra begeleiding, wat langzaam zijn vruchten begint af te werpen. Achteraf vraag je jezelf wel af waarom je het niet gezien hebt. Ze tekende al poppetjes voor ze naar de peuterspeelzaal ging, maar ging daar weer krassen. Ze was hier dan heel trots op. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg werd een lijfspreuk voor haar.

Inmiddels was ons beeld over hoogbegaafde kinderen flink bijgesteld. Onze oudste was toen gek op ravotten en kwam iedere dag met gaten in haar kleren thuis. Aan boeken lezen had ze een hekel, veel te saai. Ze zijn allebei zeer druk en hebben heel veel energie. Ze maken van alles een discussie en hebben een intensieve begeleiding nodig op school en thuis, vooral psychisch. Het is niet handig; slimme kinderen. Een veel gehoorde reactie is “dan halen ze toch lekker goede cijfers”. Nee, zo werkt het helaas niet. Ze moeten leren ‘leren’, ze zijn vaak moeilijk te motiveren, ze denken alles beter te weten en er zijn niet op alle vragen antwoorden. Ze zijn cognitief veel sneller en vertonen bij ons eerder pubergedrag, alhoewel dit natuurlijk per kind kan verschillen. Ook de erfelijkheid bleek bepalend in ons gezin.

Bij onze derde en laatste besloten we alerter te zijn. Het zou ons niet nog een keer gebeuren dat het pas op school aan het licht zou komen na die onzekere en intensieve tropenjaren ervoor. Onze jongste, een jongen, bleek nog sneller dan zijn twee zussen bij elkaar. In de box legde we speelgoed voor oudere kinderen neer en de box kon dus langer blijven staan. Hij liep vroeg en kon met 15 maanden rennen. Het enige verschil was dat hij lang weinig praatte en met zijn derde ineens alles zei. Voor zijn tweede kon hij de letters van het alfabet en de meeste kleuren met kleurnuances. Op de peuterspeelzaal las hij zijn eerste boekjes voor. Alle vormen benoemde hij en hij herkend cijfers t/m 100. Als peuter speelde hij de spelletjes uit op de zappelin site, die bedoeld waren voor de kleuterklassen. We hadden nu het voordeel dat we nu ervaren ouders waren op dit gebied. Hij is dan ook een heel vrolijke jongen. Hij kan zich ontzettend goed vermaken, is sociaal zeer weerbaar en sterk en heeft totaal geen gedragsproblemen. Echt een verademing.

Nu zit hij een half jaar eerder op de basisschool met 3,5 jarige leeftijd en het gaat geweldig. Hij kan op zijn eigen niveau spelen en werkjes doen en kan zo toch wat langer kleuteren. School is ook deskundig geworden op hoogbegaafd gebied en de toekomst ziet er dus rooskleuriger uit. Bij hem hadden we ook niet meer het gevoel dat we ons continue moesten verantwoorden over dingen als waarom we met hem lazen, waarom ze niet voor 22:00 op bed liggen en waarom we zo ver gaan in discussies met onze kinderen. Dit gaf veel ontspanning.

Het antwoord op "wat als je kind héél erg voorloopt in zijn ontwikkeling?" is dus; laat je niet gek maken door je omgeving. Observeer je kind goed en probeer steeds iets moeilijkers aan te bieden om te kijken waar zijn grens is van wat hij wel of niet kan. Ga hier verder met aanbieden van materiaal. Ieder kind heeft recht om zich te ontwikkelen, dat is de natuur van een kind. Stilstaan is eigenlijk voor een kind achteruitgaan. Kan dit niet dan krijg je problematisch gedrag. Zoek informatie en tips in de bibliotheek of op het net. Dit heeft mij erg geholpen. Probeer mensen die je na staan uit te leggen waarom je kind anders antwoord of reageert zodat je een ‘veilige’ruimte creëert voor je kind waar hij zichzelf mag zijn. Belangrijkste is dat je je kind accepteert zoals hij of zij is en niet meer vergelijkt met leeftijdsgenoten. Schaam je niet om begeleiders of leerkrachten in te lichten van de voorsprong van je kind. Het is iets aangeboren en dus niet iets om te verzwijgen of over op te scheppen. Het is een gegeven. Je kind zal het ervaren als “ik mag er zijn, ook al voel ik me vaak anders dan andere”.
Mocht je nog meer vragen hebben zijn er verschillende instanties, websites en forums waar je met je vragen terecht kan. Op http://hoogbegaafd.startpagina.nl/ staan al deze informatie vermeld.

september 2006, Gabriëlle van der Hel


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be