Inleiding - over de auteur
door YW
Gino Van den Camp is zelf functioneel optometrist en was zo vriendelijk
voor ons een inleiding te schrijven over optometrie en visuele training.
Hij geeft in dit artikel aan welke indicaties er zijn om een functionele
analyse te overwegen.
Wenst u met hem in gesprek te gaan over dit artikel, dan kunt u
hem bereiken op volgend adres:
Gino Van den Camp,
functioneel optometrist
Kalishoekstraat 45/47
9120 Melsele
Tel : 03-7552375
Fax : 03-7556484
E-mail : gino.vdc@scarlet.be
Waarom functionele optometrie op een site rond hoogbegaafdheid?
De meest platte reden is dat verschillende mensen ons reeds aangaven
dat hun kind geholpen was met een visuele training. Soms ging het dan
om hoogbegaafden die ofwel zeer vroeg waren beginnen lezen, of die zeer
vaak lazen, en die door overbelasting van de ogen een probleem ontwikkelden.
Soms ging het ook om "tweemaal speciaal" kinderen, bv kinderen
met concentratieproblemen. Zo is er een voorbeeld van een kind waarbij
het zien erg ongeconcentreerd verliep, wat hem parten speelde op school
met schrijven, op bord lezen, gewoon opletten...
Verder vinden we in voornamelijk Angelsaxische literatuur regelmatig
verwijzingen naar het nut van een degelijke functionele analyse en eventuele
visuele training bij bepaalde groepen hoogbegaafden.
Alleszins geeft Gino Van den Camp aan wat bij elk kind (ook hoogbegaafden)
signalen kunnen zijn die kunnen wijzen op "zien" problemen.
Hij geeft in de tekst ook aan waarom het mogelijk is dat specifiek hoogbegaafde
kinderen wel eens baat hebben bij de ondersteuning die een visuele training
kan leveren. Wij hebben deze passages in schuine tekst geplaatst.
Wij danken Gino voor de bereidwilligheid om ons deze tekst te leveren!
WAT IS OPTOMETRIE ?
Optometrie is de kennis en de wetenschap van
het ZIEN.
Meestal verstaat men onder goed “zien” een goede gezichtsscherpte
hebben. Goed “zien” betekent in de optometrie echter veel meer
dan een goed “zicht” hebben. Iedereen heeft wel al eens gehoord:
“Je ziet 10/10, alles is oké.” In de optometrie wordt
die 10/10 “zicht” genoemd en het “zicht” wordt
beschouwd als maar één van de vele facetten die deel uitmaken
van een goed “ziens”-proces. Naast een goed zicht heeft men
om goed te kunnen zien ook een aantal visuele vaardigheden nodig zoals
bijvoorbeeld snel scannen, vlot scherpstellen en nauwkeurig aflijnen.
Wanneer het licht op het netvlies in de ogen valt, en het licht omgezet
wordt in zenuwprikkels, “ziet” men echter nog niets. Het is
pas als deze zenuwprikkels de hersenen bereiken, en die gegevens worden
gerangschikt, geschakeld en vergeleken met andere informatie, dat er een
mentale voorstelling van de omgeving wordt gemaakt en dat we van “zien”
kunnen spreken.
Net zoals bij de motoriek is er bij het "zien" sprake van
een dynamisch leerproces dat tot ontwikkeling komt reeds van voor de geboorte
en dat bepaald wordt door erfelijke- en omgevingsfactoren. Bij asynchrone
ontwikkeling die zo vaak bij hb wordt vastgesteld, kan men dus ook best
met de visuele ontwikkeling rekening houden. Zo is het bij het lezen noodzakelijk
dat een aantal visueel technische vaardigheden, zoals oogsprongbewegingen,
een zekere rijpheid hebben om deze voor onze ogen zeer complexe taak aan
te kunnen. Zoals leren schrijven op zeer jonge leeftijd kan gehinderd
worden door fijn-motorische onrijpheid voor die taak is het dus mogelijk
dat hb-kinderen die versnellen, op cognitief vlak geen probleem hebben
met deze taak maar nog wel veel moeite hebben met het sturen van hun oogbewegingen.
Naast de visuele ontwikkeling wordt in de optometrie ook veel aandacht
besteed aan de interactie tussen omgeving en visueel systeem.
Ogen worden steeds meer en meer gebruikt om dichtbij te kijken (lezen,
beeldschermwerk, computerspelletjes). Dichtbij kijken is uiteraard geen
probleem voor de ogen maar het vergt wel meer inspanning dan ver kijken.
Op het moment dat het visueel systeem overbelast geraakt door veel nabijwerk,
kunnen er allerlei klachten optreden (zie kenmerken) en uiteindelijk kan
zelfs de brekingstoestand van de ogen hierdoor beïnvloed worden. Zo
is er een duidelijk verband tussen toenemende bijziendheid en veel lezen.
En aangezien “leeshonger” geen onbekend begrip is bij vele
hoogbegaafden hoeft men bij dit soort klachten vaak niet verder te zoeken.
WANNEER ?
Een optometrische evaluatie kan o.a. nuttig zijn :
- Om visuele ontwikkeling en visuele vaardigheden na te gaan in functie
van schoolse prestaties.
- Bij minder scherp zicht omwille van een brekingsfout van de ogen zoals
b.v. bijziendheid. Naast het aanmeten van de meest evenwichtige compensatie
(bril, contactlenzen) wordt er ook getracht met adviezen en oefeningen
kijkfouten te verminderen en verergering tegen te gaan.
- Bij oncomfortabel zien.
- Bij luie of slecht samenwerkende ogen.
- Om preventief visuele problemen te voorkomen.
KENMERKEN VAN MOGELIJKE VISUELE PROBLEMEN
Een aantal kenmerken bij lezen en schrijven die een visueel probleem
doen vermoeden :
- Met de neus tegen het blad zitten.
- Het hoofd extreem schuin houden.
- Eén oog bedekken.
- Soms of vaak wazig of dubbel zien
- Klagen van dansende of door elkaar schuivende lettertjes.
- Concentratieproblemen, snel moe worden na een tijdje dichtbij te hebben
gekeken.
- Plaats verliezen bij heen en weer kijken van bord naar schrift of
van boek naar schrift.
- Vinger gebruiken om de plaats in de tekst niet te verliezen.
- Hoofdpijn, tranende of prikkende ogen, veel in de ogen wrijven.
- Woorden of regels herlezen of overslaan.
WAAR KAN MEN TERECHT ?
Zien-zorg wordt in België door een aantal specialisten verstrekt.
In België overlappen de verschillende beroepsterreinen elkaar, zodat
verwarring mogelijk is.
De oogarts is een gespecialiseerd medicus die zich bekommert
om het oog als gezond of ziek orgaan. Hij spoort oogziekten op, behandelt
oogziekten, voert operaties uit,… Hij schrijft ook brillen of contactlenzen
voor.
De opticien is technisch geschoold en hij/zij voert bril-
en contactlensvoorschriften uit.
De optometrist gaat het visueel systeem meten om beter
te begrijpen “hoe” iemand ziet en te bepalen welke bril- of
contactlenssterkte het meest geschikt is.
Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken zijn er ook functioneel
optometristen. Deze optometristen bestuderen de visuele ontwikkeling
en de invloed van de omgeving op het visuele systeem. Functioneel optometristen
begeleiden mensen met visuele problemen via raadgevingen, brilglazen of
contactlenzen en visuele training.
Niet elke optometrist is dus gespecialiseerd in functionele
optometrie. En aangezien het beroep van optometrist (in tegenstelling
tot b.v. in Nederland) nog niet gereglementeerd werd in België, kan
men, om zeker te zijn dat men bij een goed opgeleid optometrist terecht
komt, best enkele vragen stellen :
- Maakt u een evaluatie van alle visuele vaardigheden ?
- Geeft u visuele training of verwijst u me hiervoor door naar een collega
indien nodig ?
- Neemt u visuele waarnemings- en ontwikkelingstesten af ?
Reacties op dit artikel? Spreek
er de auteur op aan
Op onze adressenlijst
rond testen en begeleiding, vindt u enkele adressen van functionele
optometristen |