Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Visies op hb-onderwijs
Ouders stellen vragen
Begrippen
Werkvormen
Leg de basis in de klas!
Kangoeroeklassen
Groeperen
Mag het wel, HB zijn?
Het pyramide project
Zekerheid?
Brief aan de minister
Nota voor de minister
Visietekst N.
Zorgdecreet en HB's
...
 
The Pyramid project

Hoe het begon...

Meer dan twintig jaar geleden boog een groep wetenschappers in de VS zich over de cruciale vraag "Hoe kunnen we de (schaarse) bestaande middelen aanwenden om in het onderwijs een zo goed mogelijke opvang voor hoogbegaafde kinderen te realiseren?" Hun bevindingen schreven zij neer in het "Richardson rapport". Daaruit groeide "The Pyramid Project"; Dat vormt nog steeds de rode draad wanneer iemand een serieus hb-beleid wil op poten zetten in de VS.

De samenvatting hieronder komt (zeer vrij vertaald) uit het excellente boek Delisle & Lewis,Survival Guide for Teachers of Gifted Kids. How to plan, manage and evaluate programs for gifted youth K-12, ISBN 1-57542-116-X.

Een tussentijds rapport (uit 1988) vind je hier

Toepasbaarheid?

Er is niets dat erop wijst dat de bevindingen van het Richardson rapport niet geldig zouden zijn voor Vlaanderen, noch dat er hier een andere oplossing beter zou zijn dan "The Pyramid Project".

Uiteraard moet gekeken worden naar de huidige onderwijsorganisatie en hoe te komen tot een beter gestructureerde aanpak, en moeten programma's niet zomaar lukraak worden opgestart of doelstellingen worden gesteld her en der zonder begeleidende maatregelen. Vanuit het beleid zou er een gedegen omkadering moeten komen, bijvoorbeeld door het inrichten van een steunpunt rond hoogbegaafdheid dat één en ander kan aansturen.

Het "Pyramide Project"

De "National Association for Gifted Children" (NAGC) publiceerde duidelijke criteria voor het opzetten en beheren van programma's bedoeld voor hoogbegaafden. Belangrijke punten hierin zijn:

  • dat onderwijs aan hoogbegaafden moet opgenomen worden in een globaal onderwijsbeleid
  • dat er een heel gamma van diensten moet aangeboden worden
  • dat de continuïteit en diversiteit van het aanbod dient gewaarborgd te worden, zodat alle hoogbegaafden (ongeacht hun verschillen) een gepaste ondersteuning kunnen krijgen

Het lijkt echt wel een huzarenstukje om een structuur te voorzien met de volgende "gewenste" kenmerken...

  • een aanbod dat zeer ruim is, van binnenklasdifferentiatie tot afzonderlijke klassen en scholen
  • een goed aanbod aangepast aan de verschillende soorten hoogbegaafden
  • een aanbod over alle leerjaren en graden heen
  • een aanbod met een band naar de pedagogische doelstellingen van de school en de overheid
  • en dat alles geïntegreerd in het bestaande curriculum

Door een mogelijk aanbod naar hoogbegaafden toe als een piramide van diensten voor te stellen wordt het een beetje overzichtelijker.

June Cox, Neil Daniel, and Bruce O. Boston beschreven voor het eerst zulk een piramide. In de jaren 80 van de 20ste eeuw stuurde dit team van de University of Texas een vragenlijst naar 16.000 scholen. In meer dan 4.000 districten volgde er een meer uitgebreide follow-up studie. Cox en haar team wilden onderzoeken wat er reeds werd aangeboden aan gestructureerde programma's, en zouden gaan nadenken over hoe dit aanbod te verbeteren.

Wat ze vonden...: een lappendeken aan diensten en voorzieningen, met weinig echt samenhangende programma's. Vaak werd er een "één past allen" strategie gebruikt, met als topper de groepering van hoogbegaafden gedurende enkele uren per week in afzonderlijke klassen in de basisschool (vergelijk: onze populaire kangoeroeklassen), en speciale "honors" klassen in het secundair onderwijs.

Wat ook bleek was dat de secundaire scholen meestal nergens stonden, het aanbod was er schaars.

Na de publicatie van hun onderzoeksresultaten schreven de onderzoekers een aantal "adviezen voor verandering" neer in een rapport dat bekend is geworden als het "Pyramid Project".

Even de onderdelen van de piramide overlopen.

De brede basis wordt gevormd door "Verrijking in de klas". Hiermee kunnen veel leerlingen geholpen worden. Differentiatie, rekening houden met leerstijlen, bevorderen van creativiteit, werken in niveaugroepen, zelfstandig studeren, projectwerk: al deze mogelijkheden vinden een plaats in de brede basis van de piramide.

Het tweede niveau is smaller. Dit symboliseert het feit dat er wellicht minder leerlingen hiermee moeten geholpen worden. Het draagt de titel "Speciale klassen ." Het gaat hier zowel om deeltijdse speciale klassen (bv kangoeroeklassen, klim-op klassen) als speciale klassen met enkel hoogbegaafden. (deeltijdse of voltijdse groepering van hoogbegaafden)

De top van de piramide wordt gevormd door de "Speciale scholen," . Hier zien de onderzoekers vooral een nuttig aanbod mogelijk voor leerlingen die zo uitzonderlijk getalenteerd zijn dat ze voltijds in een heel andere omgeving dienen te worden begeleid.

Op elk niveau van de piramide staat aan de zijkant "Aangepast Tempo." Studenten moeten in staat worden gesteld de lesdelen aan te kunnen vatten als zij er klaar voor zijn, niet als de methode het voorschrijft.

Sociaal-emotionele ondersteuning

Na een aantal jaren ervaring met het piramide project, voegden de schrijvers een tweede zijkant toe aan de piramide: "sociaal-emotionele ondersteuning".

Hoewel onderzoek niet echt grote verschillen aantoont tussen hoogbegaafden en anderen op het sociaal-emotionele vlak, kan het zijn dat zij toch extra steun nodig hebben. Veel hoogbegaafden zijn scherpe waarnemers, hebben vaak een sterke betrokkenheid bij hun (ruime)omgeving, zijn overgevoelig en vertonen tekenen van perfectionisme. Zij leggen vaak voor zichzelf de lat erg hoog, en worden daarenboven nog geconfronteerd met grote verwachtingen van ouders, lesgevers en andere studenten. Zij hebben al wel eens problemen in hun relaties met leeftijdsgenoten. Zij ervaren wel eens afwijzing, kennen wel eens een gevoel van vervreemding, en worden wel eens geridiculiseerd door leeftijdsgenoten. Zij hebben soms het gevoel overweldigd te worden in sociale relaties, en zijn soms zelf onwennig over hun eigen capaciteiten. Voeg daarbij de vaak asynchrone ontwikkeling van hoogbegaafden, en je zult begrijpen dat zij toch wel wat extra aandacht op het sociaal-emotionele vlak kunnen gebruiken.

Een goed programma voor hoogbegaafden zal dus ook rekening moeten houden met de sociale en emotionele noden van hoogbegaafden.

Hiertoe moeten er opleidingen voor lesgevers worden opgezet. Er dienen momenten te worden voorzien dat hoogbegaafden elkaar kunnen ontmoeten. Er dient begeleiding te worden voorzien.

Besluit

Het Pyramid Project is nog steeds één van de best uitgedachte projecten rond begeleiden van hoogbegaafden op school.

Niet alleen worden zowel versnelling als verrijking als belangrijke opties opgenoemd, ook wordt duidelijk dat enkel een ééndimensioneel aanbod voorzien, niet echt een oplossing biedt voor heel de diversiteit van de groep hoogbegaafden.

Dit model is uiteraard een "ideaal" voorbeeld. Het toont aan wat er mogelijk wordt als er ernstige keuzes worden gemaakt in het denken rond hoogbegaafdenonderwijs én rond budgettering ervan.

YW


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be