Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Visies op hb-onderwijs
Ouders stellen vragen
Begrippen
Werkvormen
Leg de basis in de klas!
Kangoeroeklassen
Groeperen
Mag het wel, HB zijn?
Het pyramide project
Zekerheid?
Brief aan de minister
Nota voor de minister
Visietekst N.
Zorgdecreet en HB's
...
 
Discussienota hervorming onderwijs voor kinderen met speciale behoeften

Verantwoording

De minister van onderwijs Frank Vandenbroucke en zijn kabinet hebben ambitieuze plannen voor ons onderwijs: de zorg in het onderwijs wordt in de toekomst volledig hertekend, met de bedoeling zowel in het gewone als in het buitengewone onderwijs beter te kunnen inspelen op de actuele zorgbehoeften van leerlingen. Het is duidelijk de bedoeling dat er zo veel mogelijk kinderen in het gewoon én buitengewoon onderwijs aan hun trekken zullen komen in de toekomst.

Een loffelijk voornemen.

Persoonlijk denk ik niet dat de medewerkers van de minister de hoogbegaafden of HB-tweemaal speciaal leerlingen voor ogen hebben gehad, toen ze deze nota aan het voorbereiden waren. het gaat duidelijk om een nota die bedoeld is om de reeds lang verouderde schotten tussen de verschillende types van onderwijs te doen verdwijnen door gebruik te maken van de huidige kennis rond leer-en ontwikkelingsstoornissen en moderne pedagogische inzichten, en om de zorguren en - budgetten in dat kader efficiënter te doen gebruiken in de toekomst.

Ik las deze discussienota met in mijn achterhoofd twee groepen leerlingen die me na aan het hart liggen: de hoogbegaafden en de "tweemaal speciaal" leerlingen. Want ook zij zijn kinderen die *zorg* behoeven, ze worden trouwens specifiek bij naam genoemd in de nota.

Zullen onze kinderen *dus* ook beter aan hun trekken komen in de toekomst? En in welke terminologie en redeneringen moeten wij ons als ouders en begeleiders dan mogelijk gaan inpassen?

Ik probeer in dit stukje de mogelijke handvatten die in de nota zitten om er voor hoogbegaafden ook iets uit te halen, op een rijtje te zetten. Aanvullingen en commentaren zijn welkom!

Hierbij maak ik dus een selectie uit de nota, die per definitie subjectief is: de selectie van een moeder van HB's.

Wie de volledige nota wil lezen kan ze hier (inclusief een inleiding er op) vinden. Een aanrader: lees ze best ook eens volledig zelf, met een open oog. Want er zitten wel degelijk aanzetten in waarmee je aan de slag kunt gaan.

Het is helemaal niet mijn bedoeling de nota of het mogelijk toekomstige beleid dat eruit kan gaan volgen op zich te evalueren. Dat laat ik graag aan anderen over die hierin meer bevoegd menen te zijn. Het gaat mij er enkel om de zaken die mogelijk van belang zijn voor onze dialoog met de scholen van onze kinderen in de toekomst, even extra te belichten.

Mij gaat het er dus in de eerste plaats om te bekijken wat deze nota (en de mogelijke besluiten waartoe ze kan leiden) kan brengen voor onze kinderen. Hoe kunnen we met andere woorden deze nota lezen en in de toekomst goed hanteren zodat onze kinderen OOK, net als alle kinderen, de zorg krijgen waar ze nood aan hebben?

De Clusters: een eerste centraal begrip

De nota voorziet in de toekomst 4 clusters van leerlingen, die veel ruimer zijn dan de huidige indelingen:

De clusters hebben te maken met leerlingenkenmerken. Het gaat om: 

  • Leerlingen zonder beperkingen. Dit zijn alle leerlingen die niet onder de andere clusters vallen. Hierbij zijn inbegrepen: leerlingen die extra aandacht nodig hebben, bv. omwille van een anderstalige thuis, ...)
    Ik onthou uit de nota: hier horen de HB's thuis die géén "tweemaal speciaal" stukje hebben
  • Leerlingen met beperkingen bij het leren (bv. dyslexie) 
  • Leerlingen met functiebeperkingen (bv. slechthorend) 
  • Leerlingen met beperkingen in de sociale interactie (bv. autisme). 

    Deze clusters zijn veel breder dan de bestaande types en laten zo een veel soepeler oriëntering van de leerlingen toe.

    Waar horen de hoogbegaafden in de clusters thuis?

    • Dat is wel duidelijk: HB's hebben vanuit hun HB zijn géén beperkingen. Maar... het zijn wél leerlingen die vaak extra aandacht nodig hebben: de leerkrachten in de kleuterscholen slepen ander materiaal aan dan de andere kleuters gebruiken, soms gaat men over tot (hopelijk goed begeleide) versnelling, ook in de basisschool stopt die leerling niet met leerstof op zijn eigen manier, soms sneller maar duidelijk anders te verwerken dan de klasgenoten, de sociale vraag stelt zich wel eens omdat een hb niet altijd voldoende ontwikkelingsgelijken heeft in de eigen leeftijdgroep om tot een volwaardige sociale interactie te kunnen komen, enz, enz....
    • Te onthouden : onze HB's horen wel degelijk in de eerste cluster thuis, mét extra aandacht. Mooi zo. Nu moeten ze die natuurlijk ook nog zien te krijgen...

En de tweemaal speciaal leerlingen?

  • Het is wel duidelijk dat ze in één van de drie andere clusters thuishoren, en laat ons er dus vooral op letten dat ook zij aan hun trekken komen.
  • Hoogbegaafdheid, en de mogelijkheid om al dan niet de beperkingen deels te compenseren of te camoufleren, mogen geen aanleiding zijn om de zorg die een tweemaal speciaal kind omwille van zijn beperkingen nodig heeft, niet te geven.
  • Het zal hopelijk voor iedereen wel duidelijk zijn dat er én op de hoogbegaafdheid, én op de beperking moet worden ingespeeld. Dansen op een slappe koord? Ja, maar het kan. Kijk maar eens naar wat *Eureka*onderwijs al jaren doet...

De zorgniveaus: tweede centraal concept

De zorgniveaus gaan over de kenmerken van het onderwijs zelf. Hoe hoger het niveau, hoe meer zorg de leerling nodig heeft. Afhankelijk van het zorgniveau verschillen de aanpak in de klas, de ondersteuning voor de leerkrachten, het soort diploma of certificaat dat de leerling behaalt, de beschikbare middelen, …

Zorgniveau 1 en 2 zijn bedoeld voor gewone scholen, niveau drie kan zowel in het gewone als het buitengewoon onderwijs (beide krijgen hiervoor in principe dezelfde omkadering), en 4 is gereserveerd voor het buitengewoon onderwijs.
Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) speelt, in nauw overleg met de school, de ouders en de leerling zelf een centrale rol bij de selectie van het zorgniveau.

Het zorgniveau is ook niet absoluut: leerlingen kunnen ook veranderen van zorgniveau. Een leerling kan wel pas naar een hoger zorgniveau als de school aantoont dat ze voldoende inspanningen geleverd heeft op het oorspronkelijke zorgniveau.

Aha! Te onthouden: De school moet dus kunnen aantonen dat ze voldoende inspanningen levert op het lagere zorgniveau, voor een leerling van zorgniveau verhoogt. Als een hoogbegaafde leerling dus in de problemen komt, als leerling van zorgniveau 1, en er wordt gevraagd naar een begeleiding op zorgniveau 2, moet de school dat kunnen verantwoorden. Geeft dit geen hoop? Scholen zouden daarmee een zetje kunnen krijgen om op het niveau 1 een meer verantwoord beleid te voeren, waarin een brede zorg voor ALLE leerlingen zonder beperkingen (maar misschien wel met nood aan extra begeleiding!) centraal staat?

De combinatie van clusters en zorgniveaus geeft een matrix met 4 x 4 = 16 velden, waarvan er slechts 13 als zinvol worden weerhouden door de opstellers van de nota. U kunt hem hier downloaden (ppt, 1 blad).

En dan de nota zelf...

Het is een discussienota. En dus mogen we misschien wel onze mening kwijt, ergens (onderaan deze tekst vindt u enkele e-mail adressen en het adres van het forum van LetOp).

Er staat ook dit in de nota: laat ons dat niet uit het oog verliezen: "Deze tekst heeft niet de pretentie een allesomvattend en definitief antwoord te formuleren op de vele problemen die samenhangen met het onderwijs aan leerlingen met specifieke noden. Wel is het de bedoeling om het beleid op een open manier te ontwikkelen en met de verschillende onderwijsactoren te overleggen over deze toch wel erg complexe materie."

De minister ziet dus wel degelijk in dat het gaat om een zeer complexe materie. Het is duidelijk dat er nog heel wat stappen te nemen zijn, en dat er nog even gewerkt zal worden voor we concrete beleidsvoorstellen gerealiseerd gaan zien.

De ondertitel "Een kader voor zorg op maat van elk kind", geeft hoop, is het niet? En verderop staat: "Wat in deze conceptnota behandeld wordt, raakt de kern van het onderwijs: elk kind goed onderwijs
aanbieden, rekening houdend met individuele verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen."

De minister laat zijn slogan "Goed voor de sterken, sterk voor de zwakken" van de beleidsbrief van het schooljaar 2004-2005 duidelijk niet los, hij herhaalt hem ook in deze nota. Hij heeft het over "dat elk kind in zijn of haar groei tot volwassene zo veel mogelijk kansen krijgt om te leren en zich te ontwikkelen".

Te onthouden: Als het aan de minister ligt, kunnen de hoogbegaafden én de HB-tweemaal speciaal kinderen dus alle kansen krijgen die ze nodig hebben. Hij heeft het namelijk over ELK kind...
We mogen bijgevolg als ouders verwachten en vragen dat ons kind zo veel mogelijk kansen krijgt om zijn/haar talenten te ontwikkelen.
Zal de uitspraak "maar mevrouw, het is juist goed dat uw kindje wat minder dan het kan gaat presteren, zo valt het niet meer op in de klas" dan ooit eens kunnen geklasseerd worden als een akelige anekdote uit een donker verleden?

Doelgroep van de nota

Het gaat over "leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften", en dat betekent volgens de minister: "Het gaat om leerlingen voor wie scholen hun organisatie en werking moeten aanpassen, op wie leerkrachten het curriculum en hun manier van onderwijzen moeten afstemmen en/of voor wie bijkomende middelen nodig zijn om effectief en efficiënt te leren."

Aha! te onthouden: onze hoogbegaafden en hb-tweemaal speciaal kinderen vallen hier zéker onder. Ze hebben specifieke onderwijsbehoeften, dat geeft iedereen die betrokken is wel toe. En de minister koppelt daar enkele heel belangrijke zaken aan:

  • De scholen moeten hun organisatie en werking aanpassen.
  • De leerkrachten moeten hun manier van lesgeven aanpassen.
  • Bijkomende middelen zijn eventueel nodig.

Zal het dus niet langer nodig zijn in de toekomst als ouders zélf te gaan pleiten voor een meer specifieke begeleiding, omdat de scholen hun organisatie en werking MOETEN aanpassen?
Zal het argument "maar dat is niet voorzien in de methode" dan eindelijk opgeborgen worden?
Zullen scholen die specifieke initiatieven nemen of materialen kopen daar dan ook voldoende budgetten voor hebben, zodat er ook enige zekerheid is rond het voortbestaan van deze initiatieven?

Een leerzorgkader

"Een leerzorgkader is een raamwerk van zorg op maat in het gewoon en het buitengewoon onderwijs"

De minister plaatst het ontwikkelen van een goed geolied leerzorgkader in het perspectief van het personeel dat dit alles gaat uit moeten voeren:
"Belangrijke toetssteen daarbij zullen de implicaties zijn voor leerkrachten en voor andere personeelsleden in scholen en ondersteunende diensten, bv. pedagogische begeleiding en CLB-medewerkers. Zij zijn het die de leerzorg in praktijk moeten brengen. Hebben zij de noodzakelijke competenties? Beschikken zij over de nodige vorming en ondersteuning? Welke randvoorwaarden moeten vervuld zijn? Dit zullen ongetwijfeld centrale thema’s worden in de discussie over de uitvoering van het leerzorgkader"

Te onthouden: Blijkbaar mogen wij in de toekomst dus vragen en verwachten dat pedagogische begeleidingsdiensten (= de diensten van de onderwijskoepels) en CLB's (= centra voor leerlingenbegeleiding) de scholen de nodige ondersteuning en kennis zullen aanreiken voor het ontwikkelen van een betere begeleiding van HB's en HB's-tweemaal speciaal. Blijkbaar zullen we ons ook mogen verheugen op leerkrachten die tijdens hun opleiding of via nascholing kennis hebben meegekregen van wat een hoogbegaafde leerling of tweemaal speciaal leerling nodig heeft. Nu dat nog organiseren...

Aandacht voor de financiering

"Er zullen mechanismen moeten komen om het geheel financieel beheersbaar te houden."

Het zal wel duidelijk zijn van bij de start voor iedereen: de financiering van de scholen zal evolueren. Er zal blijkbaar rekening worden houden met de geboden zorg in een school: de behoeften van de leerlingen én de manier waarop de school aan die behoefte tegemoet komt zullen, meer dan vandaag, bepalen hoeveel middelen een school zal krijgen voor zorg. Het zal een serieuze uitdaging zijn dit te organiseren én effectief te controleren of de toegekende middelen wel goed worden ingezet!

Een beleid met meetbare effecten

"Behalve voor het GOK-beleid zijn er dus weinig cijfergegevens over de zorgverlening in het gewoon
onderwijs. Door het structureren van de zorg in één gemeenschappelijk referentiekader voor gewoon
én buitengewoon onderwijs – het leerzorgkader – kunnen we op termijn meer systematisch gegevens
registreren. Dit zal ook toelaten uitspraken te doen over de effecten van genomen maatregelen."

Blijkbaar lopen er nogal wat mensen in ons onderwijs rond die met "zorg" gelden worden betaald, maar die niet altijd allemaal rechtstreeks of onrechtstreeks "zorg" geven aan leerlingen. De letterwoorden om deze mensen aan te duiden verwijzen wel naar zorg, maar hun dagelijkse werkzaamheden situeren zich er niet altijd helemaal in... Dat zal dus veranderen...met meer zorg voor de leerling tot gevolg, en meetbare resultaten? Laat ons hopen!
Cijfers? Er bestaan maar liefst 75 CLB's met samen 2700 personeelsleden, en 5 pedagogische begeleidingsdiensten, die klaar moeten gestoomd worden om het geheel te ondersteunen... da's een heel pak steun toch? Zet daarbij heel het pakket GON uren, de BPT's, de GOK uren...de uren bijzonder onderwijs en de speciale onderwijsmiddelen in dat kader....als dat allemaal effectief naar "meer op de behoeften van leerlingen inspelende zorg" zal gaan in de toekomst, hebben we wel wat te verwachten!

Het spanningsveld tussen "persoonlijke ontwikkeling" en "voorbereiden op de samenleving"

"De samenleving verwacht dat het onderwijs mensen vormt om een bepaald beroep in die samenleving uit te oefenen, om solidaire en geëmancipeerde burgers te worden en om tot persoonlijke ontwikkeling te komen. We zouden dit schematisch kunnen vertalen in een spanningsveld tussen enerzijds ‘voorbereiden op de samenleving’ en anderzijds ‘gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen’. In elke school komen beide componenten voor en wordt er naar een evenwicht gezocht. Een gewone school heeft leren omgaan met de eisen van de kwalificatie, eindtermen en leerplannen aan de ene kant, en de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen aan de andere kant."

En verder: "In het buitengewoon onderwijs wordt gewerkt vanuit ontwikkelingsdoelen en een
individuele handelingsplanning. Daar staat de persoonlijke ontwikkeling op het voorplan."

Interessant, deze passages van de discussienota. Het gewone onderwijs heeft dus, naast de persoonlijke ontwikkeling van elke leerling, het doel mensen te vormen die in de maatschappij van nut kunnen zijn. Een extra argument geeft dat wel voor onze kinderen: als ze in een gewone school niet tot een diploma en tot vaardigheden komen die hen in staat stellen op een nuttige en volwaardige manier mee te draaien in de maatschappij, heeft het systeem dan niet gefaald?
Als een HB leerling dus afhaakt, als hij noodgedwongen dan maar naar thuisonderwijs stapt, of niet tot een diploma komt, is er dan niets ernstigs aan de hand?

De probleemtypologie

Velen hebben reeds geformuleerd dat de huidige indeling van leerlingen die speciale noden hebben uit de tijd is. Dat zie je in de cijfers, dat hoor je bij leerkrachten en beleidsvoerders.
Kijk bv. naar de toename van verwijzingen naar type 7, de kinderen met "auditieve beperkingen", die vooral met een groter aantal vaststellingen van autisme te maken heeft...denk aan de hyperactieve kinderen die "nergens" thuishoren, en dus bij "gedragsstoornissen" worden geklasseerd,...en wat te doen met kinderen met zware psychische problemen, en met het onevenredig aantal kansarmen en migranten in het buitengewoon onderwijs? ... en natuurlijk ook: Wat te doen met de hoogbegaafden en HB-tweemaal speciaal leerlingen?

De huidige types en opleidingsvormen getuigen (dixit de nota) van een verregaand "hokjesdenken" dat 30 jaar geleden misschien vernieuwend kon zijn, maar dat nu hopeloos achter loopt op de realiteit van elke dag.

En verder speelt er blijkbaar het perverse effect van de inschatting van de "draagkracht" van scholen. De ene school kan meer dan de andere, met evenveel middelen, blijkt. Sommige scholen verwijzen veel sneller -met hulp van het CLB- door naar het bijzonder onderwijs, andere scholen kunnen duidelijk meer opvangen. Wat is beter? Da's de vraag...

Eén en ander leidt in deze ministeriële nota tot de formulering van de zorgniveaus en clusters: ruime begrippen die een invulling zullen moeten krijgen op niveau van testing, indicatiestelling, concrete uitvoering én kwaliteitscontrole van de diensten die het allemaal zullen moeten begeleiden: de CLB's.

Zullen we dus in de toekomst meer CLB's dan vandaag (en er zijn er al die een hele evolutie meemaakten, gelukkig, maar er zal werk aan de winkel zijn bij vele anderen ook) kunnen vinden in onze scholen die ook over hoogbegaafden en tweemaal speciaal leerlingen zinnige dingen kunnen zeggen?
Zullen we niet langer zoals vandaag voor alle zekerheid beroep doen op (dure) privé testing en begeleiding, omdat die centra de reputatie hebben béter dan wie ook te weten hoe hoogbegaafden functioneren?
Ik onthou: in de toekomst zal ik in het ideale geval mogen verwachten van het CLB dat het zo nodig een goede testing organiseert, dat het de school van mijn kind ondersteunt bij het opstellen van een plan van aanpak, dat het mij en mijn HB kind helpt tijdens de schoolloopbaan van mijn kind zodat het een doorlopende leerlijn kan krijgen aangepast aan zijn leerbehoeften.

Dit viel me ook nog op: de nota verwerpt geenszins het "labelen" van problemen, maar stelt de vraag naar een andere focus: deze op de leerprocessen.

Een mooie vraag vind ik dat: scholen hebben bij geplakte labels (en blijkbaar vooral als er meerdere kinderen labels krijgen opgeplakt) wel eens de reflex om "Dit gaat onze draagkracht te boven!" te gaan roepen met de handen in de lucht, wat al snel de buitenschoolse (vaak duur betaalde) hulp op gang brengt. Denk maar aan de vele uren psychologische begeleiding, schrijfkiné, de logopedie om de open en gesloten lettergrepen te oefenen, de logo om een kind de splitsingen van 10 te leren, enz, enz. Terecht in bepaalde gevallen, maar blijkbaar kan men zulke dingen ook vaak opvangen in de school... met de nodige middelen en/of kennis van zaken, inzet, wil,... wat nog?

Bij een focus op de leerprocessen eerder dan op de labeling van mogelijke "problemen", volgt men een meer actiegerichte weg. Dit geeft mogelijk ruimte voor het ontwikkelen van een eigen beleid in de school dat meer leerling- en leerproces gericht is.

Ik onthou: het leerproces eerder dan de labeling van een leerling (en de doorverwijzing van leerlingen eens het labeltje geplakt is) komt centraal te staan. Dit schept mogelijkheden voor een nieuwe dynamiek binnen scholen.

En wat voor wie geen probleem heeft?

Terecht protesteren ouders en leerkrachten tegen de problematisering van hoogbegaafdheid. Hoogbegaafdheid is immers geen probleem, noch is het een handicap of beperking. Het is vaak de beperking van de HB leerling op school die een probleem op zich vormt.

Biedt deze zorgnota daar een antwoord op? Misschien wel, door de focus op de leerprocessen en de betere begeleiding ervan. Uiteindelijk wordt er toch expliciet verwezen naar zorg in cluster 1, waar de zorg op niveau 1 juist de garantie zou moeten bieden aan ALLE leerlingen om zich ten volle te ontplooien.

Ik onthou:

  • Het leerproces van de HB leerling moet dus in de toekomst beter begeleid kunnen worden dan het vandaag het geval is op vele scholen, en dat op zorgniveau 1 (kijk ook eens naar de scholen die wél iets bieden vandaag al, en lees de schoolvoorbeelden erop na om te zien hoe het vandaag al hier en daar prima gebeurt met de beperkte middelen die men heeft!).
  • Pas als er zich problemen voordoen (en laat ons wel wezen: ze bestaan, de hb's met problemen die toch geen tweemaal speciaal leerlingen zijn!) kan men overgaan naar zorgniveau 2, maar dan zal de school wel een verantwoording moeten geven voor het feit dat het op zorgniveau 1 niet gelukt is!

Een nieuwe benadering van problemen

"Het vaststellen en in kaart brengen van problemen moet erop gericht zijn om de onderwijsaanpak te verbeteren. Het moet een handelingsgerichte diagnostiek zijn, gericht op de verbetering van het pedagogisch-didactisch handelen, op leerkrachtondersteuning, op aangepaste materialen... Die handelingsgerichte diagnostiek moet zwaarder doorwegen in de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en in de samenwerking tussen school en CLB."

Hieruit kunnen we onthouden: het gaat er dus niet langer om een labeltje te plakken van een "defect", maar wél om te bekijken hoe het pedagogisch klimaat en de didactiek kunnen aangepast worden aan de noden van de leerlingen. De leerling centraal dus? De noden van de leerling alleszins zo lijkt het wel, en dat in een model dat handelen voorop plaatst: wat kan je DOEN, daar gaat het dus om. Onthou dit dus voor je dialoog met de school van je HB kind in de toekomst: een gesprek mag niet langer stoppen bij de vaststelling van een leerbehoefte. Het moet verder gaan dan dat, in de richting van concrete maatregelen op het vlak van didactiek en pedagogisch klimaat van de school.

Dit citaat uit de nota kunnen we best zo goed mogelijk onthouden, inkaderen maar, en boven je bed hangen!

"Welke veranderingen zijn er nodig in het curriculum, in de manier van onderwijzen, in de organisatie en evaluatie?
En welke bijkomende personeels- en/of materiële middelen zijn er nodig zijn om effectief en efficiënt leren mogelijk te maken voor alle leerlingen, in het bijzonder voor leerlingen met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften?"

We onthouden: Het gaat er dus niet langer om de leerling in te passen in het bestaande systeem, neen: het systeem moet tegemoet komen aan de behoeften van de leerling.
Zouden we dus het zinnetje "hij moet zich maar leren aanpassen en wat geduld te hebben tot de andere klaar zijn" in de toekomst dan minder vaak horen?

De plaats van hoogbegaafden in een cluster én zorgniveau

In cluster 1 zitten de leerlingen zonder beperkingen. In principe vinden we daar de hoogbegaafden: hoogbegaafdheid is duidelijk geen beperking, maar een kans.

De minister formuleert het zo:

"Ook leerlingen die geen beperkingen hebben, maar wel problemen omwille van persoonlijke
kenmerken zoals hoogbegaafdheid, hebben we in deze cluster opgenomen. Het onderwijsaanbod kan
bv. op hun tempo worden afgestemd door individuele opdrachten."

Combineren we die wetenschap met de formulering van de zorgniveaus:

"Op het laagste zorgniveau zijn geen aanpassingen nodig. Het aantal aanpassingen verhoogt van niveau II tot niveau IV."

Dan hebben we een aantal groepen te onderscheiden

  • HB's die echt geen behoefte lijken te hebben aan formeel georganiseerde extra zorg: het kan.

    Er zijn nogal wat hb's die het goed doen in ons onderwijs, of die althans geen "zorgvraag" formuleren. Ofwel geeft de school hen "vanzelf" wat ze nodig hebben, ofwel zorgen ze zelf voor de nodige motivatie, ofwel... loopt het toch nog mis?
    Deze HB's zijn misschien wel het minst "bekend" van alle HB's (als je heel de groep niet gediagnosticeerde HB's tenminste niet meetelt, maar vermits zij niet getest zijn, ken je die per definitie niet): ze doen het blijkbaar goed en vinden hun weg.

    Of... ze doen het niet speciaal heel goed maar worden niet herkend als zorgleerling...omdat wat voor hun mogelijkheden "niet zo'n geweldige prestatie " is, over het algemeen nog wel een goed resultaat oplevert.

    We vinden hen in het schema van Betts en Neihart wellicht bij de "succesvolle leerling" of de "zelfstandige leerling". ... Maar wellicht ook in de "onderduiker" categorie...

    in geval van de succesvolle HB kan je blijkbaar gaan twijfelen: zorgniveau 1 of 2? Zouden ze, gezien de (niet echt nieuwe) doelstelling van ons onderwijs om leerlingen de kansen te geven zich ten volle te ontwikkelen, echt geen nut hebben van enkele specifieke maatregelen? Het gaat toch niet op om hen niet de vaardigheden van, pakweg, leren leren, of zich leren organiseren, niet mee te geven? Het gaat toch niet op hen op hun leerhonger te laten zitten

    En dan de onderduikers, hebben die geen behoefte aan een systematische herkenning? Wat zouden we blij zijn met meer leerkrachten die het ook uit zichzelf gaan ZIEN, dat onze HB zich aan het wegsteken is!
  • "gewone" HB's met duidelijke zorgvragen: ze zijn er, en ze zijn vaak ook zichtbaar voor wie wil kijken (de fiches uit de werkmap leerzorg: "hoogbegaafd", "hoogbegaafd, tweemaal speciaal", "verveling" en "onderpresteren" kunnen hierbij uiteraard een hulp zijn).

    Ze vervelen zich.
    Ze hebben geen nood aan iets leren dat ze al kennen.
    Ze hebben een eigen leerstijl en eigen leerbehoeften.
    Ze gaan soms gedragsproblemen vertonen, of psychische problemen.

    Het kan hier allicht in een aantal gevallen gaan om leerlingen die minstens zorgniveau 2 nodig hebben, want ze hebben een eigen aanpak, kennis van de leerkrachten, aangepast materiaal, een andere organisatie van de lessen, enz nodig. Onthouden dus: zorgniveau twéé of meer...

Clusters 2 tot 4 groeperen de leerlingen met beperkingen. Afhankelijk van de beperking die een "tweemaal speciaal" HB leerling heeft, kan hij terecht in één van deze clusters, maar kan er even goed blijkbaar gekozen worden voor cluster 1 mét een behoorlijk zorgniveau.

Ook hier geldt dus dat de zorgvraag van kind tot kind verschillende zorgniveaus kan impliceren, en dat er keuzes kunnen gemaakt worden ivm de clusters.

Bijzondere aandacht zal moeten gaan naar een goede differentiaalanalyse van de sterktes (het HB aspect, of bepaalde sterktes die met de problematiek van de leerling te maken hebben) en zwaktes van de HB-tweemaal speciaal leerling, zodat keuzes met kennis van zaken worden gemaakt.

Het is (nog veel te weinig) bekend dat de zorgvraag van tweemaal speciaal leerlingen dubbel is: uitdaging geven op de sterke kanten, helpen compenseren en dispenseren waar het nodig is. Lees er de knappe tekst van Anny Cooreman even op na...

Afhankelijk van wat het resultaat van de analyse is, kan één van de 4 clusters met één van de 4 zorgniveaus een uitkomst bieden. Of tenminste zou het systeem dat moeten bieden. Zodat de tweemaal speciaal kinderen niet langer terechtkomen in onaangepaste scholen, dan wel dat ze enkel in (wegens niet gesubsidieerd eerder kostelijke) privé-scholen pas echt aan hun trekken komen.

Ik onthou: Momenteel zoeken veel ouders van tweemaal speciaal kinderen hulp bij multidisciplinaire centra, psychologen, psychiaters, Logo's, kinesisten, CBO, GON begeleiders...of een combinatie van deze hulpverleners. Zullen we in de toekomst in dit proces de CLB's meer prominent naar voren zien treden in een coördinerende rol?

Cluster 4 is wel speciaal: hier kunnen leerlingen met "beperkingen in de sociale interactie" zorg krijgen. Er wordt, naast ADHD en Autisme, specifiek verwezen naar "leerlingen met gedrags- en emotionele problemen". Vooral de behoefte aan "structurerende opvoedingstechnieken" staat centraal. het gaat dus niet om leerlingen die door de omgeving in de problemen komen, maar wél om leerlingen met een stoornis (psychische of ontwikkelingsstoornis).

Ik onthou: Een HB leerling die ernstig in de problemen komt op sociaal vlak, door een gebrek aan aansluiting met leeftijdsgenoten, hoort hier niet thuis! Hij hoort de kans te krijgen met ontwikkelingsgelijken op te trekken, zodat ook voor hem de sociale interactie een hulp kan zijn tot ontwikkeling van zijn persoontje...

Een interessante formulering om de keuze voor inclusief onderwijs dan wel bijzonder onderwijs (excuus voor de oude termen) te begrijpen is dit: "De intensiteit van de opvoedingsbehoeften van deze kinderen bepaalt het zorgniveau waarmee ze in deze cluster het meest gebaat zijn. Niet hun stoornis, wel de aanpak van hun onderwijs- en opvoedingsbehoefte bepaalt de keuze van het zorgniveau."

  • We onthouden dat de keuze van het gewone dan wel het bijzonder onderwijs niet langer "vanzelf" zal gebeuren omdat er wordt gekozen voor een bepaald niveau van zorg: ook gespecialiseerde en intensieve zorg van hoog niveau zal mogelijk moeten worden gemaakt in het gewone onderwijs!

Bepaling van het zorgniveau

"Voor elke leerling wordt nagegaan welk zorgniveau aangewezen is om een zo goed mogelijk antwoord
te bieden op zijn/haar ondersteuningsnoden. Dit zorgniveau kan worden herzien. Wanneer blijkt dat
ook de indicatiestelling (clustering) niet meer van toepassing is, wordt ook die opnieuw geëvalueerd.
Het zorgaanbod zal altijd tot stand komen in samenwerking met de Centra voor Leerlingenbegeleiding
en de pedagogische begeleidingsdiensten."

En belangrijk voor ouders:

"De ouders worden bij de te ondernemen stappen betrokken. Het verwerven van de nodige
competenties door de leerlingen wordt niet in vraag gesteld."

We onthouden

  • Dat het zorgniveau voor élke leerling zal worden bekeken. Zal dit dan leiden tot een gestandaardiseerd systeem van screenings? Tot een gestandaardiseerd kindvolgsysteem? Of gaat elkeen verder kunnen doen zoals het nu gebeurt: de ene zus, de andere zo?
  • Dat CLB's, schoolbegeleidingsdiensten én de scholengroepen een belangrijke ondersteunende rol zullen gaan spelen, net zoals de GON begeleiding, en dat deze laatste begeleiding zowel voor het team als voor een individuele leerling zak kunnen bestaan.
  • Dat de leerkrachten en schoolteams dus niet meer alleen zullen staan als ze een zorgbeleid gaan uitbouwen voor hoogbegaafden?
  • Dat het zorgbeleid van een school een directe relatie zal hebben met de zorgniveaus van de in de school aanwezige leerlingen, eerder dan met de beslissing van de school ivm met welke soorten leerlingen zij zich al dan niet wenst bezig te houden?
  • Dat je als ouders betrokken wordt en je inbreng kunt doen ( misschien doe je dat dan ook best!)

Met het zorgniveau 1 moeten er in de toekomst al mogelijkheden zat zijn normaal, want: "Wanneer problemen bij het leren ontstaan, wordt het leerproces bijgestuurd door te differentiëren en te remediëren. Er is ook een gericht nascholingsbeleid om de zorgbreedte van het team te versterken. Scholen kunnen voor de uitbouw van een zorgbeleid en -praktijk een beroep doen op de ondersteuning van de begeleidingsdiensten en van de Centra voor Leerlingenbegeleiding. De ondersteuning is teamgericht."

  • Ai. "Wanneer er problemen bij het leren ontstaan"... Hopelijk mag het ook voorheen al, differentiëren? Een hoogbegaafde moet toch niet eerst in de problemen komen hopelijk, om een aangepast aanbod te krijgen?
    Blijkbaar mogen wij dat wel vragen: de nota zegt immers ook: "De school voert een structureel beleid en een gerichte praktijk om problemen bij het leren te voorkomen. Het leer- en ontwikkelingsproces van de leerlingen wordt nauwkeurig opgevolgd met een leerlingvolgsysteem"
  • We onthouden: differentiatie, een aangepast leeraanbod, zit mogelijk in de toekomst in het "gewone programma", want de school moet structureel maatregelen nemen om problemen te voorkomen, en dat via een gericht leerlingvolgsysteem ook opvolgen.
    Maar zit de hulp die onze kinderen nodig hebben wel op zorgniveau 1? Er staat immers: "Elke leerling kan wel eens hulp nodig hebben voor een korte periode. De problematiek is occasioneel en tijdelijk." Ahum. Hb zijn, 't gaat niet over folks! De hulp duurt wel eens langer dan een "korte periode", de behoefte aan een aangepaste leeromgeving blijft...
    Zonodig over naar zorgniveau 2 dan maar zeker?

Verderop in de nota staat er nog een mooie passage over de ambitie die elke leerkracht moet hebben wat het aanleren van basisvaardigheden betreft aan leerlingen:

"De opvang van leerlingen voor wie het leren van basisvaardigheden in het algemeen en in het
bijzonder van lezen, rekenen en schrijven niet vlot verloopt, moet tot de kernopdracht van het gewoon
onderwijs behoren. Vooraleer over te gaan tot bijkomende inspanningen, moet voor leerlingen met
leerproblemen de differentiërende en remediërende capaciteit in gewone scholen ten volle worden
benut. Het moet de ambitie zijn van elke leerkracht om hiervoor het vereiste vakmanschap te
verwerven. Begeleiding op de werkvloer (zorgcoördinatie) moeten helpen om de nodige competenties
hiervoor te behouden en verder te ontwikkelen."

We onthouden:

  • Wat gaan we dus in de toekomst doen met versnelde leerlingen die schrijfproblemen hebben? Ze opvangen mevrouw, mijnheer! Tijd geven! Begrijpen dat hun handen soms "gewoon op leeftijd " zijn, ook al kan hun hoofd de spellingsregels perfect verwerken!
  • Wat gaan we doen met leerlingen die op hun "eigen" manier en tempo leerstof verwerken? De leerling verder helpen met zijn eigen manier en ritme van leren? Remmen? Stimuleren? Het ideale antwoord moet intussen wel duidelijk zijn zeker!

De sociaal-emotionele argumenten dan. Weerom is er blijkbaar een taak voor de leerkracht weggelegd:

"De leerkrachten moeten aandacht hebben voor de evenwichtige emotionele en sociale ontwikkeling
van hun leerlingen en inzicht in gedrags- en communicatieproblemen. Ze moeten ook competenties
hebben om gedrag te sturen, een omgeving aan te bieden met structuur, regels af te spreken en die ook consequent toe te passen."

  • Onze leerkrachten worden dus in de toekomst goed geschoolde duizendpoten, als we deze nota goed hebben gelezen... hopelijk begint dat al bij de basisopleiding!
  • Niet langer onze HB moet zich in de toekomst eindeloos aanpassen: de leerkracht moet voldoende competenties hebben om gedrag te sturen en de juiste omgeving te bieden voor een evenwichtige emotionele en sociale ontwikkeling. Vermits die omgeving vaak impliceert dat de HB ontwikkelingsgelijken of tenminste anderen om mee te kunnen communiceren moet kunnen vinden, zijn zaken zoals plusklassen, kangoeroeklassen, versnelling,... niet echt meer "ongebruikelijk of speciaal", maar eerder "nodig en zonodig beschikbaar" te noemen?
    Vermits HB's toch echt wel vaak ook op sociaal en emotioneel vlak een beetje "speciaal" zijn, zullen de leerkrachten die extra vaardigheden best tot nut kunnen maken!

Zorgniveau twee (of hoger) dan. Hier gaat het over specifieke maatregelen bij leerproblemen, waar de "tweemaal speciaal" HB's en HB's die om de één of andere reden tijdelijk in de problemen komen zeker nut van zullen hebben: "Bij compenseren worden over heel de school goede afspraken gemaakt voor het gebruik van compensatiestrategieën, zowel bij het inoefenen als bij het evalueren. Het team zorgt voor de hulpmiddelen en de begeleiding bij het leren gebruiken van deze middelen. Bij dispenseren wordt een programmaonderdeel dat voor de verdere studiekeuze en loopbaan van een leerling niet echt noodzakelijk is maar een belangrijke hinderpaal blijkt te zijn, niet verder in rekening genomen."

  • Zullen we het dus meemaken, dat een HB ondanks zijn goede leervermogen toch dispenserende en compenserende maatregelen krijgt van elke leerkracht voor zijn dyslexie, voor zijn ADHD, voor zijn autisme, voor zijn...? En dat dit op schoolniveau geregeld wordt, dus zonder discussies bij elk oudercontact? Fijn zo!
  • De GON begeleiding op dit zorgniveau is teamgericht. Kan dat geen harde noot zijn om te kraken voor leerlingen die nu individuele GON begeleiding krijgen? Anderzijds kan het teamgericht werken misschien net dat beetje verschil maken ivm alle misverstanden tussen die tweemaal speciaal HB's en leerkrachten die het maar niet kunnen rijmen: dat "slimme" samen met dat "beperkte"?

"De expertise is niet zozeer gelegen in kennis van stoornissen, maar vooral in een beter pedagogisch-didactisch inspelen op de noden van leerlingen"

  • We onthouden: ook hier weer die nadruk op aanpak: niet zozeer de labeltjes zijn mogelijk in de toekomst het belangrijkste, wél de bekwaamheid en daadkracht van het onderwijspersoneel!

En dan dit mooie zinnetje: "Een overgang van zorgniveau I naar zorgniveau II zal onderworpen zijn aan een verantwoording door school en CLB. Er zal o.m. moeten aangetoond worden waarom de hulp op zorgniveau I niet tot de gewenste resultaten heeft geleid."

  • Daar heb je hem eindelijk: de resultaatsverbintenis! Scholen zullen, als ze extra middelen wensen, moeten aantonen dat ze hun best hebben gedaan vanaf het begin. Niet zozeer de aanwezigheid van zorgleerlingen, maar wél wat je voor die leerlingen hebt gedaan, zal in de toekomst een criterium kunnen worden voor extra middelen blijkbaar. Scholen die dus effectief een inspanning doen, gaan hiervoor dus misschien eindelijk beloond worden. En scholen die alleen op basis van de aanwezigheid van bepaalde "problematieken" om méér middelen vragen, zullen éérst kunnen verantwoorden waarom het hen met dezelfde middelen als een andere school niet lukt op een lager zorgniveau!

"Leerlingen die ernstige problemen hebben die niet het gevolg zijn van stoornissen, zoals ernstige psychosociale moeilijkheden, kunnen ook geholpen worden met een aanbod op zorgniveau II."

  • We onthouden: als onze HB in de problemen komt op sociaal of psychisch vlak, kunnen we mogelijk een beroep doen op het zorgniveau 2 (of hoger). En als die problemen (mee) veroorzaakt zijn door een gebrek aan zorg op zorgniveau 1, zal de school zich daarvoor moeten verantwoorden.
    Op naar een preventieve aanpak dus? En mogelijkheden om, als het toch niet lukt, extra zorg te krijgen, ook voor HB's. Het CLB zal daarbij kunnen helpen.

De speciale onderwijsmiddelen

Als we kijken naar de zorgmatrix, zien we dat de school beroep kan doen op speciale onderwijsmiddelen vanaf cluster 3. In cluster 1 (kinderen zonder beperkingen) is enkel "zorgbeleid/GOK" voorzien.

  • Tegelijk is er die nadruk op preventief werken, op ontwikkelingskansen voor elk kind, op centraal zetten van de zorgbehoeften van de leerling
  • We onthouden: wat HB's nodig hebben aan onderwijsmiddelen, behoort tot wat standaard zal moeten aanwezig zijn in scholen. Dit zullen we nauwgezet moeten opvolgen...

Heb je na lezing van de nota van de minister of na lezing van deze commentaartekst er behoefte aan een reactie aan iemand te sturen?

Andere teksten:


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be