Verantwoording
De minister van onderwijs Frank Vandenbroucke en zijn kabinet hebben
ambitieuze plannen voor ons onderwijs: de zorg in het onderwijs wordt in
de toekomst volledig hertekend, met de bedoeling zowel in het gewone als
in het buitengewone onderwijs beter te kunnen inspelen op de actuele zorgbehoeften
van leerlingen. Het is duidelijk de bedoeling dat er zo veel mogelijk kinderen
in het gewoon én buitengewoon onderwijs aan hun trekken zullen komen
in de toekomst.
Een loffelijk voornemen.
Persoonlijk denk ik niet dat de medewerkers van de minister de hoogbegaafden
of HB-tweemaal speciaal leerlingen voor ogen hebben gehad, toen ze deze
nota aan het voorbereiden waren. het gaat duidelijk om een nota die bedoeld
is om de reeds lang verouderde schotten tussen de verschillende types van
onderwijs te doen verdwijnen door gebruik te maken van de huidige kennis
rond leer-en ontwikkelingsstoornissen en moderne pedagogische inzichten,
en om de zorguren en - budgetten in dat kader efficiënter te doen
gebruiken in de toekomst.
Ik las deze discussienota met in mijn achterhoofd twee groepen leerlingen
die me na aan het hart liggen: de hoogbegaafden en de "tweemaal speciaal"
leerlingen. Want ook zij zijn kinderen die *zorg* behoeven, ze worden trouwens
specifiek bij naam genoemd in de nota.
Zullen onze kinderen *dus* ook beter aan hun trekken komen in de toekomst?
En in welke terminologie en redeneringen moeten wij ons als ouders en begeleiders
dan mogelijk gaan inpassen?
Ik probeer in dit stukje de mogelijke handvatten die in de nota zitten
om er voor hoogbegaafden ook iets uit te halen, op een rijtje te zetten.
Aanvullingen en commentaren zijn welkom!
Hierbij maak ik dus een selectie uit de nota, die per definitie
subjectief is: de selectie van een moeder van HB's. Wie de
volledige nota wil lezen kan ze hier
(inclusief een inleiding er op) vinden. Een aanrader: lees ze best ook
eens volledig zelf, met een open oog. Want er zitten wel degelijk aanzetten
in waarmee je aan de slag kunt gaan.
Het is helemaal niet mijn bedoeling de nota of het mogelijk toekomstige
beleid dat eruit kan gaan volgen op zich te evalueren. Dat laat ik graag
aan anderen over die hierin meer bevoegd menen te zijn. Het gaat mij er
enkel om de zaken die mogelijk van belang zijn voor onze dialoog met de
scholen van onze kinderen in de toekomst, even extra te belichten.
Mij gaat het er dus in de eerste plaats om te bekijken wat deze nota
(en de mogelijke besluiten waartoe ze kan leiden) kan brengen voor onze
kinderen. Hoe kunnen we met andere woorden deze nota lezen en in de toekomst
goed hanteren zodat onze kinderen OOK, net als alle kinderen, de zorg krijgen
waar ze nood aan hebben?
De Clusters: een eerste centraal begrip
De nota voorziet in de toekomst 4 clusters van leerlingen,
die veel ruimer zijn dan de huidige indelingen:
De clusters hebben te maken met leerlingenkenmerken.
Het gaat om:
En de tweemaal speciaal leerlingen?
- Het is wel duidelijk dat ze in één van de drie
andere clusters thuishoren, en laat ons er dus vooral op letten
dat ook zij aan hun trekken komen.
- Hoogbegaafdheid, en de mogelijkheid om al dan niet de beperkingen
deels te compenseren of te camoufleren, mogen geen aanleiding zijn om
de zorg die een tweemaal speciaal kind omwille van zijn beperkingen nodig
heeft, niet te geven.
- Het zal hopelijk voor iedereen wel duidelijk zijn dat er én
op de hoogbegaafdheid, én op de beperking moet worden ingespeeld.
Dansen op een slappe koord? Ja, maar het kan. Kijk maar eens naar wat
*Eureka*onderwijs al jaren
doet...
De zorgniveaus: tweede centraal concept
De zorgniveaus gaan over de kenmerken van het onderwijs zelf. Hoe
hoger het niveau, hoe meer zorg de leerling nodig heeft. Afhankelijk
van het zorgniveau verschillen de aanpak in de klas, de ondersteuning voor
de leerkrachten, het soort diploma of certificaat dat de leerling behaalt,
de beschikbare middelen, …
Zorgniveau 1 en 2 zijn bedoeld voor gewone scholen, niveau drie kan zowel
in het gewone als het buitengewoon onderwijs (beide krijgen hiervoor in
principe dezelfde omkadering), en 4 is gereserveerd voor het buitengewoon
onderwijs.
Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) speelt, in nauw overleg met
de school, de ouders en de leerling zelf een centrale rol bij de selectie
van het zorgniveau.
Het zorgniveau is ook niet absoluut: leerlingen kunnen ook veranderen
van zorgniveau. Een leerling kan wel pas naar een hoger zorgniveau
als de school aantoont dat ze voldoende inspanningen geleverd heeft op
het oorspronkelijke zorgniveau.
Aha! Te onthouden: De school moet dus kunnen
aantonen dat ze voldoende inspanningen levert op het lagere zorgniveau,
voor een leerling van zorgniveau verhoogt. Als een hoogbegaafde
leerling dus in de problemen komt, als leerling van zorgniveau 1, en er
wordt gevraagd naar een begeleiding op zorgniveau 2, moet de school dat
kunnen verantwoorden. Geeft dit geen hoop? Scholen zouden daarmee een
zetje kunnen krijgen om op het niveau 1 een meer verantwoord beleid te
voeren, waarin een brede zorg voor ALLE leerlingen zonder beperkingen
(maar misschien wel met nood aan extra begeleiding!) centraal staat?
De combinatie van clusters en zorgniveaus geeft een matrix met 4 x 4
= 16 velden, waarvan er slechts 13 als zinvol worden weerhouden door de
opstellers van de nota. U kunt hem hier
downloaden (ppt, 1 blad).
En dan de
nota zelf...
Het is een discussienota. En dus mogen we misschien
wel onze mening kwijt, ergens (onderaan deze tekst
vindt u enkele e-mail adressen en het adres van het forum van LetOp).
Er staat ook dit in de nota: laat ons dat niet uit het oog verliezen:
"Deze tekst heeft niet de pretentie een allesomvattend
en definitief antwoord te formuleren op de vele problemen die
samenhangen met het onderwijs aan leerlingen met specifieke noden. Wel
is het de bedoeling om het beleid op een open manier te ontwikkelen en
met de verschillende onderwijsactoren te overleggen over deze toch wel
erg complexe materie."
De minister ziet dus wel degelijk in dat het
gaat om een zeer complexe materie. Het is duidelijk dat er nog heel wat
stappen te nemen zijn, en dat er nog even gewerkt zal worden voor we concrete
beleidsvoorstellen gerealiseerd gaan zien.
De ondertitel "Een kader voor zorg op maat van elk kind",
geeft hoop, is het niet? En verderop staat: "Wat in deze
conceptnota behandeld wordt, raakt de kern van het onderwijs: elk kind
goed onderwijs
aanbieden, rekening houdend met individuele verwachtingen, mogelijkheden
en beperkingen."
De minister laat zijn slogan "Goed voor de sterken,
sterk voor de zwakken" van de beleidsbrief
van het schooljaar 2004-2005 duidelijk niet los, hij herhaalt hem ook
in deze nota. Hij heeft het over "dat elk kind in zijn of haar
groei tot volwassene zo veel mogelijk kansen krijgt om te leren en zich
te ontwikkelen".
Te onthouden: Als het aan de minister ligt, kunnen de hoogbegaafden
én de HB-tweemaal speciaal kinderen dus alle kansen krijgen die
ze nodig hebben. Hij heeft het namelijk over ELK kind...
We mogen bijgevolg als ouders verwachten en vragen dat ons kind zo veel
mogelijk kansen krijgt om zijn/haar talenten te ontwikkelen.
Zal de uitspraak "maar mevrouw, het is juist goed dat uw kindje
wat minder dan het kan gaat presteren, zo valt het niet meer op in de
klas" dan ooit eens kunnen geklasseerd worden als een akelige anekdote
uit een donker verleden?
Doelgroep van de nota
Het gaat over "leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften",
en dat betekent volgens de minister: "Het gaat om leerlingen voor
wie scholen hun organisatie en werking moeten aanpassen, op wie leerkrachten
het curriculum en hun manier van onderwijzen moeten afstemmen en/of voor
wie bijkomende middelen nodig zijn om effectief en efficiënt te leren."
Aha! te onthouden: onze hoogbegaafden en hb-tweemaal
speciaal kinderen vallen hier zéker onder. Ze hebben specifieke
onderwijsbehoeften, dat geeft iedereen die betrokken is wel toe.
En de minister koppelt daar enkele heel belangrijke zaken aan:
- De scholen moeten hun organisatie en werking
aanpassen.
- De leerkrachten moeten hun manier van lesgeven
aanpassen.
- Bijkomende middelen zijn eventueel nodig.
Zal het dus niet langer nodig zijn in de toekomst als ouders zélf
te gaan pleiten voor een meer specifieke begeleiding, omdat de scholen
hun organisatie en werking MOETEN aanpassen?
Zal het argument "maar dat is niet voorzien in de methode" dan
eindelijk opgeborgen worden?
Zullen scholen die specifieke initiatieven nemen of materialen kopen daar
dan ook voldoende budgetten voor hebben, zodat er ook enige zekerheid
is rond het voortbestaan van deze initiatieven?
Een leerzorgkader
"Een leerzorgkader is een raamwerk van zorg op maat in het gewoon
en het buitengewoon onderwijs"
De minister plaatst het ontwikkelen van een goed geolied leerzorgkader
in het perspectief van het personeel dat dit alles gaat
uit moeten voeren:
"Belangrijke toetssteen daarbij zullen de implicaties zijn voor leerkrachten
en voor andere personeelsleden in scholen en ondersteunende diensten, bv.
pedagogische begeleiding en CLB-medewerkers. Zij zijn het die de leerzorg
in praktijk moeten brengen. Hebben zij de noodzakelijke competenties? Beschikken
zij over de nodige vorming en ondersteuning? Welke randvoorwaarden moeten
vervuld zijn? Dit zullen ongetwijfeld centrale thema’s worden in
de discussie over de uitvoering van het leerzorgkader"
Te onthouden: Blijkbaar mogen wij in de toekomst dus
vragen en verwachten dat pedagogische begeleidingsdiensten (= de diensten
van de onderwijskoepels) en CLB's (= centra voor leerlingenbegeleiding)
de scholen de nodige ondersteuning en kennis zullen aanreiken voor het
ontwikkelen van een betere begeleiding van HB's en HB's-tweemaal speciaal.
Blijkbaar zullen we ons ook mogen verheugen op leerkrachten die tijdens
hun opleiding of via nascholing kennis hebben meegekregen van wat een
hoogbegaafde leerling of tweemaal speciaal leerling nodig heeft. Nu dat
nog organiseren...
Aandacht voor de financiering
"Er zullen mechanismen moeten komen om het geheel financieel
beheersbaar te houden."
Het zal wel duidelijk zijn van bij de start voor iedereen: de financiering
van de scholen zal evolueren. Er zal blijkbaar rekening worden houden
met de geboden zorg in een school: de behoeften van de leerlingen én
de manier waarop de school aan die behoefte tegemoet komt zullen, meer
dan vandaag, bepalen hoeveel middelen een school zal krijgen voor zorg.
Het zal een serieuze uitdaging zijn dit te organiseren én effectief
te controleren of de toegekende middelen wel goed worden ingezet!
Een beleid met meetbare effecten
"Behalve voor het GOK-beleid zijn er dus weinig cijfergegevens
over de zorgverlening in het gewoon
onderwijs. Door het structureren van de zorg in één gemeenschappelijk
referentiekader voor gewoon
én buitengewoon onderwijs – het leerzorgkader – kunnen
we op termijn meer systematisch gegevens
registreren. Dit zal ook toelaten uitspraken te doen over de effecten van
genomen maatregelen."
Blijkbaar lopen er nogal wat mensen in ons onderwijs rond die met "zorg"
gelden worden betaald, maar die niet altijd allemaal rechtstreeks of onrechtstreeks
"zorg" geven aan leerlingen. De letterwoorden om deze mensen
aan te duiden verwijzen wel naar zorg, maar hun dagelijkse werkzaamheden
situeren zich er niet altijd helemaal in... Dat zal dus veranderen...met
meer zorg voor de leerling tot gevolg, en meetbare resultaten? Laat ons
hopen!
Cijfers? Er bestaan maar liefst 75 CLB's met samen 2700 personeelsleden,
en 5 pedagogische begeleidingsdiensten, die klaar moeten gestoomd worden
om het geheel te ondersteunen... da's een heel pak steun toch? Zet daarbij
heel het pakket GON uren, de BPT's, de GOK uren...de uren bijzonder onderwijs
en de speciale onderwijsmiddelen in dat kader....als dat allemaal effectief
naar "meer op de behoeften van leerlingen inspelende zorg" zal
gaan in de toekomst, hebben we wel wat te verwachten!
Het spanningsveld tussen "persoonlijke ontwikkeling"
en "voorbereiden op de samenleving"
"De samenleving verwacht dat het onderwijs mensen vormt om een
bepaald beroep in die samenleving uit te oefenen, om solidaire en geëmancipeerde
burgers te worden en om tot persoonlijke ontwikkeling te komen. We zouden
dit schematisch kunnen vertalen in een spanningsveld tussen enerzijds ‘voorbereiden
op de samenleving’ en anderzijds ‘gericht zijn op de persoonlijke
ontwikkeling van leerlingen’. In elke school komen beide componenten
voor en wordt er naar een evenwicht gezocht. Een gewone school heeft leren
omgaan met de eisen van de kwalificatie, eindtermen en leerplannen aan
de ene kant, en de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen aan de andere
kant."
En verder: "In het buitengewoon onderwijs wordt gewerkt vanuit
ontwikkelingsdoelen en een
individuele handelingsplanning. Daar staat de persoonlijke ontwikkeling
op het voorplan."
Interessant, deze passages van de discussienota. Het
gewone onderwijs heeft dus, naast de persoonlijke ontwikkeling van elke
leerling, het doel mensen te vormen die in de maatschappij van nut kunnen
zijn. Een extra argument geeft dat wel voor onze kinderen:
als ze in een gewone school niet tot een diploma en tot vaardigheden komen
die hen in staat stellen op een nuttige en volwaardige manier mee te draaien
in de maatschappij, heeft het systeem dan niet gefaald?
Als een HB leerling dus afhaakt, als hij noodgedwongen dan maar naar thuisonderwijs
stapt, of niet tot een diploma komt, is er dan niets ernstigs aan de hand?
De probleemtypologie
Velen hebben reeds geformuleerd dat de huidige indeling van leerlingen
die speciale noden hebben uit de tijd is. Dat zie je in de cijfers, dat
hoor je bij leerkrachten en beleidsvoerders.
Kijk bv. naar de toename van verwijzingen naar type 7, de kinderen met
"auditieve beperkingen", die vooral met een groter aantal vaststellingen
van autisme te maken heeft...denk aan de hyperactieve kinderen die "nergens"
thuishoren, en dus bij "gedragsstoornissen" worden geklasseerd,...en
wat te doen met kinderen met zware psychische problemen, en met het onevenredig
aantal kansarmen en migranten in het buitengewoon onderwijs? ... en natuurlijk
ook: Wat te doen met de hoogbegaafden en HB-tweemaal speciaal leerlingen?
De huidige types en opleidingsvormen getuigen (dixit de nota) van een
verregaand "hokjesdenken" dat 30 jaar
geleden misschien vernieuwend kon zijn, maar dat nu hopeloos achter loopt
op de realiteit van elke dag.
En verder speelt er blijkbaar het perverse effect van de inschatting
van de "draagkracht" van scholen. De ene school
kan meer dan de andere, met evenveel middelen, blijkt. Sommige scholen
verwijzen veel sneller -met hulp van het CLB- door naar het bijzonder onderwijs,
andere scholen kunnen duidelijk meer opvangen. Wat is beter? Da's de vraag...
Eén en ander leidt in deze ministeriële nota tot de formulering
van de zorgniveaus en clusters: ruime begrippen die een invulling zullen
moeten krijgen op niveau van testing, indicatiestelling, concrete uitvoering
én kwaliteitscontrole van de diensten die het allemaal zullen moeten
begeleiden: de CLB's.
Zullen we dus in de toekomst meer CLB's dan vandaag (en er zijn er al
die een hele evolutie meemaakten, gelukkig, maar er zal werk aan de winkel
zijn bij vele anderen ook) kunnen vinden in onze scholen die ook over
hoogbegaafden en tweemaal speciaal leerlingen zinnige dingen kunnen zeggen?
Zullen we niet langer zoals vandaag voor alle zekerheid beroep doen op
(dure) privé testing en begeleiding, omdat die centra de reputatie
hebben béter dan wie ook te weten hoe hoogbegaafden functioneren?
Ik onthou: in de toekomst zal ik in het ideale geval
mogen verwachten van het CLB dat het zo nodig een goede testing organiseert,
dat het de school van mijn kind ondersteunt bij het opstellen van een
plan van aanpak, dat het mij en mijn HB kind helpt tijdens de schoolloopbaan
van mijn kind zodat het een doorlopende leerlijn kan krijgen aangepast
aan zijn leerbehoeften.
Dit viel me ook nog op: de nota verwerpt geenszins het "labelen"
van problemen, maar stelt de vraag naar een andere focus: deze op de leerprocessen.
Een mooie vraag vind ik dat: scholen hebben bij geplakte labels (en
blijkbaar vooral als er meerdere kinderen labels krijgen opgeplakt) wel
eens de reflex om "Dit gaat onze draagkracht te boven!" te gaan
roepen met de handen in de lucht, wat al snel de buitenschoolse (vaak
duur betaalde) hulp op gang brengt. Denk maar aan de vele uren psychologische
begeleiding, schrijfkiné, de logopedie om de open en gesloten lettergrepen
te oefenen, de logo om een kind de splitsingen van 10 te leren, enz, enz.
Terecht in bepaalde gevallen, maar blijkbaar kan men zulke dingen ook
vaak opvangen in de school... met de nodige middelen en/of kennis van
zaken, inzet, wil,... wat nog?
Bij een focus op de leerprocessen eerder dan op de labeling van mogelijke
"problemen", volgt men een meer actiegerichte weg. Dit geeft
mogelijk ruimte voor het ontwikkelen van een eigen beleid in de school
dat meer leerling- en leerproces gericht is.
Ik onthou: het leerproces eerder dan de labeling van
een leerling (en de doorverwijzing van leerlingen eens het labeltje geplakt
is) komt centraal te staan. Dit schept mogelijkheden voor een nieuwe dynamiek
binnen scholen.
En wat voor wie geen probleem heeft?
Terecht protesteren ouders en leerkrachten tegen de problematisering
van hoogbegaafdheid. Hoogbegaafdheid is immers geen probleem, noch is het
een handicap of beperking. Het is vaak de beperking van de HB leerling
op school die een probleem op zich vormt.
Biedt deze zorgnota daar een antwoord op? Misschien wel, door de focus
op de leerprocessen en de betere begeleiding ervan. Uiteindelijk wordt
er toch expliciet verwezen naar zorg in cluster 1, waar de zorg op niveau
1 juist de garantie zou moeten bieden aan ALLE leerlingen om zich ten
volle te ontplooien.
Ik onthou:
- Het leerproces van de HB leerling moet dus in de toekomst beter begeleid
kunnen worden dan het vandaag het geval is op vele scholen, en dat op
zorgniveau 1 (kijk ook eens naar de
scholen die wél iets bieden vandaag al, en lees de schoolvoorbeelden
erop na om te zien hoe het vandaag al hier en daar prima gebeurt met de
beperkte middelen die men heeft!).
- Pas als er zich problemen voordoen (en laat ons wel wezen: ze bestaan,
de hb's met problemen die toch geen tweemaal speciaal leerlingen zijn!)
kan men overgaan naar zorgniveau 2, maar dan zal de school wel een verantwoording
moeten geven voor het feit dat het op zorgniveau 1 niet gelukt is!
Een nieuwe benadering van problemen
"Het vaststellen en in kaart brengen van problemen moet erop
gericht zijn om de onderwijsaanpak te verbeteren. Het moet een handelingsgerichte
diagnostiek zijn, gericht op de verbetering van het pedagogisch-didactisch
handelen, op leerkrachtondersteuning, op aangepaste materialen... Die handelingsgerichte
diagnostiek moet zwaarder doorwegen in de begeleiding van leerlingen met
specifieke onderwijsbehoeften en in de samenwerking tussen school en CLB."
Hieruit kunnen we onthouden: het gaat er dus niet langer
om een labeltje te plakken van een "defect", maar wél
om te bekijken hoe het pedagogisch klimaat en de didactiek kunnen aangepast
worden aan de noden van de leerlingen. De leerling centraal dus?
De noden van de leerling alleszins zo lijkt het wel, en dat in een model
dat handelen voorop plaatst: wat kan je DOEN, daar gaat het dus
om. Onthou dit dus voor je dialoog met de school van
je HB kind in de toekomst: een gesprek mag niet langer stoppen bij de
vaststelling van een leerbehoefte. Het moet verder gaan dan dat, in de
richting van concrete maatregelen op het vlak van didactiek en pedagogisch
klimaat van de school.
Dit citaat uit de nota kunnen we best zo goed mogelijk onthouden, inkaderen
maar, en boven je bed hangen!
"Welke veranderingen zijn er nodig in het curriculum,
in de manier van onderwijzen, in de organisatie en evaluatie?
En welke bijkomende personeels- en/of materiële middelen zijn er nodig
zijn om effectief en efficiënt leren mogelijk te maken voor alle leerlingen,
in het bijzonder voor leerlingen met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften?"
We onthouden: Het gaat er dus niet langer om de leerling
in te passen in het bestaande systeem, neen: het systeem moet
tegemoet komen aan de behoeften van de leerling.
Zouden we dus het zinnetje "hij moet zich maar leren aanpassen en
wat geduld te hebben tot de andere klaar zijn" in de toekomst dan
minder vaak horen?
De plaats van hoogbegaafden in een cluster én zorgniveau
In cluster 1 zitten de leerlingen zonder beperkingen.
In principe vinden we daar de hoogbegaafden: hoogbegaafdheid is duidelijk
geen beperking, maar een kans.
De minister formuleert het zo:
"Ook leerlingen die geen beperkingen hebben, maar wel problemen
omwille van persoonlijke
kenmerken zoals hoogbegaafdheid, hebben we in deze cluster opgenomen.
Het onderwijsaanbod kan
bv. op hun tempo worden afgestemd door individuele opdrachten."
Combineren we die wetenschap met de formulering van de zorgniveaus:
"Op het laagste zorgniveau zijn geen aanpassingen nodig. Het
aantal aanpassingen verhoogt van niveau II tot niveau IV."
Dan hebben we een aantal groepen te onderscheiden
- HB's die echt geen behoefte lijken te hebben aan formeel georganiseerde
extra zorg: het kan.
Er zijn nogal wat hb's die het goed doen in ons onderwijs, of die althans
geen "zorgvraag" formuleren. Ofwel geeft de school hen "vanzelf"
wat ze nodig hebben, ofwel zorgen ze zelf voor de nodige motivatie, ofwel...
loopt het toch nog mis?
Deze HB's zijn misschien wel het minst "bekend" van alle HB's
(als je heel de groep niet gediagnosticeerde HB's tenminste niet meetelt,
maar vermits zij niet getest zijn, ken je die per definitie niet): ze
doen het blijkbaar goed en vinden hun weg.
Of... ze doen het niet speciaal heel goed maar worden niet herkend als
zorgleerling...omdat wat voor hun mogelijkheden "niet zo'n geweldige
prestatie " is, over het algemeen nog wel een goed resultaat oplevert.
We vinden hen in het schema
van Betts en Neihart wellicht bij de "succesvolle leerling"
of de "zelfstandige leerling". ... Maar wellicht ook in de "onderduiker"
categorie...
in geval van de succesvolle HB kan je blijkbaar gaan twijfelen: zorgniveau
1 of 2? Zouden ze, gezien de (niet echt nieuwe) doelstelling van ons onderwijs
om leerlingen de kansen te geven zich ten volle te ontwikkelen, echt geen
nut hebben van enkele specifieke maatregelen? Het gaat toch niet op om
hen niet de vaardigheden van, pakweg, leren leren, of zich leren organiseren,
niet mee te geven? Het gaat toch niet op hen op hun leerhonger te laten
zitten
En dan de onderduikers, hebben die geen behoefte aan een systematische
herkenning? Wat zouden we blij zijn met meer leerkrachten die het ook
uit zichzelf gaan ZIEN, dat onze HB zich aan het wegsteken is!
- "gewone" HB's met duidelijke zorgvragen:
ze zijn er, en ze zijn vaak ook zichtbaar voor wie wil kijken (de fiches
uit de werkmap leerzorg: "hoogbegaafd",
"hoogbegaafd, tweemaal speciaal",
"verveling" en "onderpresteren"
kunnen hierbij uiteraard een hulp zijn).
Ze vervelen zich.
Ze hebben geen nood aan iets leren dat ze al kennen.
Ze hebben een eigen leerstijl en eigen leerbehoeften.
Ze gaan soms gedragsproblemen vertonen, of psychische problemen.
Het kan hier allicht in een aantal gevallen gaan om leerlingen die minstens
zorgniveau 2 nodig hebben, want ze hebben een eigen aanpak,
kennis van de leerkrachten, aangepast materiaal, een andere organisatie
van de lessen, enz nodig. Onthouden dus: zorgniveau twéé
of meer...
Clusters 2 tot 4 groeperen de leerlingen met
beperkingen. Afhankelijk van de beperking die een "tweemaal
speciaal" HB leerling heeft, kan hij terecht in één
van deze clusters, maar kan er even goed blijkbaar gekozen worden voor
cluster 1 mét een behoorlijk zorgniveau.
Ook hier geldt dus dat de zorgvraag van kind tot kind verschillende
zorgniveaus kan impliceren, en dat er keuzes kunnen gemaakt worden ivm
de clusters.
Bijzondere aandacht zal moeten gaan naar een goede differentiaalanalyse
van de sterktes (het HB aspect, of bepaalde sterktes die met de problematiek
van de leerling te maken hebben) en zwaktes van de HB-tweemaal speciaal
leerling, zodat keuzes met kennis van zaken worden gemaakt.
Het is (nog veel te weinig) bekend dat de zorgvraag van tweemaal speciaal
leerlingen dubbel is: uitdaging geven op de sterke kanten, helpen compenseren
en dispenseren waar het nodig is. Lees er de knappe
tekst van Anny Cooreman even op na...
Afhankelijk van wat het resultaat van de analyse is, kan één
van de 4 clusters met één van de 4 zorgniveaus een uitkomst
bieden. Of tenminste zou het systeem dat moeten bieden. Zodat de tweemaal
speciaal kinderen niet langer terechtkomen in onaangepaste scholen, dan
wel dat ze enkel in (wegens niet gesubsidieerd eerder kostelijke) privé-scholen
pas echt aan hun trekken komen.
Ik onthou: Momenteel zoeken veel ouders van tweemaal
speciaal kinderen hulp bij multidisciplinaire centra, psychologen, psychiaters,
Logo's, kinesisten, CBO, GON begeleiders...of een combinatie van deze
hulpverleners. Zullen we in de toekomst in dit proces de CLB's meer prominent
naar voren zien treden in een coördinerende rol?
Cluster 4 is wel speciaal: hier kunnen leerlingen met
"beperkingen in de sociale interactie" zorg krijgen. Er wordt,
naast ADHD en Autisme, specifiek verwezen naar "leerlingen met gedrags-
en emotionele problemen". Vooral de behoefte aan "structurerende
opvoedingstechnieken" staat centraal. het gaat dus niet om leerlingen
die door de omgeving in de problemen komen, maar wél om leerlingen
met een stoornis (psychische of ontwikkelingsstoornis).
Ik onthou: Een HB leerling die ernstig in de problemen
komt op sociaal vlak, door een gebrek aan aansluiting met leeftijdsgenoten,
hoort hier niet thuis! Hij hoort de kans te krijgen met ontwikkelingsgelijken
op te trekken, zodat ook voor hem de sociale interactie een hulp kan zijn
tot ontwikkeling van zijn persoontje...
Een interessante formulering om de keuze voor inclusief onderwijs dan
wel bijzonder onderwijs (excuus voor de oude termen) te begrijpen is dit:
"De intensiteit van de opvoedingsbehoeften van deze kinderen bepaalt
het zorgniveau waarmee ze in deze cluster het meest gebaat zijn. Niet hun
stoornis, wel de aanpak van hun onderwijs- en opvoedingsbehoefte bepaalt
de keuze van het zorgniveau."
- We onthouden dat de keuze van het gewone dan wel het
bijzonder onderwijs niet langer "vanzelf" zal gebeuren omdat
er wordt gekozen voor een bepaald niveau van zorg: ook gespecialiseerde
en intensieve zorg van hoog niveau zal mogelijk moeten worden gemaakt
in het gewone onderwijs!
Bepaling van het zorgniveau
"Voor elke leerling wordt nagegaan welk zorgniveau aangewezen
is om een zo goed mogelijk antwoord
te bieden op zijn/haar ondersteuningsnoden. Dit zorgniveau kan worden herzien.
Wanneer blijkt dat
ook de indicatiestelling (clustering) niet meer van toepassing is, wordt
ook die opnieuw geëvalueerd.
Het zorgaanbod zal altijd tot stand komen in samenwerking met de Centra
voor Leerlingenbegeleiding
en de pedagogische begeleidingsdiensten."
En belangrijk voor ouders:
"De ouders worden bij de te ondernemen stappen betrokken. Het
verwerven van de nodige
competenties door de leerlingen wordt niet in vraag gesteld."
We onthouden
- Dat het zorgniveau voor élke leerling zal worden
bekeken. Zal dit dan leiden tot een gestandaardiseerd systeem van screenings?
Tot een gestandaardiseerd kindvolgsysteem? Of gaat elkeen verder kunnen
doen zoals het nu gebeurt: de ene zus, de andere zo?
- Dat CLB's, schoolbegeleidingsdiensten én de scholengroepen een
belangrijke ondersteunende rol zullen gaan spelen, net zoals de GON begeleiding,
en dat deze laatste begeleiding zowel voor het team als voor een individuele
leerling zak kunnen bestaan.
- Dat de leerkrachten en schoolteams dus niet meer alleen zullen staan
als ze een zorgbeleid gaan uitbouwen voor hoogbegaafden?
- Dat het zorgbeleid van een school een directe relatie zal hebben met
de zorgniveaus van de in de school aanwezige leerlingen, eerder dan met
de beslissing van de school ivm met welke soorten leerlingen zij zich
al dan niet wenst bezig te houden?
- Dat je als ouders betrokken wordt en je inbreng kunt doen ( misschien
doe je dat dan ook best!)
Met het zorgniveau 1 moeten er in de toekomst al mogelijkheden
zat zijn normaal, want: "Wanneer problemen bij het leren ontstaan,
wordt het leerproces bijgestuurd door te differentiëren en te remediëren.
Er is ook een gericht nascholingsbeleid om de zorgbreedte van het team
te versterken. Scholen kunnen voor de uitbouw van een zorgbeleid en -praktijk
een beroep doen op de ondersteuning van de begeleidingsdiensten en van
de Centra voor Leerlingenbegeleiding. De ondersteuning is teamgericht."
- Ai. "Wanneer er problemen bij het
leren ontstaan"... Hopelijk mag het ook voorheen al,
differentiëren? Een hoogbegaafde moet toch niet eerst in de problemen
komen hopelijk, om een aangepast aanbod te krijgen?
Blijkbaar mogen wij dat wel vragen: de nota zegt immers
ook: "De school voert een structureel beleid
en een gerichte praktijk
om problemen bij het leren te voorkomen. Het leer- en
ontwikkelingsproces van de leerlingen wordt nauwkeurig opgevolgd met een
leerlingvolgsysteem"
- We onthouden: differentiatie, een aangepast leeraanbod,
zit mogelijk in de toekomst in het "gewone programma", want
de school moet structureel maatregelen nemen om problemen te voorkomen,
en dat via een gericht leerlingvolgsysteem ook opvolgen.
Maar zit de hulp die onze kinderen nodig hebben wel op zorgniveau
1? Er staat immers: "Elke leerling kan wel eens hulp
nodig hebben voor een korte periode. De problematiek
is occasioneel en tijdelijk."
Ahum. Hb zijn, 't gaat niet over folks! De hulp duurt wel eens langer
dan een "korte periode", de behoefte aan een aangepaste leeromgeving
blijft...
Zonodig over naar zorgniveau 2 dan maar zeker?
Verderop in de nota staat er nog een mooie passage over de ambitie
die elke leerkracht moet hebben wat het aanleren van basisvaardigheden
betreft aan leerlingen:
"De opvang van leerlingen voor wie het leren van basisvaardigheden
in het algemeen en in het
bijzonder van lezen, rekenen en schrijven niet vlot verloopt, moet tot
de kernopdracht van het gewoon
onderwijs behoren. Vooraleer over te gaan tot bijkomende inspanningen,
moet voor leerlingen met
leerproblemen de differentiërende en remediërende capaciteit
in gewone scholen ten volle worden
benut. Het moet de ambitie zijn van elke leerkracht om hiervoor het vereiste
vakmanschap te
verwerven. Begeleiding op de werkvloer (zorgcoördinatie) moeten helpen
om de nodige competenties
hiervoor te behouden en verder te ontwikkelen."
We onthouden:
- Wat gaan we dus in de toekomst doen met versnelde leerlingen die schrijfproblemen
hebben? Ze opvangen mevrouw, mijnheer! Tijd geven! Begrijpen dat hun handen
soms "gewoon op leeftijd " zijn, ook al kan hun hoofd de spellingsregels
perfect verwerken!
- Wat gaan we doen met leerlingen die op hun "eigen" manier
en tempo leerstof verwerken? De leerling verder helpen met zijn eigen
manier en ritme van leren? Remmen? Stimuleren? Het ideale antwoord moet
intussen wel duidelijk zijn zeker!
De sociaal-emotionele argumenten dan. Weerom is er blijkbaar
een taak voor de leerkracht weggelegd:
"De leerkrachten moeten aandacht hebben voor de evenwichtige
emotionele en sociale ontwikkeling
van hun leerlingen en inzicht in gedrags- en communicatieproblemen. Ze
moeten ook competenties
hebben om gedrag te sturen, een omgeving aan te bieden met structuur, regels
af te spreken en die ook consequent toe te passen."
- Onze leerkrachten worden dus in de toekomst goed geschoolde duizendpoten,
als we deze nota goed hebben gelezen... hopelijk begint dat al bij de
basisopleiding!
- Niet langer onze HB moet zich in de toekomst eindeloos aanpassen: de
leerkracht moet voldoende competenties hebben om gedrag te sturen en de
juiste omgeving te bieden voor een evenwichtige emotionele en sociale
ontwikkeling. Vermits die omgeving vaak impliceert dat de HB ontwikkelingsgelijken
of tenminste anderen om mee te kunnen communiceren moet kunnen vinden,
zijn zaken zoals plusklassen, kangoeroeklassen, versnelling,... niet echt
meer "ongebruikelijk of speciaal", maar eerder "nodig en
zonodig beschikbaar" te noemen?
Vermits HB's toch echt wel vaak ook op sociaal en emotioneel vlak een
beetje "speciaal" zijn, zullen de leerkrachten die extra vaardigheden
best tot nut kunnen maken!
Zorgniveau twee (of hoger) dan. Hier gaat het over specifieke
maatregelen bij leerproblemen, waar de "tweemaal speciaal" HB's
en HB's die om de één of andere reden tijdelijk in de problemen
komen zeker nut van zullen hebben: "Bij compenseren worden over
heel de school goede afspraken gemaakt voor het gebruik van compensatiestrategieën,
zowel bij het inoefenen als bij het evalueren. Het team zorgt voor de hulpmiddelen
en de begeleiding bij het leren gebruiken van deze middelen. Bij dispenseren
wordt een programmaonderdeel dat voor de verdere studiekeuze en loopbaan
van een leerling niet echt noodzakelijk is maar een belangrijke hinderpaal
blijkt te zijn, niet verder in rekening genomen."
- Zullen we het dus meemaken, dat een HB ondanks zijn goede leervermogen
toch dispenserende en compenserende maatregelen krijgt van elke leerkracht
voor zijn dyslexie, voor zijn ADHD, voor zijn autisme, voor zijn...? En
dat dit op schoolniveau geregeld wordt, dus zonder discussies bij elk
oudercontact? Fijn zo!
- De GON begeleiding op dit zorgniveau is teamgericht. Kan dat geen harde
noot zijn om te kraken voor leerlingen die nu individuele GON begeleiding
krijgen? Anderzijds kan het teamgericht werken misschien net dat beetje
verschil maken ivm alle misverstanden tussen die tweemaal speciaal HB's
en leerkrachten die het maar niet kunnen rijmen: dat "slimme"
samen met dat "beperkte"?
"De expertise is niet zozeer gelegen in kennis van stoornissen,
maar vooral in een beter pedagogisch-didactisch inspelen op de noden van
leerlingen"
- We onthouden: ook hier weer die nadruk op aanpak:
niet zozeer de labeltjes zijn mogelijk in de toekomst het belangrijkste,
wél de bekwaamheid en daadkracht van het onderwijspersoneel!
En dan dit mooie zinnetje: "Een overgang van zorgniveau I naar
zorgniveau II zal onderworpen zijn aan een verantwoording door school en
CLB. Er zal o.m. moeten aangetoond worden waarom de hulp op zorgniveau
I niet tot de gewenste resultaten heeft geleid."
- Daar heb je hem eindelijk: de resultaatsverbintenis! Scholen
zullen, als ze extra middelen wensen, moeten aantonen dat ze hun best
hebben gedaan vanaf het begin. Niet zozeer de aanwezigheid van zorgleerlingen,
maar wél wat je voor die leerlingen hebt gedaan, zal in de toekomst
een criterium kunnen worden voor extra middelen blijkbaar. Scholen die
dus effectief een inspanning doen, gaan hiervoor dus misschien eindelijk
beloond worden. En scholen die alleen op basis van de aanwezigheid van
bepaalde "problematieken" om méér middelen vragen,
zullen éérst kunnen verantwoorden waarom het hen met dezelfde
middelen als een andere school niet lukt op een lager zorgniveau!
"Leerlingen die ernstige problemen hebben die niet het gevolg
zijn van stoornissen, zoals ernstige psychosociale moeilijkheden, kunnen
ook geholpen worden met een aanbod op zorgniveau II."
- We onthouden: als onze HB in de problemen komt op
sociaal of psychisch vlak, kunnen we mogelijk een beroep doen op het zorgniveau
2 (of hoger). En als die problemen (mee) veroorzaakt zijn door een gebrek
aan zorg op zorgniveau 1, zal de school zich daarvoor moeten verantwoorden.
Op naar een preventieve aanpak dus? En mogelijkheden om, als het toch
niet lukt, extra zorg te krijgen, ook voor HB's. Het CLB zal daarbij kunnen
helpen.
De speciale onderwijsmiddelen
Als we kijken naar de zorgmatrix, zien we dat de school beroep kan doen
op speciale onderwijsmiddelen vanaf cluster 3. In cluster 1 (kinderen zonder
beperkingen) is enkel "zorgbeleid/GOK" voorzien.
- Tegelijk is er die nadruk op preventief werken, op
ontwikkelingskansen voor elk kind, op centraal
zetten van de zorgbehoeften van de leerling
- We onthouden: wat HB's nodig hebben aan onderwijsmiddelen,
behoort tot wat standaard zal moeten aanwezig zijn in
scholen. Dit zullen we nauwgezet moeten opvolgen...
Heb je na lezing van de nota van de minister
of na lezing van deze commentaartekst er behoefte aan een reactie aan iemand
te sturen?
Andere teksten:
|