Home Hoogbegaafd Herkenning Testen HB thuis Sociaal leven HB op school Probleemkinderen? Adresboek FAQ Goed voor een glimlach Literatuur
Goed voor een glimlach
Alternatieve 10 Geboden
Mythes en misvattingen
Zotte praat
Wat we nu weer hoorden
Links
Mythes en Misvattingen
Mythe:

Een van de constante trekken van elke kleinburgerlijke mythologie is het onvermogen zich het andere voor te stellen (R. Barthes).

 

Misvatting:

Zwijgen is als de wind: het wakkert grote misvattingen aan, en dooft alleen de kleintjes. (Frans spreekwoord, vrij vertaald)

 

   
  • Hoogbegaafden hun broodje is gebakken. Zij zijn bij hun geboorte reeds gegarandeerd geslaagd in het leven. Ze hebben geen enkele nood aan speciale opvang of hulp op school noch elders.

    Iedereen heeft hulp nodig om het meeste te halen uit zijn mogelijkheden en om te slagen in het leven, zelfs de begaafde kinderen die het reeds bij de start "allemaal lijken te hebben". Het speelt echt geen rol met welke karakteristieken (of gaven) een individu vertrekt: niemand zal "zomaar" ten volle zijn talenten ontplooien. kinderen hebben nood aan aanmoediging, koestering, opvoeding, begeleiding. Bij veel (niet alle) HB kinderen zijn er helemaal geen problemen in de vroege (school)jaren. Naarmate de jaren echter verstrijken en het (school)werk moeilijker wordt, zouden ze het wel erg zwaar kunnen krijgen, zeker als ze nooit eerder een uitdaging (en bijhorende faalervaringen) meegemaakt hebben.


  • Hoogbegaafde kinderen zouden moeten houden van de school, goede punten halen, en elke nieuwe schooldag met enthousiasme tegemoet treden!

    Dit is een waarheid als een koe, en toch plaatsen we ze bij de misvattingen. Dat vraagt dus om een verklaring.
    Ideaal gezien IS het zo dat ALLE kinderen graag naar school zouden moeten kunnen gaan, maar dit vergt een nieuwe manier van denken op de scholen. De meeste scholen (en leermethodes!) zijn gericht op de gemiddelde leerling, en hebben geen aangepast programma of beleid voor hoogbegaafden, zwakbegaafden of kinderen met leerstoornissen.
    Specifiek voor hoogbegaafde kinderen is het vaak moeilijk om enthousiast naar school te gaan, omdat de grote beloning en motivatie van het naar school gaan, het gevoel "ik leer hier iets, ik ontplooi mijn gaven", wel eens ontbreekt.
    Sommige van de meest begaafde kinderen zetten vroegtijdig hun studies stop. Anderen zoeken hun uitdagingen elders, maar daarbij kunnen we ons de vraag stellen: krijgen die dan wel van het onderwijs waar elk kind recht op heeft: elke dag iets bijleren?
  • HB kinderen komen allemaal uit blanke families uit de midden- of hogere klasse

    Ze komen uit alle culturele, etnische, religieuze en socio-economische groepen. Hoogbegaafdheid is niet racistisch, elitair of religieus: het is gewoon één van de kenmerken die een kind heeft bij de geboorte.
    Hoe is deze misvatting dan ontstaan? De omgeving is heel belangrijk voor de ontwikkeling van een potentieel dat er is, voor de omzetting van mogelijkheden in kunnen/kennen. HB kinderen uit minder stimulerende middens, lopen het risico niet of pas laat "ontdekt" te worden, en missen daardoor soms belangrijke stimulansen om hun mogelijkheden ten volle te ontplooien.
    Opm. De wetenschappers zijn er nog steeds niet uit wat precies het aandeel van nature (aanleg) en dat van nurture (opvoeding, begeleiding) is. We weten wel dat beide mee bepalend zijn voor de prestaties van kinderen.
    Zie ook het model van Heller elders op onze site.


  • HB kinderen hebben pushende ouders

    Pushende ouders komen voor bij alle soorten kinderen. Bij sommige HB kinderen wordt er duidelijk gepusht thuis, bij anderen niet, net zoals bij niet-HB kinderen.
    Grote vraag is wat pushen is... Stimuleren van een kind, dat is iets wat elke ouder doet en zou moeten doen. Pas als de grens overschreden wordt en een kind te zwaar belast wordt door ouders die hun eigen dromen willen gerealiseerd zien in de plaats van aan het welbevinden van hun kind te denken, kan je spreken van pushen.
    De grens tussen stimuleren en pushen is dun... En wie ben jij als buitenstaander om daarover een oordeel uit ts spreken?

    Sommige ouders willen er zeker van zijn dat hun kinderen de leermogelijkheden krijgen die ze nodig hebben, en steken dit bijlange niet onder stoelen of banken, en kunnen daarin bovendien zeer hardnekkig zijn. Andere ouders zijn beschroomd om de aandacht te trekken op hun kinderen, en zeggen niks.


    Zo lang de kinderen zelf en hun welzijn centraal blijven staan, is er eerder sprake van normaal stimuleren dan van pushen. Vertrouwen in ouders die voor hun kind iets bepleiten, is misschien wel eerder aangewezen dan wantrouwen en beschuldigingen van pushend gedrag!


  • HB kinderen zijn goed in alles wat ze doen

    Sommige begaafde leerlingen zijn goed in veel zaken, anderen zijn buitengewoon goed in slechts enkele zaken. Sommige leerlingen hebben een wat "andere" leerstijl (bv. beelddenkers), of ze zijn "dubbel uitzonderlijk" of "tweemaal speciaal" (naast hun hoogbegaafdheid hebben ze een leerstoornis (bv. dyslexie) of hebben aandachtsproblemen, waardoor ze soms niet erg uitblinken in hun schooltaken, of er helemaal anders mee omgaan dan andere leerlingen.

    Als zo'n hoogbegaafde leerling daarbovenop dan nog emotionele problemen ervaart door verveling op school, door pesterijen, of gewoon omdat hij/zij niet echt blijf weet met waarom dat "anders" zijn er nu is, dan kan dit ook een verminderde prestatie geven.


  • Leerkrachten zijn dol op HB leerlingen in hun klas

    Deze tekst stond hier eerst:
    "
    Sommigen wel, anderen niet. Sommige leerkrachten voelen zich slecht op hun gemak met HB leerlingen en worden defensief wanneer ze vermoeden dat hun leerlingen meer weten dan zijzelf.
    Sommige HB leerlingen zijn in hun communicatie nogal direct, komen betweterig over, drammen wel eens door. Ook dit kan iets zijn waar leerkrachten die niet heel zeker van zichzelf zijn, het lastig mee hebben."


    In januari 2009 kwam de hier onder weergegeven interessante reactie binnen op de site, die eea nuanceert. We nemen het over zoals de leerkracht het formuleert. Heel erg bedankt trouwens mijnheer, voor de terechte kanttekening. Want inderdaad: we speelden wel al te snel de zwarte piet door naar de leerkrachten met bovenstaande tekst.

    Het is natuurlijk voor leerkrachten moeilijk om te zien dat leerlingen hun talenten niet gebruiken voor een positieve houding in de klas, dat ze niet echt meedoen en zelfs afhaken. Vaak zien we in het secundair onderwijs dat leerlingen, die soms al jaren in het basisonderwijs aan het afhaken zijn, niet te porren zijn om wat dan ook mee te doen. Dit frustreert leerkrachten. Fijn dat er dan toch nog gekeken wordt naar manieren om ook deze leerlingen te motiveren om vooruit te kijken en hun eigen studies opnieuw in handen te nemen, zoals op de Dalton school.

Leerkrachten zijn dol op HB leerlingen in hun klas

" Voor docenten is er niets leuker dan dat hij/zij gemotiveerde leerlingen in zijn/haar klas heeft zitten; soms kunnen leerlingen je verrassen met een interessant weetje of een ontdekking wat je zelf nog niet wist. Je zou denken dat HB-kinderen vaak zeer gemotiveerd zijn en hun docenten regelmatig verrassen; maar vaak is dit juist niet het geval. Hoogbegaafd wordt vaak verward met Hoogintelligent.Zodra een leerling dat predikaat heeft verwacht men dat hij/zij zal gaan studeren aan de Universiteit. HB-leerlingen blijken in de praktijk in de meeste gevallen onderpresteerders te zijn; dat wekt wrevel op bij de docenten, die zien dat een leerling veel meer kan, maar er schijnbaar met de pet naar gooit. Of ze zien dat de leerling veel onvoldoendes haalt, en krijgen daarvoor als verklaring dat een leerling "hoogbegaafd" is.

Wat te denken van een leerling die vaak niet naar de les komt als er een proefwerk gemaakt moet worden, veel spijbelt, zijn huiswerk niet of nauwelijk maakt, luidruchtig is en zichtbaar geen zin in school heeft? Menig docent zegt: "hij moet gewoon komen en de proefwerken maken". Terecht. Maar de reden waarom hij niet komt is niet omdat hij een lui, vervelend rotkind is, maar omdat hij faalangst heeft, een beelddenker is en niet in staat is de stof dusdanig te reproduceren zoals door de docent, de methode en de school wordt gevraagd. In feite is hij een tobber, die liever meteen naar de universiteit gaat omdat je daar tenmisnte vrij bent om de stof te maken in je eigen tempo.

HB is iets waar pas sinds kort meer aandacht voor is. Net zoals een aantal jaren geleden er opeens meer aandacht was voor dyslexie en dyscalculie, en waar scholen heden ten dage beter zijn ingesteld op leerlingen met deze specifieke leerproblemen, zal het ook wat betreft HB nog een tijd duren voordat HB ook als een leerprobleem wordt gezien en daarop wordt ingespeeld. Op dit moment zijn er leraren die klassen vol kinderen hebben die dyslectisch zijn, die ADHD hebben, zie PDD-NOS of een andere autismegerelateerde afwijking hebben, die uit oorlogsgebieden komen, voor wie Nederlands niet de eerste taal is, van wie de ouders gescheiden zijn, die misbruikt en/of mishandeld worden, die al 15 keer zijn verhuisd, die depressief zijn, die angstig zijn, die faalangst hebben, die pathologische leugenaars zijn, die thuis aandacht tekort komen, die met een reken- of taalachterstand van de basisschool komen, die experimenteren met drugs en drank, die worden gepusht door hun ouders om Vwo te doen, of die gewoon dom zijn. En dan komt er opeens een leerling in je klas die alleen maar onvoldoendes haalt, maar wel een grote bek heeft, en dan krijg je als verklaring voor dit gedrag dat het kind "hoogbegaafd" zou zijn. Er zijn toch kinderen met échte problemen die écht hulp nodig hebben? De meeste leraren zeggen dan: "Als die leerling zo slim is, waarom haalt hij/zij dan alleen maar onvoldoendes?" U en ik weten beter, maar docenten zijn ook maar mensen, en zoals de meeste mensen die met HB te maken krijgen hebben zij ook bepaalde vooroordelen, verwachtingen en ideeën over HB.

Docenten zien HB niet als een (leer)probleem, omdat zij verwachten, net als vrijwel iedereen immers, dat HB-kinderen later allemaal naar de universiteit gaan en doctorandus worden. En omdat HB-leerlingen vaak sociaal zwak zijn en zich vaak op een ongelukkige manier uitdrukken worden ze vaak weggezet als drammers en betweters. Er zijn -gelukkig- meer en meer scholen die deze problematiek wel onderkennen en deze kinderen de ruimte en de omstandigheden bieden waarin ze meer en meer zichzelf kunnen zijn, en zich zo op een positieve manier kunnen profileren, waardoor er ruimte komt voor meer acceptatie. "

Deze nuancering is van de hand van Marc Geerdink-Schaftenaar, Dalton College (kijk voor info over de mooie werking van deze school naar hoogbegaafden op hun website, of in het artikel in Talent nr. 6, november 2008)


  • Als HB leerlingen samen gegroepeerd worden, dan worden het verwaande snobs

    Sommigen wel, anderen niet. Het ergste van deze mythe is dat volwassenen ze soms gebruiken om te verdedigen waarom het uit den boze is om HB kinderen te groeperen of om hen de geschikte leermogelijkheden aan te bieden.

    O f een gegroepeerde klas (enkel HB leerlingen) dan wel een geïntegreerde aanpak gecombineerd met enkele uren per week groepering (bv gemengde klas en enkele uren kangoeroeklas) aangewezen is, kan best leerling per leerling bekeken worden. Alleszins is iedereen in de literatuur het er over eens dat HB kinderen ontwikkelingsgelijken nodig hebben om zich sociaal en cognitief te kunnen ontwikkelen.
    Nb in Vlaanderen bestaan er momenteel bijna geen initiatieven van volledige groepering, het is dan ook moeilijk te weten of zoiets zou lukken in ons onderwijssysteem. Het enige initiatief voor de basisschool, 't Kofschip in Edegem, koos een andere weg. Het initiatief van de secundaire school in Wilrijk, is ook aan afbouw toe wegens gebrek aan belangstelling. In het buitenland zijn er wel zeer goede ervaringen te melden met gegroepeerd onderwijs voor HB leerlingen.


  • HB kinderen kunnen zich niet aanpassen aan de school, en zijn niet in staat om vrienden te maken.

    Sommigen wel, anderen niet. Net zoals andere kinderen.
    Wat vaak aanleiding is voor deze misvatting, is dat hoogbegaafde kinderen soms de lat wat relaties betreft erg hoog leggen. Dat gebeurt vaak al heel jong. Als andere kinderen dan onvoorspelbaar reageren in hun ogen (bv door wisselende vriendschappen, iets wat bij jonge kinderen heel normaal is, maar wat een HB kind erg diep kan raken), kan het zijn dat ze snel gekwetst en emotioneel reageren. Dit geeft vaak onterecht het labeltje "sociaal-emotioneel onrijp".


  • HB leerlingen weten niet dat ze 'verschillend' zijn, tenzij iemand het hun vertelt.

    De overgrote meerderheid van de HB kinderen hoeven niet getest of 'gelabeld' te worden om te weten dat ze nogal verschillen van hun leeftijdsgenootjes.
    Hier niet over (kunnen, willen) spreken als ouders of leerkrachten maakt die leerlingen extra kwetsbaar, omdat het "aanpassen aan de groep" vaak een belangrijke impliciete waarde is in scholen. De HB leerling denkt dan al snel dat hij of zij niet voldoet, dat hij/zij faalt door te zijn zoals hij/zij is.
    Ouders en leerkrachten besteden dus best aandacht aan dat "anders" zijn, vragen van het kind/ de leerling hierover uit de weg gaan is niet aangewezen.


  • HB kinderen moeten continu uitgedaagd en bezig gehouden worden, anders worden ze lui.

    Ze zouden zich kunnen vervelen (met alle gevolgen van dien), maar lui worden ze niet noodzakelijk. Wat vooral van belang is, is dat ook aan HB leerlingen een inspanning wordt gevraagd. Dit helpt hen bij twee belangrijke zaken: leren omgaan met faalervaringen, en het opbouwen van studievaardigheden.


  • HB kinderen zijn even 'rijp' op alle vlakken: academisch, fysiek, sociaal en emotioneel.

    Dat zou erg gerieflijk zijn, maar het is jammer genoeg onjuist. Asynchrone ontwikkeling komt heel vaak voor bij HB kinderen. Aan de andere kant moet men er niet zomaar vanuit gaan dat iemand, die een intellectuele voorsprong heeft, wel achterop zal hinken op andere vlakken.


  • HB kinderen moeten de school doorlopen samen met leeftijdsgenoten

    HB kinderen moeten hun school liefst doorlopen met kinderen waarmee ze contact kunnen maken. Eenzaamheid binnen de groep kan erg belastend zijn, hoewel je dat niet moet overdrijven: sommige kinderen zijn gewoon van zichzelf nogal eenzaten, en je moet hen dan ook niet dwingen tot overdreven groepsactiviteiten. Een goed evenwicht tussen individu en groep is belangrijk!
    Op sommige vlakken zijn ontwikkelingsgelijken geen leeftijdsgenoten, op andere vlakken dan weer wel. Wat alleszins nuttig is, is observeren of een HB kind komt tot goede sociale contacten, en met welke kinderen dat dan wel gebeurt. Allicht zijn dat de ontwikkelingsgelijken waarvan een kind "al oefenend" sociale vaardigheden kan leren. Bij zeer jonge kinderen zijn dat vaak oudere kinderen, omdat HB kleuters en lagere schoolkinderen vaak qua taalgebruik en interesses afwijken van hun leeftijdsgenoten. Op latere leeftijd speelt dat cognitieve iets minder (maar HB jongeren blijven echt wel "anders", iets wat onder jongeren vaak als "niet ok" wordt ervaren!), en komen er andere interesses op de voorgrond. Op dat moment kan het blijkbaar alle richtingen uit gaan: sommigen getuigen van problemen op sociaal of emotioneel vlak, anderen ervaren net een goed contact met de oudere klasgenoten.
    Het is alleszins nuttig dat HB kinderen, net zoals andere kinderen, samen leren spelen, en een sociale wisselwerking hebben met andere kinderen. Dit wil niet zeggen dat zij niet noodzakelijk samen met leeftijdsgenoten moeten leren. Voor een kind dat begon te lezen toen het 4 jaar was kan een eerste leerjaar "op leeftijd" doorlopen een ware marteling zijn. Tegelijk kan het zijn dat het een zeer goede verstandhouding heeft op de speelplaats, in de jeugdclub of sportclub met zijn leeftijdsgenoten...
    Wat zeker belang heeft, is dat een kind in contact komt met ontwikkelingsgelijken in de context van het studeren, zodat het ook op uitdagingsniveau kan werken en kan leren dat ook anderen een inspanning moeten doen om iets te leren. L
    eeftijdsgenoten zijn niet altijd op elk vlak (vaak zeker niet op cognitief of schools vlak) de ontwikkelingsgelijken.


  • HB kinderen zijn vaak zwak en ziekelijk

    HB kinderen zijn wat fysiek en gezondheid betreft niet verschillend van andere kinderen: je hebt ze in alle maten en gewichten.


  • HB kinderen zijn flauweriken


    Er zitten evenveel flauweriken bij HB kinderen als bij niet HB kinderen. Sommige HB kinderen wekken de indruk flauw te zijn omdat ze de neiging hebben door te denken op dingen. Zo zullen zij bijvoorbeeld een dakwerker niet, zoals een ander klein kind, "geweldig" vinden, maar denken ze meteen aan het gevaar van een eventuele val van dat dak...
    Door dit door-denken op dingen, komt de wereld voor sommige hoogbegaafde kinderen heel bedreigend over.
    Hoogbegaafdheid gaat soms ook gepaard met hypersensitief zijn, en hoogsensitieve mensen worden wel eens overweldigd worden door zintuiglijke indrukken.
    Dit alles wil niet zeggen dat HB kinderen flauw zijn: ze denken gewoon veel verder na over veel zaken, of zijn verhoogd gevoelig voor zintuiglijke indrukken. Zoiets leidt bij sommige HB kinderen tot angsten, die een ander kind misschien niet zal hebben.
    Onder een goede begeleiding door ouders en leerkrachten, bloeit zulk een "angstig" HB kind snel open. Even veiligheid bieden is wel eens nodig, maar anderzijds kan een hoogbegaafd kind daarna vaak verder zelfstandig één en ander beredeneren.

 

  • Het is voor leerkrachten heel eenvoudig om te herkennen welke kinderen in hun klas begaafd zijn

    Zonder enige training ter zake heeft een leerkracht een behoorlijke kans om HB kinderen te "missen". Natuurlijk zijn er leerkrachten die oog hebben voor hoogbegaafde kinderen. Zeker leerkrachten die de moeite doen een nieuwe klasgroep te benaderen als personen waar je echt kennis moet mee maken, en niet als een "groep" op zich, hebben een grotere kans vrij snel te weten welk vlees ze in de kuip hebben.
    De kans dat een hoogpresterend kind als hoogbegaafd wordt beschouwd is veel groter dan dat een eerder timide, onderpresterend kind of een kind dat "tweemaal speciaal" is (hoogbegaafd + een leerstoornis) als dusdanig wordt herkend door een leerkracht. Ook ouders zijn vaak in hetzelfde bedje ziek: als een kind niet echt ver voorloopt op school, hebben ze het er soms moeilijk mee de begaafdheid van hun kind te zien.


  • Alle HB kinderen lijken op elkaar

    Er is geen 'beeld' van dé HB leerling. Gaven en sterke kanten variëren even sterk tussen de HB kinderen als binnen eender welke groep leerlingen uit de zogenaamde 'gemiddelde' bevolking. Sommige opvoeders maken onderscheid tussen academisch begaafd en sociaal begaafd; tussen hoog en gemiddeld begaafd; tussen sterk creatieve en sterk begaafde leerlingen. Er bestaan talloze andere opdelingen en categorieën. En dat alles uit zich heel verschillend bij de kinderen die uiteraard naast hun begaafdheden ook elk hun eigen karakter, achtergrond, interesses,... hebben.


  • HB kinderen hebben heel wat gemeen op het vlak van psychologische trekken en karakter

    Sommigen zijn vlotte risiconemers, uitdagers van het status quo. Anderen zijn stil, tevreden met hun eigen wereldje. Wanneer ze leren, hebben sommigen een continue respons nodig; anderen niet. Sommigen hebben een geweldige hoeveelheid aanmoediging nodig om te presteren, of een heleboel structuur. Anderen zoeken hulp na de klas, of zoeken een speciale leerkracht jaren later op om advies te vragen. Net zoals andere leerlingen...


  • Hoogbegaafde kinderen zijn eigenlijk volwassenen in een te klein lichaam

    Neen, hoogbegaafde kinderen zijn in de eerste plaats kind. En zoals elk kind heeft een hoogbegaafd kind behoefte aan spel, aan steunende volwassenen rond hem of haar, aan een warme omgeving om in op te groeien, aan voldoende eten en een goed bed.
    Ouders en andere begeleiders moeten zich in de eerste plaats bewust zijn van het feit dat ze met een kind te maken hebben, zelfs al spreekt dat kind moeilijke zinnen uit, stelt het ingewikkelde levensvragen en loopt het voor op leeftijdsgenoten.

  • Alle kinderen zijn begaafd

    Ja, alle kinderen zijn waardevol, allemaal krijgen ze vleugels als ze aangemoedigd worden, en allemaal hebben ze onaangeboord potentieel. Hoogbegaafde kinderen hebben daarnaast een streepje voor: ze hebben op bepaalde vlakken een uitzonderlijk grote aanleg. De kunst is OOK die bijzondere aanleg, net zoals de begaafdheden van alle kinderen, tot volle ontwikkeling te helpen komen!


  • Als een kind hoogbegaafd is, versnel je het best een jaar, dan is dat "probleem" opgelost

    Versnellen op zich (in de zin van naar een hogere klas zetten, of door leerstof van een hoger jaar naar de leerling toe te brengen) is soms nodig, als een kind heel ver voorloopt of als het veel sneller door de leerstof gaat dan een ander kind, en echt hongert naar méér.
    Maar het is geen "oplossing", hoogstens een tijdelijk wegnemen van de druk op de ketel. Een fatsoenlijke begeleiding van hoogbegaafde kinderen houdt véél meer in dat ze alleen hun eigen "tempo" mogen volgen wat verwerken van de gewone leerstof betreft.

 

Samenvattend:

De meeste van de mythes hierboven gaan uit van een grote gelijkheid tussen HB kinderen. Gelijkheid in de manier waarop ze leren, hoe ze zich gedragen, hoe ze denken en voelen, wat ze nodig hebben en wat ze niet nodig hebben. Maar begaafde kinderen zijn onderling meer verschillend dan gelijk. Dit is een eigenschap die ze gemeen hebben met alle kinderen: hun uniekheid en hun individualiteit.

Deze tekst bevat stukken gemaakt door LK, MO, YW

 


© www.hoogbegaafdvlaanderen.be | Email : info@hoogbegaafdvlaanderen.be