We vroegen aan een
Nederlandse ouder haar verhaal neer te schrijven, omdat een Nederlandse
site voor ouders van kleuters geen artikel had rond hoogbegaafdheid en
wij dit niet vanuit Vlaanderen even wilden gaan schrijven.... Zij maakten
er deze
mooie pagina van.
Wij vonden het verhaal zo treffend dat we het ook hier graag integraal
wilden opnemen... en het mocht. De reactie van Gabrielle was tekenend voor
de houding van de vele ouders die reeds een bijdrage leverden: "Tuurlijk
ben ik er trots op als je mijn artikel ook op de site hoogbegaafdvlaanderen
plaatst. Al is er maar 1 gezin mee geholpen. Ik hoop echt dat de mensen
er wat mee kunnen."
We laten Gabriëlle aan het woord...
Nooit gedacht dat ik op een dag dit artikel zou schrijven….
‘Hoogbegaafd’, ‘zeer slim’en ‘een kind
met een ontwikkelingsvoorsprong’ waren kinderen waar ook ik een bevooroordeeld
beeld van had. Dit waren van die kleine kinderen met nette kleertjes en
een brilletje die een beetje wereldvreemd waren. Ze zaten alleen met hun
neus in de boeken en hadden het alleen over onderwerpen waarbij de gemiddelde
mens sarcastisch zou denken “lekker boeiend”. Ze hadden ouders
die ook doctorandus waren en trots rond vertelden wat hun kinderen allemaal
al konden. Kinderen die je maar zelden tegenkomt in het dagelijkse leven
en af en toe voorbij ziet komen op tv als wonderkinderen met een muziekinstrument.
Nu bijna 10 jaar later weet ik wel beter. Het begon met onze oudste
dochter. Na haar geboorte keek ze al pienter in het rond en kon ze al snel
haar hoofdje omhoog houden. “Daar krijgen jullie heel wat mee te
stellen”, riep de kraamhulp en ze kreeg gelijk.
De eerste 9 maanden heeft ze alleen gehuild. De nachten waren een ramp.
Ze sliep heel weinig. Later bleek ze heel weinig nachtrust nodig te hebben.
Dan zaten we ’s nachts met haar op, klaarwakker.
Ze was als baby heel vaak boos om alles wat ze niet kon. Ze bleef maar
doorgaan met oefenen. Kon ze net zitten was ze alweer boos dat ze niet
kon staan. Tevreden was ze nooit. Een blije baby in de box zat er niet
in. De box was ook weer snel verdwenen. Het babyspeelgoed ook trouwens
want dat vond ze totaal niet interessant.
Leuk je kind mee op visite bleek een ramp. Ze deed zoveel indrukken
op en prikkels dat ze de hele nacht in de weer was. Met een jaar praatte
ze volle zinnen. Met 2 jaar verlangde we af en toe terug naar de dagen
dat ze nog niet sprak. Rond deze leeftijd begon ze ook de letters te leren,
de kleuren en figuren.
Met 3 jaar en inmiddels een zusje rijker, waren wij intussen zover, na
alle averechts werkende goed bedoelde adviezen van onze omgeving, dat we
de leeftijdsaanduidingen op spelmaterialen loslieten. Toen ging het op
dat gebied beter met haar. Ze kon zich uiten op de computer, met moeilijke
puzzels en boekjes. ‘s Avonds lazen wij haar voor uit de dinosaurus
encyclopedie, terwijl we ons later voor gek verklaarden; het was zo’n
vreemde situatie. Ze begon zich enorm te interesseren voor de dood en de
lichamelijke gezondheid. Ze had veel levensvragen en was soms zo negatief
dat ze niet kon slapen van alle onbeantwoorde vragen. Deze moesten we dan
eerst opzoeken op het Internet. De ene discussie na de andere begon ze
uit te lokken om alle informatie op te zuigen.
Op het consultatiebureau was al aangegeven dat ze een duidelijke voorsprong
had. Inmiddels hadden we dat ook wel door, alleen vonden we het heel moeilijk
dit aan te geven naar de buitenwereld.
Pas in de kleuterklas viel ze zo buiten de groep wat gedrag en ontwikkeling
betreft dat we haar lieten testen. Hieruit kwam de stempel ‘hoogbegaafd’en‘autisme’.
Alle onzekerheden die we hadden als ouders vielen hiermee weg. We hadden
nu weer handsvaten om mee verder te gaan. Ze kon een klas versnellen en
we begrepen dat haar ontwikkeling negeren of remmen het verkeerde effect
had. Langzaam ging het steeds beter.
Gelukkig was haar zusje een stuk gewoner in haar ontwikkeling. Ze liep
wel vlot en observeerde haar omgeving goed, was vlot zindelijk en kon lekker
kletsen, maar verder ging het zijn gangetje. Als peuter had ze wel enorme
driftbuien, maar door haar introverte gedrag konden we daar weinig mee.
Ook weten we haar buien aan alle aandacht die de oudste vroeg.
Ook bij haar ging het pas op school echt mis. Op school was ze de ideale
leerling, maar thuis huilde ze om alles. Ze ging weer praten als een baby
en was heel gefrustreerd. We konden er echt niets mee. Uiteindelijk na
veel gesprekken kozen we ervoor om ook haar te testen, meer om al zo dingen
uit te sluiten. Het resultaat was verrassend; ze bleek een nog hogere IQ
te hebben dan haar zus. Ze was zeer faalangstig, een onderpresteerder,
perfectionistisch en een kind met een laag zelfbeeld. Daarnaast had ze
ook psychosomatische klachten als buikpijn. Ze was het tegenovergestelde
van onze oudste.
Het was triest om te horen dat ze zichzelf al die jaren geremd had in haar
ontwikkeling om er bij te horen. Ze durfde niet eens haar vinger in de
klas op te steken om te vragen of ze naar de wc mocht. Ook voor haar hebben
we veel extra begeleiding, wat langzaam zijn vruchten begint af te werpen.
Achteraf vraag je jezelf wel af waarom je het niet gezien hebt. Ze tekende
al poppetjes voor ze naar de peuterspeelzaal ging, maar ging daar weer
krassen. Ze was hier dan heel trots op. Doe maar normaal dan doe je al
gek genoeg werd een lijfspreuk voor haar.
Inmiddels was ons beeld over hoogbegaafde kinderen flink bijgesteld.
Onze oudste was toen gek op ravotten en kwam iedere dag met gaten in haar
kleren thuis. Aan boeken lezen had ze een hekel, veel te saai. Ze zijn
allebei zeer druk en hebben heel veel energie. Ze maken van alles een discussie
en hebben een intensieve begeleiding nodig op school en thuis, vooral psychisch.
Het is niet handig; slimme kinderen. Een veel gehoorde reactie is “dan
halen ze toch lekker goede cijfers”. Nee, zo werkt het helaas niet.
Ze moeten leren ‘leren’, ze zijn vaak moeilijk te motiveren,
ze denken alles beter te weten en er zijn niet op alle vragen antwoorden.
Ze zijn cognitief veel sneller en vertonen bij ons eerder pubergedrag,
alhoewel dit natuurlijk per kind kan verschillen. Ook de erfelijkheid bleek
bepalend in ons gezin.
Bij onze derde en laatste besloten we alerter te zijn. Het zou ons niet
nog een keer gebeuren dat het pas op school aan het licht zou komen na
die onzekere en intensieve tropenjaren ervoor. Onze jongste, een jongen,
bleek nog sneller dan zijn twee zussen bij elkaar. In de box legde we speelgoed
voor oudere kinderen neer en de box kon dus langer blijven staan. Hij liep
vroeg en kon met 15 maanden rennen. Het enige verschil was dat hij lang
weinig praatte en met zijn derde ineens alles zei. Voor zijn tweede kon
hij de letters van het alfabet en de meeste kleuren met kleurnuances. Op
de peuterspeelzaal las hij zijn eerste boekjes voor. Alle vormen benoemde
hij en hij herkend cijfers t/m 100. Als peuter speelde hij de spelletjes
uit op de zappelin site, die bedoeld waren voor de kleuterklassen. We hadden
nu het voordeel dat we nu ervaren ouders waren op dit gebied. Hij is dan
ook een heel vrolijke jongen. Hij kan zich ontzettend goed vermaken, is
sociaal zeer weerbaar en sterk en heeft totaal geen gedragsproblemen. Echt
een verademing.
Nu zit hij een half jaar eerder op de basisschool met 3,5 jarige leeftijd
en het gaat geweldig. Hij kan op zijn eigen niveau spelen en werkjes doen
en kan zo toch wat langer kleuteren. School is ook deskundig geworden op
hoogbegaafd gebied en de toekomst ziet er dus rooskleuriger uit. Bij hem
hadden we ook niet meer het gevoel dat we ons continue moesten verantwoorden
over dingen als waarom we met hem lazen, waarom ze niet voor 22:00 op bed
liggen en waarom we zo ver gaan in discussies met onze kinderen. Dit gaf
veel ontspanning.
Het antwoord op "wat als je kind héél erg voorloopt
in zijn ontwikkeling?" is dus; laat je niet gek maken door je omgeving.
Observeer je kind goed en probeer steeds iets moeilijkers aan te bieden
om te kijken waar zijn grens is van wat hij wel of niet kan. Ga hier verder
met aanbieden van materiaal. Ieder kind heeft recht om zich te ontwikkelen,
dat is de natuur van een kind. Stilstaan is eigenlijk voor een kind achteruitgaan.
Kan dit niet dan krijg je problematisch gedrag. Zoek informatie en tips
in de bibliotheek of op het net. Dit heeft mij erg geholpen. Probeer mensen
die je na staan uit te leggen waarom je kind anders antwoord of reageert
zodat je een ‘veilige’ruimte creëert voor je kind waar
hij zichzelf mag zijn. Belangrijkste is dat je je kind accepteert zoals
hij of zij is en niet meer vergelijkt met leeftijdsgenoten. Schaam je niet
om begeleiders of leerkrachten in te lichten van de voorsprong van je kind.
Het is iets aangeboren en dus niet iets om te verzwijgen of over op te
scheppen. Het is een gegeven. Je kind zal het ervaren als “ik mag
er zijn, ook al voel ik me vaak anders dan andere”.
Mocht je nog meer vragen hebben zijn er verschillende instanties, websites
en forums waar je met je vragen terecht kan. Op http://hoogbegaafd.startpagina.nl/
staan al deze informatie vermeld.
september 2006, Gabriëlle van der Hel
|